Afbeelding
Kruisspin
Paul Wouters/Marianne Horemans

Daar zijn de kruisspinnen weer! Of niet?

18 sep 2022
Categorieën
Natuurbericht
Insecten en ongewervelden
Mijn Tuinlab
Tuin

Je hebt ze misschien alweer kunnen spotten: grote, plompe spinnen die, schijnbaar de zwaartekracht tartend, aan ijle draden in hun web hangen. De opvallende, witte tekening op de rug verraadt hun identiteit: de kruisspin! Ieder jaar opnieuw luidt deze opvallende verschijning het begin van de herfst in. En ieder jaar opnieuw vragen wetenschappers en burgers zich af: hoeveel zullen er dit jaar zijn? Wetenschappers van UGent organiseerden in 2021, in samenwerking met het “Mijn Tuinlab”-platform, een eerste kruisspintelling.

Het is al langer duidelijk dat het voor veel soortengroepen niet goed gaat, zo staat de alarmerende achteruitgang van insecten gekend als “Insect Armagedon”. Maar hoe het gaat met andere groepen, zoals spinnen, is veel minder gekend. Voor web-bouwende spinnen, predatoren van vooral vliegende insecten, is het waarschijnlijk dat ook hun aantallen achteruitgaan. Een onderzoek van verschillende kruisspinpopulaties in Zwitserland toonde inderdaad een alarmerende daling aan(tot wel 99% minder spinnen) van recente aantallen in vergelijking met historische tellingen (Nyfeller & Bonte, 2020). Anecdotische waarnemingen van sterk lagere aantallen en het buikgevoel van arachnologen wijzen ook op een negatieve trend in Vlaanderen, vooral voor de meest recente jaren. Mogelijk spelen de warme en droge periodes van de afgelopen jaren hierin een rol, maar harde data hiervoor ontbreken! Om die reden werd in 2021 door wetenschappers van UGent, in samenwerking met het “Mijn Tuinlab”-platform, de eerste kruisspintelling georganiseerd.

Deze telling zoekt een antwoord op volgende vragen:

-          Hoeveel kruisspinnen kan je terugvinden in een tuin? Verschilt dit binnen tuintypes?

-          Hoe sterk varieert dit aantal van jaar tot jaar?

-          Zijn kruisspinnen dag- of nachtactief?

Van 15 september tot 15 oktober 2021 werden er maar liefst 15.385 kruisspinnen gespot in 553 tuinen gedurende 1006 observatie-rondes. Gemiddeld werden er 15,2 spinnen geteld in een tuin, maar dit gemiddelde kan wat gebiased zijn doordat er enkele tuinen zijn die grote aantallen rapporteren (in één tuin werden er zelfs meer dan 600 gevonden!). In de meeste tuinen worden er minder dan 5 spinnen teruggevonden (figuur 1).

 

Afbeelding
Kruisspinnen (UGent)

Figuur 1. Aantallen gespotte kruisspinnen per tuin.

 

Afbeelding
Kruisspinnen (UGent)

Figuur 2. Aantallen (links) en densiteiten (rechts) van kruisspinnen in verschillende tuintypes.

Het aantal kruisspinnen dat gevonden wordt in verschillende tuintypes is verschillend (figuur 2), zo worden in landelijke tuinen meer spinnen geobserveerd dan in dak-, stads- en verkavelingstuinen. Wanneer echter de grootte van de tuin in rekening wordt gebracht door de spindensiteit te berekenen (aantal spinnen per m2), zien we een omgekeerd patroon ontstaan! Landelijke tuinen hebben de laagste densiteit aan spinnen, gevolgd door verkavelingstuinen, terwijl dak- en stadstuinen hogere densiteiten laten optekenen. Het lijkt er dus op dat je in tuinen buiten de stad meer spinnen kan vinden, maar dat dit grotendeels veroorzaakt wordt doordat de landelijke tuinen groter zijn dan stadstuinen. Een tuin in de stad daarentegen herbergt per vierkante meter meer spinnen dan een landelijke tuin en toont het belang aan van stadstuinen voor de verspreiding van kruisspinnen in de stad! Dit resultaat kan mogelijk deels verklaard worden doordat een grotere tuin moeilijker te doorzoeken valt en je zo spinnen toch wat meer over het hoofd ziet. Voorgaand onderzoek toonde echter geen effect aan van urbanisatie op de densiteit van kruisspinnen, waarbij densiteiten gelijk waren tussen tussen rurale en urbane locaties (Dahirel et al. 2018). Dit ligt in de lijn van onze resultaten, met zelfs eerder hogere densiteiten in stadstuinen.

 

Afbeelding
Kruisspinnen (UGent)

Figuur 3. Aantallen kruisspinnen gevonden over alle tuintypes (links) en aantallen kruisspinnen gevonden binnen dezelfde tuin, overdag en ’s nachts (n = 61), binnen een tijdsspanne van 24 uur.

Recent hebben onderzoekers van UGent ontdekt dat kruisspinnen vaker dan verwacht ook ’s nachts actief het midden van hun web opzoeken (= actieve spinnen). De resultaten van de kruisspintelling 2021 bevestigen ook deze resultaten (figuur 3). Over alle tuintypes heen worden er meer actieve spinnen ’s nachts teruggevonden dan overdag. Dit wordt nog eens bevestigd voor een subset van 61 tuinen waarbij zowel overdag als ’s nachts geobserveerd werd. Ook hier is voor de meeste tuinen een duidelijke stijging op te merken van nachtelijk actieve spinnen! De reden hiervoor is momenteel nog onbekend en kan te maken hebben met het preferen van koelere temperaturen ’s nachts, het ontbreken van predatie of de aantrekking van prooien tot artificieel licht.

Kruisspintelling 2022

Deze eerste resultaten zijn enorm veelbelovend en tonen nog maar eens de waarde aan van burgerwetenschap! Helemaal interessant wordt het als we deze patronen jaar tot jaar kunnen bestuderen en zo langetermijn-informatie kunnen verzamelen. Daarom dat ook dit jaar de kruisspintelling doorgaat, je kan deelnemen van 19 september tot 19 oktober 2022! Was de droogte van deze zomer nefast voor de kruisspin of kwam de regen net op tijd? Help wetenschappers dit te onderzoeken en tel kruisspinnen in je tuin!

Tekst: Bram Vanthournout (Ugent)

 

Afbeelding
infographic spinnen

Referenties

-          Nyffeler, Martin, and Dries Bonte. 2020. "Where Have All the Spiders Gone? Observations of a Dramatic Population Density Decline in the Once Very Abundant Garden Spider, Araneus diadematus (Araneae: Araneidae), in the Swiss Midland" Insects 11, no. 4: 248. https://doi.org/10.3390/insects11040248

-          Dahirel, M., De Cock, M., Vantieghem, P., & Bonte, D. (2018). Data from: Urbanization-driven changes in web-building and body size in an orb-web spider. Dryad Digital Repository, https://doi.org/10.5061/dryad.j886dg0