Kleine rietganzen in de polders van Niel en Schelle

Momenteel worden de Lage Landen overspoeld door honderdduizenden ganzen, afkomstig uit het hoge noorden van Europa en Siberië. In Zeeland overwinteren de grootste aantallen en sinds begin jaren ’90 organiseren we dan ook regelmatig ganzentochten in de landschappen van Tholen, Schouwen-Duiveland en Goeree-Overflakkee. Om iconische soorten zoals dwergganzen te bekijken trekken we regelmatig naar het Oudeland van Strijen, ten zuiden van Rotterdam.

In Vlaanderen is de meest iconische soort ongetwijfeld de kleine rietgans. Een soort die vooral in de polders rond Damme en de Uitkerkse polders bij Blankenberge overwintert. Sinds de aanleg van het overstromingsgebied de polders van Kruibeke overwinteren steeds meer ganzen ook in onze streken. Een bezoek aan de polders van Kruibeke levert gegarandeerd 5 ganzensoorten op. Sowieso soorten zoals: Grauwe gans, Canadese gans en Nijlgans. Maar nu ook soorten zoals brandgans en kolgans. Soorten die soms ook in de polders van Niel en Schelle vertoeven. De voorbije weken konden er tussen groepen grauwe ganzen ook enkele kleine rietganzen bekeken worden. Opvallend bij de kleine rietgans zijn de roze kleur van de poten, de donkere kop en vooral de snavel, die deels zwart en deels oranje gekleurd is. Alle kleine rietganzen, die in West-Europa overwinteren zijn afkomstig van de Spitsbergenpopulatie. 
Tekst: Erik De Keersmaecker - foto: David Van den Broeck