PAS: Stikstof doet natuur naar adem happen
Het is een oude wijsheid waar veel waarheid in schuilt: zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Jarenlang heeft de Vlaamse overheid de Europese afspraken over stikstofvervuiling genegeerd en zijn er volop vergunningen en investeringssubsidies uitgedeeld aan veetelers - met een barslechte luchtkwaliteit en schade aan natuur en gezondheid tot gevolg. Nu de regering het probleem aan de bron wil aanpakken, komen de veetelers op straat. Maar waarom protesteren ze nu plots tegen een akkoord dat ze zelf hebben goedgekeurd? En verbergt al dit technisch jargon over uitstoot, IHD's en SBZ's niet de ware discussie: wat is de toekomst van industriële landbouw in Vlaanderen?
“Vlaamse Ardennen zonder boeren = glazen straatje zonder hoeren.” Het was maar één van de slogans die te zien waren tijdens de acties van de veetelers tijdens de eerste voorjaarsklassieker in het wielrennen. In de krant, op de radio, op tv - boze veetelers deden er alles aan om media-aandacht te krijgen. Aanleiding was een brief van de Vlaamse overheid om landbouwbedrijven in te lichten over hun milieuvergunning. Bedrijven die de omgeving te veel vervuilen met stikstof, zouden in de toekomst bijkomende maatregelen moeten treffen om hun uitstoot te verminderen. Voor een klein aantal bedrijven zou een hervergunning zelfs geweigerd kunnen worden.
De brief is er gekomen op vraag van de Boerenbond, die het akkoord over die maatregelen zelf mee onderhandelde en goedkeurde, maar nu gretig de consternatie van haar achterban uitspeelt in de media.
Stikstofvervuiling vanuit de lucht is een groot probleem in Vlaanderen. Volgens het Vlaams milieurapport MIRA-T pompen het verkeer, de industrie en de landbouw jaarlijks 165.000 ton ammoniak en stikstofoxiden de lucht in. Die gigantische hoeveelheid komt nadien op de bodem en in het water terecht. Dat zijn meer dan zes miljoen zakken kunstmest van 25 kg die elk jaar in het rond worden gestrooid.
Als de stikstof nog in de lucht hangt, vormt het een gevaar voor de volksgezondheid. Ammoniak en NOx-en dragen bij tot de vervuiling met fijn stof. Die vorm van luchtvervuiling ontneemt elke Belg gemiddeld één gezond levensjaar. Het is er ook mee de oorzaak van dat het aantal hart- en vaatziekten toeneemt en dat kinderen een groter risico lopen op astma en luchtwegeninfecties. Door de uitstoot van stikstof te beperken, worden minder mensen ziek.
Na het verblijf in de atmosfeer slaat al die stikstof onvermijdelijk neer op de bodem en in het water. Daar zorgt ze voor verzuring, beter gekend als zure regen, en vermesting. Vooral bossen, maar ook heidegebieden en graslanden hebben daaronder te lijden. De grote hoeveelheid stikstof die uit de lucht komt vallen, tast de gezondheid van onze natuurgebieden aan en doet de kosten voor het natuurbeheer gevoelig stijgen.
Die natuur heeft ook een belangrijke economische functie, zo stelde het Europees Milieuagentschap (EMA) recent in haar vijfjaarlijks rapport. Natuur en biodiversiteit zijn hard nodig voor de economie, en zeker voor de landbouw. Meer dan 80 % van de gewassen wordt bestoven door bijen en andere bestuivers, een gratis dienst die de EU jaarlijks 14 miljard euro oplevert. In totaal schat het EMA de economische waarde van dat natuurlijke kapitaal op zo'n 200 à 300 miljard euro per jaar. Niet alleen bijen die bestuiven maar ook de natuur die water zuivert en vervuiling 'verwerkt', en grondstoffen levert, hoort daarbij. De enorme vervuiling van ons leefmilieu brengt die diensten in gevaar.
Om die noodzakelijke en kwetsbare natuur te beschermen, hebben de Europese lidstaten het Natura 2000-netwerk opgericht. Dat is een Europees netwerk van hoogkwalitatieve natuurgebieden. Om het te realiseren in Vlaanderen is er de afgelopen jaren intensief onderhandeld over de zogenaamde Instandhoudingsdoelstellingen (IHD’s). Die moeten ervoor zorgen dat we de habitats en de soorten in het Natura 2000-netwerk wel degelijk gaan beschermen.
De aanpak van de stikstofvervuiling maakt integraal deel van uit het IHD-proces. Zo niet, dan zouden de afgesproken doelen nooit gehaald kunnen worden. De uitstoot door het verkeer, de industrie en de landbouw zorgt ervoor dat in echt alle habitatrichtlijngebieden de norm wordt overschreden. Het stikstofprobleem is momenteel zo groot dat er een volledige stop op vergunningen dreigde voor landbouw en industrie.
Om dat te vermijden heeft de Vlaamse Regering vorig jaar beslist om een Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) op te maken. Tegen 2019 zal de overheid in kaart brengen hoeveel stikstof onze economie nog mag uitstoten zonder onze natuur schade toe te brengen. In de tussentijd moet voorkomen worden dat de situatie nog verder verergert. Tijdens een overgangsfase wil men ervoor zorgen dat de stikstofdeposities niet meer toenemen. De brief naar de landbouwers paste in die voorlopige aanpak. Ondertussen werkt men aan een plan om de stikstofdeposities te doen dalen én het herstel van de kwetsbare natuur op te starten.
De echte discussie is: waar naartoe met de landbouw?
De technische discussie over de PAS verbergt het echte debat over de toekomst van de landbouw. Net zoals elke andere economische sector mag van de landbouw verwacht worden dat ze haar economische activiteit in overeenstemming kan brengen met de randvoorwaarden, bv milieuvoorwaarden, die maatschappelijk gesteld worden. En de nodige investeringen daarvoor ook kan dragen.
De vraag die zich stelt is of alle landbouwsectoren zoals we die nu kennen en zoals die zich vandaag ontwikkelen, daartoe in staat zijn. Rekening houdend ook met de sociale en economische realiteit die in sommige sectoren dramatisch is. Tussen 2003 en 2013, dus op 10 jaar tijd, verdwenen in Vlaanderen 11.693 landbouwbedrijven. Dat zijn er dus gemiddeld 1169 per jaar. Het gaat om edrijven zonder opvolger, of niet meer in staat de zware investeringen te dragen, of bedolven onder een schuldenberg,... .
Het kan nochtans ook anders. Landbouwers willen best meewerken aan natuurbeheer of landschapsonderhoud op het platteland als ze daarvoor vergoed worden of de beheerresten mogen gebruiken. Dat is in Vlaanderen al gangbare praktijk. Zo werkt Natuurpunt samen met meer dan 800 landbouwers. Zij zorgen mee voor de planten en dieren in onze natuurgebieden. Ze laten er koeien grazen of maaien graslanden. Door hun activiteiten te verbreden leveren ze een belangrijke bijdrage aan de gezondheid van mens en milieu.
Natuurpunt gelooft dat dit soort bedrijven de toekomst heeft en zal blijven investeren in deze samenwerking. Als de overheid hetzelfde zou doen, en ondertussen zorgt dat de vervuiling structureel naar beneden gaat, wachten natuur én landbouw mooie tijden.
> Lees meer in het beleidsdossier over PAS
Lees meer nieuws over
Krijg de natuur in je mailbox
Natuurberichten, heet van de naald. 3x per week