Afbeelding
Oranje wortelboorder
Paul Wouters/Marianne Horemans

Stadsnachtvlinders zijn 'extra-large'

26 sep 2018
Categorieën
Natuurbericht
Insecten en ongewervelden
Natuur in de stad

Onderzoek in Brussel en Vlaams-Brabant heeft uitgewezen dat vooral de grotere nachtvlindersoorten weten te overleven in de stad. Zelfs binnen één soort zijn ‘stadsexemplaren’ gemiddeld groter dan soortgenoten uit niet-verstedelijkte leefgebieden.

In het kader van het SPEEDY-project brachten onderzoekers van de UCL op 27 locaties de nachtvlindergemeenschappen in kaart. Daarvoor werden zowel lichtvallen als geurvallen met een lokmiddel van rode wijn en suiker ingezet. Op die manier werden op twee zomers en een lente tijd bijna 4800 exemplaren van 213 verschillende macro-nachtvlindersoorten gevangen. Omdat de onderzochte locaties verschillen in verstedelijkingsgraad kon met deze massa data ook gekeken worden naar effecten van verstedelijking op nachtvlindergemeenschappen.

Die waren deels al bekend uit buitenlandse studies: in de stad zijn nachtvlindergemeenschappen minder divers en soortenrijk dan in natuurlijke leefgebieden buiten de stad. Ook is geweten dat grotere nachtvlindersoorten (met langere vleugels) gemiddeld mobieler zijn dan kleinere soorten. Kleine en versnipperde leefgebieden in een stedelijke omgeving zijn voor kleinere soorten daarom moeilijker te koloniseren. Het SPEEDY-onderzoek toonde aan dat nachtvlindergemeenschappen in de stad om die reden vooral bestaan uit individuen van soorten die een 20 tot 30% grotere spanwijdte hebben, in vergelijking met nachtvlindergemeenschappen uit niet-bebouwde leefgebieden.

De stad werkt dus als een filter: voor veel kleinere soorten zijn stedelijke barrières moeilijk te overbruggen. Nieuw is ook dat zelfs binnen soorten verschillen werden vastgesteld. Het lichaamsgewicht van stadsexemplaren ligt gemiddeld 4%hoger, zo bleek uit een selectie van 35 soorten met voldoende data. Individuen van dezelfde soort die in de stad leven, blijken zwaarder te zijn dan soortgenoten buiten de stad: Glad beertje, bijvoorbeeld, nam in lichaamsgewicht toe van gemiddeld 11 mg in niet-stedelijk gebied tot gemiddeld 20 mg in stedelijk gebied.

Afbeelding
Glad beertje

Glad beertje (Eilema griseola), in de stad beduidend zwaarder dan buiten de stad (foto: Wim Veraghtert).

Door het gebruik van statistische modellen werd ook nagegaan op welke ruimtelijke schaal dergelijke effecten zich voordoen. Daaruit blijkt dat de effecten van verstedelijking op nachtvlindergemeenschappen zich op landschapsniveau (een cirkel met 800m radius) voordoen, maar tussen soorten onderling is er heel wat variatie in de ruimtelijke schaal waarop verstedelijking inwerkt. Voor sommige soorten zoals de weinig mobiele Oranje wortelboorder is dat zelfs op een heel lokale schaal (50m radius). Om ook die soorten meer kansen te geven in de stad, zullen inspanningen tot op straatniveau moeten gebeuren (bv. verbinden van tuinen, aanleg van straatgroen en andere groene aders).  

Nachtvlinders vervullen verscheidene ecologische functies: het zijn nachtelijke bestuivers en ze vormen een voedselbron voor o.a. vleermuizen en vogels. Bovendien zijn het gastheren voor tal van parasieten, zoals sluipwespen en –vliegen. Op welke manier de stedelijke filter, met de bijhorende grotere nachtvlinders, een impact heeft op die ecologische processen en relaties is nog niet duidelijk.

 

Tekst: Thomas Merckx (UCL) & Wim Veraghtert, Natuurpunt Studie

De onderzoekers rapporteerden recent hun bevindingen in het gerenommeerde tijdschrift Global Change Biology. Meer over het SPEEDY-project lees je in het themanummer van Natuur.focusAbonneer je nu, dan krijg je 
- het themanummer 'Verstedelijking en fauna & flora'
- het themanummer rond '10 jaar waarnemingen.be'
en ben je meteen geabonneerd op jaargang 2019.