Afbeelding
Grauwe klauwier
Piet Munsterman/Saxifraga

Volgehouden natuurbeheer zorgt voor vestiging van grauwe klauwier in de Getevallei

10 jul 2020
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
Biotopen en habitats
Kevers
LIFE BNIP
Natura 2000
Natuurbeheer
Vogels

Meer dan 20 jaar volgehouden natuurbescherming resulteert in een eerste broedgeval van de koestersoort grauwe klauwier in de Getevallei in Linter. Deze rovende zangvogel kwam tot 1990 sporadisch voor in Vlaams-Brabant. Tien jaar later werd hij als uitgestorven beschouwd in Vlaanderen. De terugkeer van de grauwe klauwier is de kers op de taart voor het lokale beheerteam van Natuurpunt dat zich dag in dag uit kosteloos inzet voor meer en betere natuur in deze robuuste riviervallei.

Natuurbescherming is volharden!
Al sinds 2012 richt het beheerteam Grote Getevallei haar pijlen op de terugkeer van grauwe klauwier. Ze startten een gefaseerd maaibeheer waarbij eind april kleine plekken met de zeis gemaaid worden en zorgden voor voldoende structuur door het regelmatige snoeien van haag- en houtkanten en hakhoutbeheer van kleine bosschages. Beheermaatregelen die het kleinschalig cultuurlandschap van weleer kenmerkten. Vanaf 2014 kwam het natuurbeheer in een stroomversnelling dankzij het afsluiten van een beheerovereenkomst tussen de provincie Vlaams-Brabant en Natuurpunt. De kennis die door Natuurpunt Studie over de soort werd verzameld en vertaald in gerichte beheeradviezen in het kader van een duurzaam biodiversiteitsproject gefinancieerd door Provincie Vlaams-Brabant, werd op terrein omgezet in enkele concrete acties. Zo zorgde extensieve begrazing en gefaseerd maaibeheer ervoor dat  de verwaarloosde komgronden opnieuw geschikt werden voor de grauwe klauwier. Tegelijkertijd werden monotone aanplanten van cultuurpopulieren omgevormd naar natuurlijke bossen met brede, structuurrijke bosranden en worden op de grondwatergevoede flanken van de Grote Gete soortenrijke graslanden gereactiveerd.

Dankzij dit doelgericht natuurherstel sijpelen valleigebonden soorten mondjesmaat terug binnen in de Grote Getevallei. Geelgors zingt weer in het bocagelandschap op de drogere valleiflanken, roodborsttapuit zoekt de halfopen, ruigere komgronden op, gouden sprinkhaan koloniseerde zowat elk grasland en ruigte, kamsalamander verbreidt zich over de nieuwe poelen en zowel de in Vlaanderen zeldzame gouden loopkever als graslandschallebijter (beide staan op de Vlaamse Rode Lijst als 'bedreigd') gaat het voor de wind. De provinciale koesterburen hebben het dus naar hun zin! Als kers op de taart bracht 2020 een geslaagd broedgeval grauwe klauwier.

Afbeelding
Gouden loopkever

De gouden loopkever (Carabus auratus), een in de Getevallei plaatselijk vrij algemene loopkever van groot formaat en ideale prooi voor grauwe klauwier. (foto: Pieter-Jan Alles)

Spannende natuurbeleving!
Op 22 mei 2020 ontdekte Kevin Lambeets een adulte man grauwe klauwier druk jagend in het natuurgebied Grote Getevallei, en observeerde een waarschijnlijke voedseloverdracht naar een goed verborgen vrouwtje in een meidoornstruik. De dag nadien ontdekte Wim Fourie het eerder vermoede vrouwtje, en meldde ‘paar in broedbiotoop’ via het natuurdataportaal waarnemingen.be. Het beheerteam werd gealarmeerd, en iedereen zou komende weken een oogje in het zeil houden. Dit zou wel eens het eerste gevestigde én gedocumenteerde broedgeval voor de Getevallei kunnen worden, iets waar alle vrijwilligers al vele jaren reikhalzend naar uitkeken! Tegelijkertijd werd de betrokken landbouwer gevraagd de begrazing van deze ruigere blok nog even uit te stellen, kwestie van het kersverse koppel niet te storen. Even later, op 06 juni 2020, verscheen zelfs een tweede volwassen mannetje ten tonele. Maar die kon de pret niet bederven, want op 05 juli 2020 werden de eerste jonge klauwieren gezien, al bedelend net buiten het nest.


Afbeelding
Doysbroek

Gevarieerd kleinschalig cultuurlandschap (bocage) op de flank van de Grote Getevallei thv. het Doysbroek. (foto: Pieter-Jan Alles)

Samenwerking troef
De werking rond het natuurgebied Grote Getevallei is een toonbeeld van samenwerking. Vrijwillige medewerkers van Natuurpunt maaien kleinschalig binnen de potentiële broedlocaties met de zeis en onderhouden haag- en houtkanten via snoeien en hakhoutbeheer. De consulenten van Natuurpunt stellen een strakke beheerplanning op, terwijl de professionele beheerploeg in april grotere ‘klauwierenstroken en -vlakken’ nabij doornstruwelen hooit. Bijkomend maakt het beheerteam structurele afspraken met lokale landbouwers om de graslanden die ze gebruiken gefaseerd te maaien. Daarbij blijven zgn. faunastroken dan weer ongemaaid tot de tweede maaibeurt in het najaar. Ook het begrazingsbeheer wordt navenant afgestemd op maat van de doelsoorten. Meer nog straalt deze pro-actieve (een gebied klaarmaken voor een soort vooraleer ze zich effectief vestigt) en adaptieve aanpak (bijsturing van het beheer op maat van een recent gevestigde soort) zich af naar natuurgebieden in de regio, waardoor ook elders aantrekkelijk leefgebied ontstaat. Een gelijkend motiverend verhaal bewerkstelligde men in de Getevallei al eerder met de combi studie – beheer rond Kamsalamander. Actieve vrijwilligers zijn samen met hun consulenten natuur en beheeruitvoering de drijvende motor, wat meteen ook het succes verklaart.

Over de Grote Getevallei
Het natuurgebied Grote Getevallei situeert zich thv. Linter en Zoutleeuw. Hier is de riviervallei nog vrij gaaf, met een afwisseling van soortenrijke graslanden, (riet-)ruigtes en broekbossen. Het relatief jonge natuurgebied beslaat ca. 250ha en kent een gedeelde eigendom tussen provincie Vlaams-Brabant en Natuurpunt. Het natuurbeheer wordt vandaag uitgestippeld door Natuurpunt, terwijl Regionaal Landschap Zuid-Hageland en de gemeentes adviseren qua publieke toegankelijkheid.

Ook qua natuurbeleving werpt de Grote Getevallei hoge ogen, met unieke verzichten te aanschouwen via het wandelnetwerk Getevallei en een rustpunt met paalkampeerzone thv. ‘de Getedraak’.

Over de grauwe klauwier
De grauwe klauwier is een zeldzame broedvogel van halfopen tot open landschappen met een mozaïek van soortenrijke graslanden, ruigte, doornstruwelen en bramenkoepels. Als ‘struikrover’ zijn ze voor hun voedsel afhankelijk van een rijk en gevarieerd aanbod aan ongewervelden, waaronder hommels, grote kevers, sprinkhanen en libellen. Sporadisch vangen ze ook kleiner zoogdieren of zangvogels. Het is een uitgesproken trekvogel die België binnendruppelt vanaf midden april, terwijl de eerste broeders midden juli hun tocht richting Oost- en Zuid-Afrika weer aanvangen.

Het is komende weken spannend afwachten of de jonge klauwieren overleven. Maar gezien het gevarieerde pallet op landschapsschaal, lijkt het hen aan prooien niet te ontbreken. Natuurpunt wenst hen alvast veel succes, en houdt de gefaseerde maaiplanning aan … en we verwelkomen de grauwe klauwier in 2021 graag opnieuw.

Tekst: Kevin Lambeets (Natuurpunt Beheer)