Waarom zie je vlinders in de winter en wat kan je voor hen doen?

 

Dagvlinders zoals de dagpauwoog, kleine vos of gehakkelde aurelia brengen de winter door in een winterslaap. Zo sparen ze energie om de winter door te komen. Bij de eerste lentezon worden ze weer actief, en gaan ze op zoek naar nectar en partners. Ontdek hier wat hoe jij hen kan helpen de laatste winterkou te trotseren.

Dagvlinders zijn koudbloedige dieren, die niet zelf hun temperatuur op peil kunnen houden. Ze moeten die warmte van buitenaf krijgen, en zijn daarom alleen maar actief wanneer de zon schijnt. Door de zonnewarmte op te vangen en naar hun lijfje te vervoeren wordt dat binnen de kortste keren warm genoeg en kunnen ze vliegen. 

 

De eerste vlinder die we elk jaar tegenkomen is de atalanta. Door de klimaatverandering is hij veranderd van een trekvlinder naar een overwinteraar. Hij gaat niet in winterslaap en is er dus al heel snel bij als het zonnig en niet te koud is. Ook de vier winterslaapvlinders (dagpauwoog, kleine vos, gehakkelde aurelia en citroenvlinder) kunnen tevoorschijn komen als de winterzon schijnt. 

 

De vroege vijf gaan dan op zoek naar voedsel. In de natuur bloeit er nog bijna niets, maar in sommige tuinen kunnen ze al wat nectar vinden. 

 

Het zal nog even duren voor we de andere vlindersoorten te zien krijgen want die zijn als ei, rups of pop de winter in gegaan. Die hebben nog even wat meer tijd nodig.

De vlinders die op de eerste warme winterdagen ontwaken, zijn op zoek naar nectar. Met deze tips kan je hen helpen de winterkou te trotseren.

 

- Een vlindervoedertafel met rottend fruit is in de winter geen goed idee. In de zomer en het najaar werkt het wel.

 

- Wat wel het verschil maakt, is om ook vroeg in het jaar nectar aan te bieden in je tuin. Belangrijke elementen daarbij zijn zowel aangeplante bloemen als natuurlijke nectarbronnen die vaak in de onkruidsfeer zitten:

• Aanplant van bolgewassen en klassieke voorjaarsbloeiers, zoals: krokussen, primula's, ossentong, maagdenpalm, viooltjes en zelfs winterheide. 
• Spontane voorjaarsbloeiers, zoals: klein hoefblad, speenkruid, paarse dovenetel en de eerste paardenbloemen.
• Bomen: bloeiende boswilgen vanaf eind maart zijn echte nectarkroegen  

Ook hommels en zweefvliegen kunnen in jouw tuin al een hun eerste energieboost krijgen.

Soms zie je in het midden van de winter ook wel eens een vlinder, of kom je er in huis eentje tegen. Wat moet je daar dan mee?

 

Vlinders die je in huis tegenkomt, kunnen op een zonnige dag zijn binnengevlogen. Maar meestal bracht je hen binnen met brandhout waartussen ze overwinterden, of nadat je de koele ruimte, waarin de vlinder aan het overwinteren ging, verwarmde. 

 

Zet de vlinders niet buiten bij vriesweer zonder zon. In de winter vinden ze geen bloemen, en bij koud weer hebben ze geen energie om een schuilplaats te zoeken. Beter is om ze voorzichtig te vangen (bijvoorbeeld met een vlindernet of met een glas en een papiertje) en ze op een beschutte en onverwarmde plaats te zetten waar ze zelf ook uit kunnen weggeraken, zoals een houthok of schuurtje. Daar kunnen ze opnieuw in winterrust gaan. Met wat geluk overleven ze de winter, en fladderen ze dit voorjaar opnieuw rond in je tuin.