Afbeelding
Hugo Willockx

Watervervuiling in De Kevie kan zeldzame Waterspitsmuis de kop kosten

11 mrt 2015
Categorieën
Natuurbericht
Natura 2000
Water
Zoogdieren


Afgelopen week werd een geelgroene, stinkende smurrie geloosd in een beek die dwars door het Tongerse natuurgebied De Kevie stroomt. Het goedje is intussen opgeruimd, maar mogelijk zal er toch een grote impact zijn op het gebied, dat een van de laatste bolwerken is voor de ernstig bedreigde Waterspitsmuis.

Het gaat niet goed met de Waterspitsmuis. Op de IUCN-rode lijst van bedreigde zoogdieren in Vlaanderen valt de soort onder de categorie “met uitsterven bedreigd”. De voorbije 10 jaar ging de toestand nog sterk achteruit. Dat heeft onder meer te maken met de hoge eisen die de muis stelt aan haar leefomgeving: ze moet het hebben van kleine stromende beken met zeer proper water en een rijke oevervegetatie. Omwille van die reden wordt ze ook wel de ‘otter onder de spitsmuizen’ genoemd. Waterspitsmuizen zijn afhankelijk van rijke waterbiotopen met Kokerjufferlarven, Steenvliegenlarven, Waterpissebedden en Vlokreeftjes.

De Waterspitsmuis is een knap dier: ze heeft een donkere tot zwarte bovenzijde en een witte buik. Achter de oren is vaak een witte vlek te vinden. Regelmatig worden volledig zwarte, melanistische exemplaren aangetroffen. Het meest opvallende kenmerk is een rij stijve borstelharen, die zich aan de onderzijde van de staart bevindt. Die staart gebruikt de Waterspitsmuis als roer om zich gemakkelijk in het water te kunnen verplaatsen.

De Kevie, een nat gebied langs de Jeker, gold tot nu als een van de laatste toevluchtsoorden voor de zeldzame soort. Afgelopen zomer werden verschillende waarnemingen gedaan. Vlak voor de vervuiling, op 3 maart, werd nog een Waterspitsmuis aangetroffen in het gebied.

In 2012 werd beslist om de Jeker opnieuw te laten kronkelen. De waterloop werd - na rechtgetrokken te zijn in de jaren 60 - opnieuw in haar oude bedding gelegd. Op die manier kon natuurgebied De Kevie meer water bufferen, en ontstonden nieuwe kansen voor dieren en planten die gebonden waren aan natte biotopen, zoals deze Waterspitsmuis. Maar nu dreigt de instroom van dat water een vloek te worden. Het goedje, dat nog onderzocht wordt, is onherroepelijk in de bodem getrokken en zal een impact hebben op de natuur. Het is op dit moment nog onzeker of de kwetsbare Waterspitsmuis deze klap zal overleven.

Behalve voor de Waterspitsmuis is de vervuiling ook een drama voor de natuurherstelwerken die in het gebied geleverd zijn de voorbije jaren. In 2012 nog werd met Europese steun een nat hooiland en laagveen hersteld. Doel was om kleine zeggen, moeras-wespenorchissen en beschermde vogelsoorten als de Blauwborst en de Bruine kiekendief nieuwe kansen te geven. Te vrezen is dat deze ene lozing het labeur van tientallen jaren natuurherstelwerk ongedaan kan maken.

Tekst: Hendrik Moeremans, Natuurpunt