Natuurpunt Averbode Bos & Heide
Natuurpunt Averbode Bos en Heide is actief in en rond het natuurgebied Averbode Bos & Heide.
Algemene info
‘Waar de Kempen kriebelen aan de Hagelandse heuvels.’
‘Averbode bos & heide’ situeert zich rond het drieprovinciënpunt van Limburg, Antwerpen en Vlaams-Brabant, in de respectievelijke gemeenten Tessenderlo, Laakdal en Scherpenheuvel-Zichem.
Natuurpunt beheert er momenteel 593 ha natuurgebied. De totale aaneengesloten oppervlakte natuur is nog veel groter en heeft meerdere beheerders. Daardoor ligt Averbode Bos & Heide in de kern van een natuurcomplex van meer dan 1000 ha, met een aantal uitlopers die reiken tot de Demerbroeken en de vallei van de drie beken. Overzichtskaart de Merode
Wie zijn we
Natuurpunt is een vereniging die zich inzet voor natuurbehoud in Vlaanderen. De werkgroep Averbode Bos & Heide groepeert de werking van 3 natuurpunt-afdelingen in het gebied: Natuurpunt Grote Nete, Natuurpunt Tessenderlo, Natuurpunt Scherpenheuvel-Zichem. Een heel aantal mensen zetten zich in hun vrije uren actief in voor het beheer van het gebied. Ook de wandelpaden en de bebording worden nagekeken en hersteld door vrijwilligers. De werkgroep krijgt de hulp van de professionele terreinploeg van Natuurpunt die het grotere beheerwerk uitvoeren.
Het beheer richt zich zo goed mogelijk op de bescherming en de versterking van alle natuurwaarden aanwezig in het gebied. Daarvoor stelden we een beheerplan op met doelen op lange termijn (27 jaar). De uitvoering van het beheerplan wordt opgevolgd door het Agentschap voor Natuur en Bos (Vlaamse overheid). Om de vijf jaar evalueren we het beheer en passen het plan aan indien nodig.
Bezoeken
Iedereen is welkom in Averbode Bos & Heide op de paden aangeduid voor hun type recreatie (wandelaars/joggers, MTB, paarden, fietsen). Groepswandelingen (meer dan 30 personen) dienen aangevraagd te worden bij averbodebosenheide@natuurpunt.be. Honden steeds aan de leiband uiteraard.
Wandelingen Averbode Bos & Heide
Averbode Bos & Heide de klok rond
Het natuurgebied ligt als een boon rondom de Norbertijnenabdij. De abdijtoren helpt je steeds de weg terugvinden en op de parking aan de Uitgeverij Averbode is het meestal makkelijk parkeren.
Begin je westwaarts dan kom je als snel op de Weefberg, een ijzerzandsteenheuvel die in dezelfde lijn ligt dan zijn grotere broers in het Hageland. Dat er nog actief ijzerzandsteen gedolven werd, is te merken aan een kleine groeve op het einde van de berg, de lievelingsplek van de Phegeavlinder (384).
Zuidwaarts kijk je door de dennenbomen uit op Averbode en de Demerbroeken. Daal je noordwaarts af, dan moet je de Rietvijver vinden. In de vroege uren kan een grote zilverreiger hier in alle rust staan vissen.
De open zone loopt verder de hoek om naar twee andere vennen. De zoekers vinden er stekelbrem of liggende vleugeltjesbloem in het heischrale grasland. Je kan ook het bos in, een kleine heuvel op, tot op ‘Den Buts’ waar verschillende dreven op de heuvel samenkomen (101). Van daaruit loopt er een wandelpad via droger eikenbos en natter elzenbroek naar de Herselstebaan en Brasserie Den eik.
Je kan de cirkel verder maken via de bedding van de verdwenen tramlijn Zichem-Turnhout (84), dan passeer je de weilanden van de abdijboerderij. Of je kan noorwaards richting Veerle-Heide (81) op zoek naar de schaapskudde die in het zomerhalfjaar door het gebied dwaalt. De twee vennen in de open zone zijn lang drooggelegd geweest, maar de voetweg tussen de twee vennen is waarschijnlijk nog dezelfde dan die is aangeduid op middeleeuwse kaarten als Vischpoelse vondelweg. De sprinkhaan die je hoort is misschien een blauwvleugelsprinkhaan of een zeldzame moerassprinkhaan.
We zijn echter halfweg onze rondgang. Om alle stukken te zien moet je door het dennenbos richting Averboodse Baan (79). Aan de overkant gaat het dennenbos verder tot aan de Tessenderlose Baan. En er is een open verbinding gemaakt via de Boondriesvijver en de Vrouwekloostervijver naar de open heide met het Munnickxgoor, het grootste herstelde ven. In de hoek van het bos en de Turnhoutse Baan staat de Bierhoeve, een oude boswachterswoning uit de adellijke periode met een eigen ringgracht (70). Het tandpijnkapelletje is dan weer een ideale plek om in de schemering van een juni-avond naar de trillende zang van nachtzwaluwen te komen luisteren of de houtsnippen hun balstvluchten boven de bossen te zien voeren.
Via de zachte helling van de kloosterberg geraak je terug aan de abdij, door de oude beuken- en eikenbossen waar plekjes lelietje-van-dalen en dalkruid zijn te vinden. De langere weg is via de Luikerdreef. Dit is voor velen de omweg waard omdat die uitgeeft op de Lekdreef tegenover de abdij waar het in de zomer aanschuiven is voor de beruchte ijskarretjes