Kerkuilproject Klein-Brabant/Rupelstreek

Op stap voor de kerkuil

Sinds 1992, inmiddels reeds 28 jaar lang staat de kerkuil op nummer 1 in de zorgparade van Natuurpunt Rupelstreek. In de periode 1992-2020 werden ruim 100 nestkasten geplaatst, voornamelijk in kerktorens en kerkzolders, in schuren en woningen.

De vrijwilligers van Natuurpunt Rupelstreek zijn verantwoordelijk voor het kerkuilproject in Klein-Brabant, de Rupelstreek, de Zuid-Antwerpse regio en Willebroek. Op provinciaal en Vlaams niveau wordt het kerkuilproject gecoordineerd door de Vlaamse Kerkuilwerkgroep. 

De controles van ruim 100 nestkasten is een gigantische taak en we zijn dan ook bijzonder blij dat we de controles van de nestkasten in de Zuid-Antwerpse regio konden uitbesteden aan de vrijwilligers van Vogelwerkgroep Ardea, in gemeente Aartselaar met de hulp van vrijwilligers van Natuurpunt Aartselaar.  In Willebroek wordt die taak uitgevoerd door een vrijwilliger van Ringgroep Terlinden. 

Doorgaans wordt er midden mei gestart met de controles van de bewoonde nestkasten, tijdens die controles worden de jonge kerkuilen geringd met een wetenschappelijke ring. Elke ring heeft een unieke code, die geregistreerd wordt in de databank van de Ringdienst van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen.  Terugmeldingen van geringde kerkuilen leveren soms verrassende gegevens op.

Momenteel, bijna 2 maanden na de start van de controles in Klein-Brabant en de Rupelstreek staat de teller op 37 gecontroleerde nestkasten. In 19 nestkasten werd een geslaagd broedgeval vastgesteld, met in totaal 52 jongen kerkuilen. Met gemiddeld bijna 3 jongen in elke nestkast zal 2020 geregistreerd als een normaal jaar.  Op 6 andere plaatsen werd de aanwezigheid van de kerkuil vastgesteld.

Afbeelding
kerkuil_foto_steven_roels
Steven Roels

Waar zitten ze?

In Boom was er een broedgeval met 4 jongen, in Niel zaten er eveneens 4 jonge kerkuilen in een nestkast, in Reet waren er 2 broedgevallen met 4 en 3 jongen en in Schelle was er een broedgeval met 3 jongen.
In Sint-Amands was er een broedgeval met 3 jongen, in Weert zaten er 4 jongen in een nestkast en in Wintam was er een broedgeval met 2 jongen en een broedende kerkuil in een andere nestkast.
In Bornem waren er 3 broedgevallen, met 3, 4 en één jong, in Breendonk zaten er 2 jongen in een nestkast, in Eikevliet waren er 2 broedgevallen, één broedgeval met  3 jongen en een 2de broedgeval met een onbekend aantal jongen. In Liezele was er een broedgeval met één jong. In Oppuurs een broedgeval met 3 jongen en in Puurs tenslotte waren er broedgevallen met 4 en 5 jongen.

Op 6 andere plaatsen waren kerkuilen aanwezig, maar werd geen broedgeval vastgesteld, onder meer in Reet, Oppuurs, Rumst, Liezele, Hemiksem en Kalfort.

Terugmeldingen

Een jonge kerkuil geringd tijdens een controle in 2016 in een nestkast in Niel was dit jaar broedvogel in een nestkast in een boerderij in Doel, een afstand van 25 km van de broedplaats. Een andere kerkuil, geringd in 2016 in Buggenhout zit nu als broedvogel in een nestkast in Boom. 

Tekst  |  Erik De Keersmaecker – coördinator Kerkuilwerkgroep regio Klein-Brabant/Rupelstreek/Willebroek/Zuid-Antwerpen.