Afbeelding
Fred Debrock

Airco van natuurgebieden koelt tot twee kilometer ver

7 jul 2022
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
Klimaat
Wetlands



Dit artikel verscheen eerder in De Standaard op 2 juli 2022 en werd geschreven door journaliste Ine Renson.
https://www.standaard.be/cnt/dmf20220701_97259881

Waar bos, water, natte natuur en open graslanden samen voorkomen, is het airco-effect van de natuur het sterkst. Met de krachtige dataset van CurieuzeNeuzen in de Tuin kunnen we voor het eerst achterhalen hoe natuurgebieden precies hun omgeving koelen.

Stilte die alleen wordt verbroken door het gekwetter van vogels. Een canvas van groen, waar de Romboutstoren parmantig zijn schouders bovenuit steekt. Het ­Mechels Broek, een oud over­stromingsgebied van de Dijle op een boogscheut van de stad, bekoort op een warme zomerdag nog meer dan gewoonlijk. De 124 hectare aan natte graslanden en ­poelen werkt als een magneet voor watervogels en amfibieën. Maar ook voor de stadsbewoners is zo'n grote lap natuur een voorrecht.

Een plek als het Mechels Broek werkt als een koelkast waar we kunnen ontsnappen aan de zinderende temperaturen in de stad. Dat voelen we intuïtief aan. Maar hoe ver reikt dat effect? Werkt een bos of ­natuurgebied ook als airco voor de ­bewoonde omgeving errond?

Met het onderzoeksproject CurieuzeNeuzen in de Tuin krijgen we daar zicht op. De onderzoekers van de Universiteit ­Antwerpen vergeleken de temperatuurs­data van ruim duizend sensoren in ­Antwerpse ­tuinen met die uit honderd ­sensoren in Antwerpse natuurgebieden, en becijferden het effect van blauwe en groene landschaps­elementen, zoals bos, grasland, water en akkers.

Het koelkast-effect is duidelijk: op de warmste dag van vorig jaar (16 juni) lag de gemiddelde maximumtemperatuur in de natuurgebieden 4 graden lager dan in de tuinen. 's Nachts was het er gemiddeld 2,9 graden koeler. In natte natuur, zoals het Mechels Broek, werkt de koelkast sterker: de vegetatie laat water verdampen, wat warmte aan de omgeving onttrekt. Het ­gebied behoorde vorige zomer tot de koelste plekken in de provincie.

Honderden meters koele lucht

Maar we leven niet in natuurgebieden. Nog interessanter is daarom de vraag hoe ver die koeling reikt. Door de big data van ­CurieuzeNeuzen konden de onderzoekers daar cijfers op plakken - biologiestudente Amber Pirée dook in de dataset voor haar masterthesis. Uit haar onderzoek blijkt dat natuur tot twee kilometer ver tot verkoeling kan leiden.

'Dicht bij het natuurgebied is het effect het sterkst', vertelt Pirée, 'maar tot op zekere afstand blijft het duidelijk waarneembaar. Daarna gaat het verloren in de ruis van andere factoren, zoals het effect van schaduw of de warmte die een woongebied zelf afgeeft.' Het effect van het Mechels Broek op de omgeving kunnen we illustreren door ­enkele tuinen te vergelijken. Zo was een tuin op honderd meter van het ­gebied overdag 2,4 graden koeler dan een stadstuin die buiten de invloedssfeer van het natuur­gebied viel. 's Nachts was het verschil 2,1 graden. Diezelfde patronen zien we ­terug in andere Antwerpse natuur­gebieden.

Belang van moerassen

De dynamiek daarachter is complexer dan we denken. Overdag geven vooral bos en water verkoeling. De impact van bos en ­waterelementen zoals vennen, vijvers of ­rivieren is dan tot op één kilometer voelbaar. Uit de data blijkt dat ze hun onmiddellijke omgeving tot 4,7 graden kunnen afkoelen; het effect neemt af met een halve tot één graad per honderd meter. 's Nachts heeft vooral open natuur effect. Hier speelt het airco-effect van grote oppervlakten: hoe meer open ruimte in de omgeving, hoe koeler je tuin 's nachts zal zijn. Zo kan een ­gebied met de grootte van het Mechels Broek op één kilometer afstand tot 3 graden verkoelen, op twee kilometer is er een effect van 0,75 graden.

'Overdag doet de directe impact van ­invallend zonlicht het verkoelende effect deels teniet', zegt onderzoeker Stijn Van de Vondel (UAntwerpen). ''s Nachts valt die zonne-energie weg, waardoor de airco meer tot zijn recht komt.'

'Overdag zal ook de schaduw van gebouwen of een boom in je tuin verkoeling ­geven', voegt Amber ­Pirée toe. 'Maar 's nachts zijn we weerlozer tegen de hitte die in de stad blijft hangen. Dan zijn ­natuurgebieden een troef om woon­gebieden af te koelen.'

Door de verschillende werking van ­water, grasland, bos of akkerland is vooral het mozaïek van landschapselementen en de interactie ertussen essentieel. Met de statistische kracht van de CurieuzeNeuzen-dataset is dat voor de eerste keer zo overtuigend aangetoond. 'Het beste effect krijg je wanneer je ze combineert', zegt Lander Wantens, klimaatexpert bij Natuurpunt, dat meewerkt aan dit onderzoek. 'Dit ­bewijst dat we moeten inzetten op een mix van bossen, waterelementen en open ­natuur. Het illustreert ook het grote belang van moerasgebieden, die goede sponzen zijn én als natte, open gebieden hun ­ om­geving optimaal verkoelen.'

Afbeelding
verkoelend_effect.png

DS Infografiek | Bron: CurieuzeNeuzen in de Tuin, UAntwerpen

Groene aders gezocht

Wat ook blijkt uit de data: hoe meer groen, des te sterker het effect. We zakken af naar Landschap De Liereman, een waardevol en uitgestrekt natuurgebied bij Oud-Turnhout, met ruim 1.000 hectare vennen, bos, heide, graslanden en stuifduinen. 600 hectare daarvan is in beheer van Natuurpunt. Je hebt er de ideale combinatie van verkoelende elementen. Rond het reservaat spelen ook akkers, weilanden en kleine waterlopen een belangrijke rol.

Terwijl we door het grasland struinen, wijst beheerscoördinator Kristof Sprengers op het typische 'kwik-me-dit'-roepje van een kwartel vlakbij. De schuchtere vogel laat zich niet zien. Er zitten ook wulpen, veldleeuweriken en kieviten. Een oase van biodiversiteit, maar De Liereman brengt eveneens verkoeling voor de inwoners van Oud-Turnhout en Arendonk. 'Hier speelt de kracht van een grote aaneengesloten lap groen met een natte bodem', zegt Van de Vondel. 'De wind krijgt vrij spel en kan ­koele lucht naar de stad voeren. Turnhout profiteert ook van het Turnhouts Vennengebied, en van enkele bossen in de omgeving. Idealiter hebben we rond onze steden een geschakeld netwerk van groene en blauwe elementen, met aders die doorheen de stad lopen en die samen met het netwerk van tuinen afkoeling brengen.'

Onverwachte weelde

Grote groene gebieden hebben meer ­impact, maar je kunt de redenering ook omkeren. Hoe groter de stad en dus het hitte­eilandeffect, hoe meer nood aan afkoeling. Om te zien hoe dat zit in Antwerpen, trekken we naar Wolvenberg, een klein ­natuurgebied dat ingeklemd zit tussen de Singel, de spoorweg en de Antwerpse ring.

Wie er met de auto of de trein langs rijdt, heeft geen idee van de weelde op deze ­onverwachte plek. Samen met de Brilschans aan de andere kant van de ring vormt het een gebied van 12 hectare. Er is vooral bos, maar er zijn ook poelen en graslandjes. ­Getjilp klinkt er boven het ­geraas van de ­auto's uit. Wie geluk heeft, kan een ijsvogel spotten, of staat oog in oog met een bunzing of een wezel. De bloemen op de spoorwegberm werken als een snelweg voor vlinders. In de vijver, waar omgevallen wilgen een mangrove-effect geven, zwemmen snoeken van ruim een meter groot.

Afbeelding
wolvenberg.png

Wolvenberg, een kleine groene weelde tussen de Singel en de Antwerpse ring die een essentiële koelkast vormt voor de inwoners van Berchem (c) Fred Debrock

'Dit is de groene parel aan het halssnoer van ons bermenlandschap', vertelt Natuurpuntbeheerder Koen Van Keer. 'Voor een grote stad als Antwerpen is een gebied als dit essentieel.'

Het koelkasteffect is meteen duidelijk wanneer we op een warme namiddag het bos in stappen. Daar profiteren de in­woners van Berchem van mee. Uit de CurieuzeNeuzendata blijkt dat een tuin die op 450 meter van de Wolvenberg ligt, op het warmste moment van de dag 7,4 graden koeler bleef dan een tuin in het centrum van de stad. 's Nachts was het verschil op het koelste moment 1,4 graden.

Steekspel tussen stad en natuur

Die wisselwerking tussen stad en natuur speelt in twee richtingen. De natuur werkt als airco, maar de stad geeft zelf warmte af. Ook dat effect is, vooral 's nachts, voelbaar tot op twee kilometer. Het verklaart waarom Wolvenberg in een warme nacht 3 graden warmer was dan De Liereman. 'Je kunt het zien als een steekspel', vertellen Pirée en Van de Vondel: 'De hitte van de stad duwt op het natuurgebied, dat zelf met verkoeling terugduwt. Hoe meer groen en hoe minder verharding, des te groter het verkoelende effect van natuur op een woongebied.'

Deze data bewijzen dat we het groen in en rond onze steden moeten valoriseren, zegt Wantens van Natuurpunt: 'We moeten meer gebieden zo optimaal mogelijk inrichten. En ­erover waken dat het weinige groen dat er is niet verloren gaat.' Ook professor Filip Meysman, coördinator van CurieuzeNeuzen, hamert erop dat we dit veel serieuzer moeten nemen. Net als burgeractivist Manu Claeys pleit hij voor 'een StadsNietBouwMeester die elke morzel groen in de stad verdedigt'.

Voor Van Keer ligt het voor de hand waar Antwerpen grote winst kan boeken: als de ring overkapt wordt, kunnen de Wolvenberg en de Brilschans samensmelten. 'Dan krijg je een groot gebied met een aanzien­lijke hefboom op de stad. Die overkapte ring vormt dan een groene gordel die andere Antwerpse natuur, zoals de Oude Landen, het Rivierenhof of de parken in het zuiden met elkaar kan verbinden.'