Afbeelding
Birdlife.com

Birdlife interviewt Frans Timmermans

11 mei 2017
Categorieën
Natuurbericht
Natura 2000
Natuurbeleid


In een exclusief interview met BirdLife beantwoordt Frans Timmermans, eurocommissaris en eerste vicevoorzitter van de Europese Commissie, de vragen van Birdlife, een zusterorganisatie van Natuurpunt, over de toekomst van Europa en de rol van de Europese Unie als verdediger van fundamentele vrijheden.

Volgens Frans Timmermans kunnen NGO’s nu en dan een ‘doorn’ zijn voor de Europese Unie; ze veroordelen vaak te snel het falen van de EU of negeren haar successen maar al te gauw. Ondanks dergelijke kritieken - is het niet de rol van de maatschappij om de voortgang te stimuleren - behoudt hij nochtans een trouw respect voor NGO’s. Er kan immers geen roos zijn zonder een doorn.

Hier bij BirdLife appreciëren we deze natuur-geïnspireerde metafoor ten zeerste. Zoals veel van onze mede-NGO’s behandelen we de EU soms als een tweesnijdend zwaard: op het ene moment vechten we tegen elkaar en op het andere moment vechten samen met de ander. Maar door de naschokken van de Brexit en door populistische revoluties verspreid over het continent die de funderingen van ons gedeelde Europees samenleving doen beven, vragen we onszelf steeds vaker af of we wel genoeg doen om de continue eenheid van onze natie, onze burgers te behouden. Doen we genoeg om een unie in stand te houden die onmiskenbaar onze grootste verdediging is tegen gevaren die onze fundamentele vrijheden, ons klimaat en ons milieu bedreigen?

Wij bij Birdlife geloven dat we een brug moeten bouwen tussen de tegenstanders en dat we elkaar ergens in het midden moeten ontmoeten, op neutraal terrein. Hierdoor hebben we de Eerste Vice-President uitgenodigd om em onze besognes te uiten over de toekomst van Europa en de toenemende polarisatie tussen Europeanen en vragen hem wat wij en andere NGO’s kunnen doen voor een meer sterker en samenhangend Europa.

Ariel Brunner (Birdlife): In Europa en over de hele wereld zijn we getuige van steeds meer aanvallen op NGO’s (en in het bijzonder op milieu-gerelateerde NGO’s). Eén voorbeeld is de altijd-uitbreidende nationale wetgeving die buitenlandse fondsen voor nationale NGO’s beperkt. Bent u bezorgd door deze trend? Wat kan de EU meer doen om hier effectief tegen te reageren?

Frans Timmermans: Ik geloof sterk in open, pluralistische democraties en in vrijheid van meningsuiting, dus dit zijn kwesties die me zeer erg verontrusten. Ik geloof dat iedere gezonde democratie nood heeft aan een vrije en pluralistische pers en een energieke maatschappij. We hebben deze kwestie onlangs besproken in het College van Commissieleden. Ik heb groot respect voor het werk van de maatschappij en, of we nu spreken over fundamentele rechten, migratie of het milieu, haar inspanningen bevinden zich altijd vooraan in mijn gedachten.

In oktober was ik uitgenodigd om te spreken op een SDG Watch evenement over duurzame ontwikkeling in Brussel, waar ik het bijeengekomen NGO-publiek vertelde dat ze essentieel en een welkome speler zijn. Ik vertelde de gasten op deze dag: “Jullie zullen van zeer dicht toekijken wat we doen, en we hebben jullie steun, kritiek, aanmoediging… nodig. Jullie kunnen nu en dan een doorn zijn, en dit is ook jullie rol, ik respecteer dat.”

AB: Een van de grote successen van de EU is haar rol als een verdediger van fundamentele vrijheden en van de maatschappij. Maar nu de EU zelf bedreigd wordt, denkt u dat er een gevaar is om ‘twee Europa’s’ te zien ontstaan? De een is een Europa dat staat voor vrijheid, en de ander een Europa dat de de polemiek weerspiegelt die op dit moment ontstaan in sommige delen van ons uitgebreid gebied.

FT: We leven in een post-ideologisch Europa en in een post-paternalistische maatschappij. Onze jongeren zijn idealistisch, maar niet ideologisch. Ze identificeren zich niet aan de hand van partijen, klassen of inkomens zoals we vroeger deden. Maar er laait een ideologisch gevecht op, een gevecht tussen mensen die geloven in een open maatschappij en zij die geloven in een gesloten, exclusieve maatschappij. Ik denk dat zij die pleiten voor een gesloten, exclusieve maatschappij, voorstellen om roereieren uit elkaar te halen. Probeer dit thuis in je keuken. Je krijgt een grote rotzooi, maar je kan de eieren vergeten. Onze maatschappijen zijn divers en rijk. Proberen om de diversiteit weg te werken zal ons enkel verzwakken en verarmen.

De kaart van Europa was altijd getekend in ideologische kleuren. Door deze Unie te creëren, hebben we een kaart getekend in geografische kleuren. Dus ik denk niet dat we zullen eindigen met twee Europa’s, tenzij we achterover leunen, alles als vanzelfsprekend aannemen en het liberalisme de macht laten overnemen, zoals ze willen. Vergis je niet, onze waarden zijn vanzelfsprekend, maar niet direct uitvoerend. Mijn grootste hoop ligt bij de jonge generaties. Als zij hun idealisme en enthousiasme kunnen organiseren, zullen ze het open en inclusieve Europa, waarin ze zijn opgegroeid, helpen verdedigen en in stand houden.

AB: Zoals u weet, zijn we zeer kritisch geweest tegenover de deregulatie agenda die in verschillende Europese landen is gepromoot, en we zien nu de verschrikkingen ervan in de Verenigde Staten. U hebt ons verzekerd dat de ‘Betere Regulatie’ agenda van de Europese Commissie niet over het verlagen van de sociale en groene normen gaat, maar het recente Witboek over ‘De Toekomst van Europa’ neemt meer af van het milieu dan wat het teruggeeft (samen met de bescherming en gezondheid van de consument). Bent u niet verontrust over het buitensluiten van burgers door uw rug te keren naar kwesties die hen het meest bezighouden?

FT: Laten we een onderscheid maken tussen ons huidig werk en toekomstige scenario’s. Er was eerst veel kritiek, maar het is voor de critici duidelijk geworden dat de ‘Betere Regulatie’ agenda in geen geval de groene en sociale normen bedreigt. Omdat het geen ‘deregulatie’ is. Wat we proberen te doen, is het creëren van modernere, efficiëntere en effectievere wetten. Dit moet de toepassing en handhaving van onze hoge normen verbeteren, in plaats van schaden.

Nu de toekomst. In het Witboek over de Toekomst van Europa hebben we een aantal scenario’s uiteengezet van het pad dat de EU zou kunnen bewandelen, waarin de gevolgen van elk scenario goed weergegeven zijn zonder een duidelijke voorkeur te geven, zodat we het debat openhouden voor anderen. Het is een eerlijke afspiegeling van de debatten die aan de gang zijn. Het doel is om met burgers en leiders te overleggen waar we samen heen willen. We willen niet voorschrijven, we willen een eerlijk debat. En dat debat is momenteel aan de gang.

Weet dit: de Commissie wil geen scenario die onze groene en sociale normen en consumentennormen verlaagt. Onze voorstellen van de laatste tweeënhalf jaar hebben het tegenovergestelde gedaan. En ik zal voortgaan met vechten aan deze kant, zijnde de uitvoering van de circulaire economie en de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, het verbeteren van het evenwicht tussen werk en vrije tijd en de gendergelijkheid of het verdedigen van fundamentele rechten en het promoten van tolerantie en integratie. Omdat dit is wie we zijn. Wat we deden met het Witboek, was een beetje uitdagend; we herinnerden de mensen aan wat er in Europa is om voor te vechten en waar we trots op kunnen en zouden moeten zijn. Het is te gemakkelijk om te zeggen dat je slechts een enkele markt wil of dat je wil profiteren van structurele fondsen.

De EU is geen supermarkt, het is geen pak-wat-je-kan Unie. We willen mensen eraan herinneren dat het hele pakket samenhoort en wat we dreigen te verliezen wanneer we het beginnen uit elkaar te halen. Dus wat is nodig om zeker te zijn dat we gezondheid promoten en niet enkel rijkdom? Hoe bouwen we een gemeenschappelijke samenleving en niet enkel een gemeenschappelijke markt? Als lidstaten de EU willen reduceren tot het minimum, dan zullen ze de voordelen die ze opofferen, zoals de groene en sociale belangen, moeten rechtvaardigen bij hun inwoners. Ik hoop en vertrouw erop dat dit niet zal gebeuren.

AB: Als u, als vice-president van de Europese Commissie, één fundamentele vraag zou kunnen stellen aan de milieu-gerelateerde NGO’s en maatschappelijke organisaties, wat zou het zijn?

FT: Als ik me provocerend zou voelen, zou ik vragen waarom jullie niet evenveel ophef maken over onze successen als over onze blunders. Maar ik begrijp hoe het werkt, dus ik zou aan jullie vragen: “ Wat is de nummer één kwestie die we volgens jullie achter ons moeten laten op het einde van dit mandaat van de Commissie in 2019?”

Ik hoop echt dat u en uw lezers me antwoorden zullen sturen, in uw tijdschrift, online of persoonlijk. En ik hoop dat we samen kunnen werken tijdens de tweede helft van dit mandaat van de Commissie om concretere resultaten te verkrijgen en Europa in een betere toestand achter te laten in 2019, in vergelijking met hoe de situatie was toen we startten in 2014.

Frans Timmermans is Eerste Vice-President van de Europese Commissie en commissaris voor het portfolio van Betere Regulatie, Tussen-Institutionele Relaties, Regel van Wet en Richtlijn van Fundamentele Rechten.

Ariel Brunner is Beleidshoofd van BirdLife Europa en Centraal-Azië.

Dit artikel was uitgegeven door Gui-Xi Young, Nieuwsuitgever voor BirdLife Europa en Central-Azië.