Afbeelding
Gedoornde slakkenhuisbij
Stefan Verheyen

De Zwinduinen- en polders, van onschatbare waarde voor kustbijen!

2 dec 2020
Categorieën
Natuurbericht

Natuur en Bos en Natuurpunt Studie sloegen de handen in elkaar om beter zicht te krijgen op het belang van de Natura 2000-natuur voor wilde bijen en om hen in de toekomst beter te kunnen helpen. In 2018 werd in het kader van het SAPOLL-project  het natuurgebied Zwinduinen-en Polders aan de Oostkust in Knokke geïnventariseerd op wilde bijen. In het gebied komen een groot aantal soorten voor die enkel nog in de kustduinen worden teruggevonden. Tijdens de inventarisatie werden 91 soorten wilde bijen gevonden in het gebied. Samen met eerdere waarnemingen brengt dat het totaal aantal soorten wilde bijen in het gebied op maar liefst 102! Dit is een vierde van de Belgische fauna.

De Zwinduinen-en polders zijn een 222 ha groot natuurgebied naast de veel bekendere Zwinvlakte. Samen vormen de 2 gebieden het Vlaams natuurreservaat ‘Het Zwin’. Het gebied bestaat uit duinbossen, bloemrijke duingraslanden, struwelen en poelen vol leven en wordt beheerd door Natuur en Bos van de Vlaamse overheid.

Natuurherstel 

Voor de aankoop van het gebied door Natuur en Bos was het sterk begroeid geraakt met struweel en bos. Hierdoor waren de typische duingraslanden en vochtige duinpannen teruggedrongen tot enkele kleine snippers. Tussen 2006 en 2010 werden daarom grote werken uitgevoerd tijdens het LIFE ZENO-project. Hierbij werden de open biotopen in het gebied uitgebreid en storende infrastructuur afgebroken. Deze inspanningen werpen nu hun vruchten af, met onder andere vestiging van de zeldzame duingentiaan en de terugkomst van honderden roepende boomkikkers.

Afbeelding
Zwinduinen Jens D'Haeseleer

Vochtige duingraslanden met veel grote ratelaar zoemen van de hommels (foto: Jens D’Haeseleer).

Bijzondere bijen

Bij de inventarisatie werd een belangrijk deel van de kenmerkende bijenfauna van de duinen waargenomen. Zo werden 10 soorten gezien die op de Rode Lijst van bedreigde soorten staan. Begrazing zorgt ervoor dat er voldoende open zand aanwezig is. Erg belangrijk, want veel zeldzame duinsoorten zoals kortsprietgroefbij (Lassioglossum brevicorne) en het zilveren fluitje (Megachile leachella) verkiezen juist dit losse zand om hun nestje in te bouwen. Door stikstofdepositie en de vergrassing die er het gevolg van is, zijn de meeste binnenlandse duinen helaas ongeschikt geworden voor deze soorten. Een andere bijzondere bewoner van dit duingebied is de gedoornde slakkenhuisbij (Osmia spinulosa; zie foto bovenaan). In plaats van een nestje onder de grond of in een dode boomstam, maakt ze haar nestjes steevast in lege slakkenhuisjes!

Andere opvallende bijen vinden we onder de parasitaire bijen. Deze soorten leggen hun eitjes in nestcellen van andere bijen, waarna hun nakomelingen de voedselvoorraad, die eigenlijk bedoeld was voor nakomelingen van de gastheerbij, consumeren. Onder meer de parasiet van het zilveren fluitje, de duinkegelbij (Coelioxys mandibularis), en de zeer zeldzame wafelbloedbij (Sphecodes scabricollis), die parasiteert op de viltige groefbij (Lasioglossum prasinum) en glanzende groefbij (Lasioglossum lucidulum), kunnen we hier terugvinden. Beide soorten zijn net als hun gastheren sterk gebonden aan los zand!

Deze bijzondere soorten hebben hier wellicht hun belangrijkste populaties aan de Oostkust. Hoewel de soortenrijkdom een stuk hoger ligt dan bij de onderzochte gebieden aan de Middenkust (zie https://www.natuurpunt.be/publicatie/de-wilde-bijen-van-de-middenkust-kijkuit-en-paelsteenpanne en zie https://www.natuurpunt.be/publicatie/inventarisatie-wilde-bijen-de-duinbossen-van-de-haan-en-advies-voor-beheer), lijkt het er toch op dat de meest kritische soorten, zoals gouden slakkenhuisbij en kustbehangersbij, zowel aan de Midden- als aan de Oostkust ontbreken. Het ontsnipperen en versterken van hun habitat (droge en vochtige duingraslanden en blonde duinen) kunnen deze soorten een toekomst geven over de hele kust. De duinen zijn immers langs heel onze kust sterk versnipperd en geürbaniseerd. Bijen kunnen wel enige afstand overbruggen tussen verschillende geschikte habitats, maar die habitatvlekken moeten wel groot genoeg zijn om goede populaties bijen te kunnen ondersteunen.

Het rapport dat in detail de bevindingen beschrijft van het onderzoek naar de wilde bijen in de Zwinduinen-en polders, vind je hier. De inventarisatie werd uitgevoerd in het kader van het Interreg-project SAPOLL. Voor dit project werd onder meer een actieplan opgesteld om onze bestuivers te ondersteunen. Daarnaast werd de afgelopen 4 jaar intensief gezocht naar wilde bijen en zweefvliegen, onder meer in de duingebieden van Natuur en Bos. De auteurs willen dan ook expliciet het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en Natuur en Bos bedanken voor de steun.

Tekst: Ward Tamsyn & Jens D’Haeseleer, Natuurpunt Studie

Foto bovenaan: Een mannetje gedoornde slakkenhuisbij, deze soort is één van de weinige soorten die haar nestjes in slakkenhuisjes maakt. Foto: Stefan Verheyen.


Afbeelding
interreg logo