Elk jaar kiezen 85 spinnendeskundigen uit 24 Europese landen een 'ambassadrice' die de nog steeds wat verguisde diergroep van de spinnen in een positief daglicht moet stellen. Voor 2013 werd de Gewone mijnspin verkozen tot Europese spin van het Jaar.
Vlaanderen telt slechts vier wettelijk beschermde spinnensoorten, de zogenaamde 'bijlage-soorten' bij het Soortenbesluit: de Wespspin, de Waterspin, de Gerande oeverspin en de Gewone mijnspin. Deze laatste is de enige vogelspinachtige die we in Vlaanderen kennen. Ze meet slechts 1 à 1,5 cm (poten en gifkaken niet meegerekend) en is dus een pak minder spectaculair dan haar tropische verwanten, die een lichaamslengte van wel 12 cm kunnen halen.
Dodelijke sok
De Gewone mijnspin leeft bij voorkeur op zandige, droge en warme plaatsen in losse grond, waarin de spin makkelijk kan graven. Het web van mijnspinnen wordt wel eens 'kous' of 'sok' genoemd omdat het uit twee haaks aan elkaar bevestigde buisvormige spinsels bestaat. Het grootste deel van het web (het 'been' van de kous) bestaat uit een 10 tot soms wel 50 cm lange tunnel die verticaal de grond in gaat. Die koker graaft de spin helemaal zelf en ze bekleedt de binnenkant met stevig spinsel. Prooien vangen doet ze via het 'voet'-deel van het web. Dat is een 10 cm lang buisvormig spinsel dat op de grond ligt en dat ze zorgvuldig camoufleert met plantenresten en aarde. Het lijkt daardoor erg sterk op een losliggende plantenwortel. Daarin zit de spin te wachten tot er een potentiële prooi over loopt. Via de trillingen die dat organisme veroorzaakt, lokaliseert de spin de exacte plaats, ze kruipt er aan de binnenkant van het spinsel naartoe en plant haar gifkaken in een houweelbeweging krachtig in de prooi, dus doorheen het web. Ze trekt de prooi dan naar binnen en repareert later de kapotte buis.
Goed gecamoufleerd ’voet’-gedeelte van het kousweb (foto: Paul en Marianne Wouters-Horemans)
Doordat het web volledig afgesloten is, heeft men lang gespeculeerd over hoe de soort haar prooien vangt. Een hypothese was dat ze 's nachts de kous open maakte en actief op jacht ging. Een andere theorie zei dat de spin regenwormen greep die toevallig langs of door haar ondergrondse koker passeerden.
'Beats of love'
Terwijl de vrouwtjes hun hele leven in de grond doorbrengen, verlaten de mannetjes hun web wanneer ze volwassen worden en lopen dan in het najaar actief rond op zoek naar een vrouwtje. Wanneer ze het web van een volwassen vrouwtje vinden, tokkelen ze er 'in code' op. Als hij niet op de juiste manier tokkelt, herkent het vrouwtje hem niet als mogelijke partner en zal ze hem dus als prooi beschouwen. Als alles vlot verloopt, opent het mannetje de kous en paart met het vrouwtje in het beengedeelte. Soms blijft hij nog maanden bij het vrouwtje wonen. Wanneer hij sterft, wordt hij door het vrouwtje opgegeten. De jongen kruipen in het najaar uit het ei en blijven de hele winter nog bij de moeder in het nest. Bij de eerste warme dagen in het voorjaar verspreiden ze zich met de wind.
De Gewone mijnspin wordt met haar acht à tien jaar het oudst van alle Belgische spinnen.
Ondanks haar wat schrikwekkende uiterlijk, hebben wij mensen niets te vrezen van deze fascinerende spin.
Tekst: Koen Van Keer, Belgische Arachnologische Vereniging ARABEL
Foto's: ARABEL-beeldbank / ©Paul en Marianne Wouters-Horemans
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief