Het Wijgmaalbroek als thuishaven voor de zeldzame kamsalamander

Het Wijgmaalbroek is een natuurgebied gelegen ten Noorden van Leuven dat gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van kleine landschapselementen zoals houtkanten, bosjes en poelen in schrale hooilanden. Hierin vindt de zeldzame kamsalamander een geschikt biotoop. Deze ‘waterdraak’ is onze grootste watersalamander, maar staat op de rode lijst van bedreigde amfibieën in Vlaanderen. In het Wijgmaalbroek wordt met succes een beheer gevoerd waarvan deze soort optimaal kan profiteren. Verdere stappen zijn echter nodig om een grote, duurzame populatie uit te bouwen.
Om een succesvolle kamsalamanderpopulatie te verkrijgen is het essentieel om een leefgebied te voorzien dat zowel een uitgebreid landbiotoop als een omvangrijk waterbiotoop omvat. Het landbiotoop bestaat uit een kleinschalig cultuurlandschap grenzend aan een gemengd loofbos en weilanden met kleine landschapselementen. Hagen, houtwallen en bosjes als lijnvormige houtopstanden hebben een gunstige invloed op het microklimaat (windbreking). Ze zorgen er ook voor dat de dieren zich kunnen oriënteren in het landschap en functioneren als verbindingszone waarlangs dieren kunnen migreren. Onder dekking kunnen ze er ook voedsel vinden. Als waterbiotoop verkiezen ze voedselrijke poelen op kleiachtige leemgronden. Zonnige poelen zijn ideaal omdat de zonnestralen de groei van de watervegetatie bevorderen waarin de kamsalamanders voedsel vinden, zich kunnen beschutten tegen roofdieren en hun eieren kunnen verbergen. Een optimaal leefgebied voor kamsalamanders bestaat uit een mozaïek van verschillende poelen die ongelijk zijn van grootte, diepte en ligging ten opzichte van de zon, met een voldoende geschikt landhabitat in de directe omgeving.
Kwetsbare kamsalamanders
De oudste poel van het Wijgmaalbroek is gelegen ten oosten van de Rotselaarsesteenweg en werd handmatig uitgegraven in 1990. Hierin werden enkele jaren later de eerste twee soorten salamanders gevangen, nl. de alpenwatersalamander en ook een paar kleine watersalamanders. De kamsalamander werd voor het eerst gemeld rond 2002-2003 door de waarneming van een dier onder een houtstapel. Vanaf dan werden er regelmatig kamsalamanders gezien en gevangen tijdens inventarisaties. Het risico van één enkele poel werd duidelijk in 2018 toen er tiendoornige stekelbaarzen werden aangetroffen. Gezien de hoge aantallen waren die waarschijnlijk al even aanwezig. De kamsalamander is een soort die extra gevoelig is voor de aanwezigheid van vis in het voortplantingswater. Enerzijds eten de vissen het zoöplankton (watervlooien, muggenlarven, ...) op dat als voedsel dient voor de salamanderlarven en anderzijds zijn de kamsalamanderlarven extra kwetsbaar doordat het zichtjagers zijn die zich graag open in de waterkolom ophouden. Dit in tegenstelling tot de andere salamandersoorten waarvan de larven vaak op de bodem vertoeven. Daardoor is er extra predatie op de larven van de kamsalamander en dat zal zeker een negatief effect gehad hebben op de voortplanting van de kamsalamanders in deze poel. In 2016 en 2018 werden er respectievelijk slechts 1 en 3 kamsalamanders gevangen. Gelukkig werden we als beheerders geholpen door de warme en droge zomer van 2019 toen we erin geslaagd zijn om deze poel voor de eerste keer in zijn bestaan volledig droog te krijgen. Sedertdien is de poel terug visvrij wat resulteerde in meer dan 15 kamsalamanders in 2020 en 2021 en opnieuw succesvolle voortplanting.
Succesverhaal
Omdat kamsalamanders gebaat zijn met een cluster van poelen werden er sinds 2010 op een andere locatie in het Wijgmaalbroek in totaal 7 extra poelen aangelegd. Dit kaderde in een kamsalamanderproject waarbij er gestreefd werd om poelen van verschillende grootte en diepte aan te leggen. Variatie in de poelen zorgt onder andere voor verschillende watertemperaturen en vegetatie en heeft ook als gevolg dat niet alle poelen gelijktijdig droog komen te staan bij warme en droge zomers. De eerste kamsalamanders in deze poelen werden 6 jaar na de aanleg van de poelen gevonden. Opvallend is dat er eerst larven werden aangetroffen voor er volwassen dieren werden gespot. Waarschijnlijk zijn de eerste volwassen dieren aan de aandacht ontsnapt omdat ze met heel weinig waren. Sindsdien worden er in meerdere poelen volwassen dieren gevonden en is er ook succesvolle voortplanting. De 2 meest recente poelen (aangelegd in 2016) werden na respectievelijk 3 en 5 jaar gekoloniseerd door kamsalamanders, waarbij de poel het verst verwijderd van de cluster meer tijd nodig had om gevonden te worden. Gezien de toenemende aantallen exemplaren die gevonden worden en poelen die gekoloniseerd worden, kunnen we stellen dat de populatie kamsalamanders in het Wijgmaalbroek een uitbreiding kent. Belangrijk is wel dat er op termijn nog poelen bij komen buiten het kerngebied om deze populatie de kans te geven om verder uit te breiden en om ongeschiktheid van poelen op te kunnen vangen. Poelen en hun direct omgeving geven niet alleen amfibieën een kans, maar ook ongewervelden zoals libellen en waterjuffers die dan op hun beurt andere dieren aantrekken. Dat verhoogt zowel de biodiversiteit als de aantrekkingskracht van een gebied.
Marc Lehouck en Chris Vanden Haute (foto’s: Hugo Willocx)

Krijg de natuur in je mailbox
Natuurberichten, heet van de naald. 3x per week