Afbeelding
Witte klaver
Raf Demeyer

Hoe planten zich aanpassen aan een stedelijke leefomgeving

24 mrt 2022
Categorieën
Natuurbericht
Natuur in de stad

De impact van de mens is het grootst in de stad. Wie wil overleven in deze soortenarme hitte-eilanden moet aanpassen of opkrassen. Wetenschappers onderzochten de wereldwijd voorkomende witte klaver en kwamen tot opmerkelijke conclusies. Ook een Nederlands onderzoek naar paardenbloemen in de stad leverde opvallende resultaten op. 

Witte klaver wereldwijd

Welke invloed hebben mensen/steden op evolutionaire veranderingen? Dat is de vraag die het Global Urban Evolution Project (GLUE) - een internationaal onderzoeksproject van evolutionair biologen - wil beantwoorden. De witte klaver, een onopvallend plantje dat bijna in elke stad ter wereld voorkomt, schept duidelijkheid. Door witte klavers uit 160 steden en nabijgelegen landelijke gebieden in verschillende klimaatzones te bestuderen, kon worden vastgesteld dat de witte klavers in alle onderzochte stedelijke gebieden andere genetische eigenschappen hebben ontwikkeld dan zijn landelijke tegenhanger. 

Onderzoekers ontdekten dat witte klaver in de stad veel minder gifstoffen (blauwzuur) produceert om zich te verweren tegen insectenvraat. Zo heeft het plantje zich aangepast om te besparen op overbodige afweer in een omgeving met veel minder belagers. De uitgespaarde energie kan dan gebruikt worden om de stresserende stadsomgeving (luchtvervuiling, droogte, hitte, …) te trotseren. Meer over dit onderzoek lees je hier

 

Afbeelding
Paardenbloem - Leo Janssen

Paardenbloem (foto: Leo Janssen)

Vaderloze paardenbloemen

Van ‘stedelijke’ paardenbloemen is bekend dat ze zich a-sexueel voortplanten. De kans op bestuiving in de stad is door het beperkte aantal insecten immers klein geworden. Door deze a-sexuele voortplanting verspillen paardenbloemen in de stad geen onnodige energie maar kunnen ze toch nog nectar en stuifmeel produceren. Een student uit Nijmegen ontdekte dat de stekels op de pollenkorels van stedelijke paardenbloemen korter bleken te zijn dan die op paardenbloemen die op het platteland groeien. Hierdoor plakken deze pollenkorrels minder goed aan bloembezoekende bijen en hommels. Bovendien bieden de stekels op de pollen bescherming tegen pollenetende tripsen. Omdat bestuivers van paardenbloemen in de stad niet langer nodig zijn en er in de stad minder tripsen zijn dan in het buitengebied hebben paardenbloemen met langstekelige pollen niet langer een voordeel in de stad. Hier lees je meer over dit onderzoek over vaderloze paardenbloemen. 

De verworven kennis in deze onderzoeken kan hopelijk helpen om strategieën te ontwikkelen om zeldzame soorten te behouden en zich te laten aanpassen aan stedelijke omgevingen. Anderzijds hopen onderzoekers ook beter te begrijpen hoe ziekten en plagen zich aanpassen aan mens en stad en hoe deze kunnen ingeperkt worden. Steden zijn geen doodse plekken waren geen plaats is voor natuur: heel wat planten en dieren delen deze leefomgeving immers samen met de mens, al hebben stadssoorten te kampen met een aantal extra uitdagingen. Het is dan ook uitermate boeiend om te zien hoe soorten zich voortdurend aanpassen aan die stedelijke leefomgevingen.

 

Tekst: Roosmarijn Steeman (Natuurpunt Studie)

 

 

 

De impact van de mens is het grootst in de stad. Wie wil overleven in deze soortenarme hitte-eilanden moet aanpassen of opkrassen. Wetenschappers onderzochten de wereldwijd voorkomende witte klaver en kwamen tot opmerkelijke conclusies. Ook een Nederlands onderzoek naar paardenbloemen in de stad leverde opvallende resultaten op. 

Witte klaver wereldwijd

Welke invloed hebben mensen/steden op evolutionaire veranderingen? Dat is de vraag die het Global Urban Evolution Project (GLUE) - een internationaal onderzoeksproject van evolutionair biologen - wil beantwoorden. De witte klaver, een onopvallend plantje dat bijna in elke stad ter wereld voorkomt, schept duidelijkheid. Door witte klavers uit 160 steden en nabijgelegen landelijke gebieden in verschillende klimaatzones te bestuderen, kon worden vastgesteld dat de witte klavers in alle onderzochte stedelijke gebieden andere genetische eigenschappen hebben ontwikkeld dan zijn landelijke tegenhanger. 

Onderzoekers ontdekten dat witte klaver in de stad veel minder gifstoffen (blauwzuur) produceert om zich te verweren tegen insectenvraat. Zo heeft het plantje zich aangepast om te besparen op overbodige afweer in een omgeving met veel minder belagers. De uitgespaarde energie kan dan gebruikt worden om de stresserende stadsomgeving (luchtvervuiling, droogte, hitte, …) te trotseren. Meer over dit onderzoek lees je hier


Afbeelding
Paardenbloem - Leo Janssen

Paardenbloem (foto: Leo Janssen)

Vaderloze paardenbloemen

Van ‘stedelijke’ paardenbloemen is bekend dat ze zich a-sexueel voortplanten. De kans op bestuiving in de stad is door het beperkte aantal insecten immers klein geworden. Door deze a-sexuele voortplanting verspillen paardenbloemen in de stad geen onnodige energie maar kunnen ze toch nog nectar en stuifmeel produceren. Een student uit Nijmegen ontdekte dat de stekels op de pollenkorels van stedelijke paardenbloemen korter bleken te zijn dan die op paardenbloemen die op het platteland groeien. Hierdoor plakken deze pollenkorrels minder goed aan bloembezoekende bijen en hommels. Bovendien bieden de stekels op de pollen bescherming tegen pollenetende tripsen. Omdat bestuivers van paardenbloemen in de stad niet langer nodig zijn en er in de stad minder tripsen zijn dan in het buitengebied hebben paardenbloemen met langstekelige pollen niet langer een voordeel in de stad. Hier lees je meer over dit onderzoek over vaderloze paardenbloemen. 

De verworven kennis in deze onderzoeken kan hopelijk helpen om strategieën te ontwikkelen om zeldzame soorten te behouden en zich te laten aanpassen aan stedelijke omgevingen. Anderzijds hopen onderzoekers ook beter te begrijpen hoe ziekten en plagen zich aanpassen aan mens en stad en hoe deze kunnen ingeperkt worden. Steden zijn geen doodse plekken waren geen plaats is voor natuur: heel wat planten en dieren delen deze leefomgeving immers samen met de mens, al hebben stadssoorten te kampen met een aantal extra uitdagingen. Het is dan ook uitermate boeiend om te zien hoe soorten zich voortdurend aanpassen aan die stedelijke leefomgevingen.


Tekst: Roosmarijn Steeman (Natuurpunt Studie)