Afbeelding
Ben Koks

Nederlandse ‘Vogelakker’ blijkt succesrecept voor Grauwe kiekendief

12 nov 2015
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
Landbouw
Natura 2000
Natuurbeheer
Vogels

In een publicatie in het wetenschappelijke tijdschrift Ibis is beschreven hoe Grauwe kiekendieven vogelakkers gebruiken om voedsel te vinden. Het concept ‘Vogelakker’ is speciaal ontworpen als foerageergebied voor Grauwe kiekendieven. Tegelijk is een Vogelakker goedkoper dan gangbare maatregelen van natuurbeheer in akkerbouwgebieden. Vogelakkers zijn in Nederland inmiddels toegelaten als 1e pijler vergroeningsmaatregel en als beheerovereenkomst agrarisch natuurbeheer (2e pijler). Natuurpunt rekent erop dat met de nakende goedkeuring van het ‘soortbeschermingsprogramma Grauwe kiekendief' de succesvolle vogelakkers straks ook in Vlaanderen kunnen aangelegd worden. Dat is nodig, want zonder precisiemaatregelen blijven de broedvogels achterwege.

De voorbije jaren is de populatie Grauwe kiekendieven in Nederland gegroeid tot ongeveer veertig broedparen, waarvan de meeste in de grootschalige akkerbouwgebieden van Oost-Groningen broeden. Kiekendieven broeden op de grond, daarom moeten de nesten worden beschermd tegen predatie en oogstwerkzaamheden. Maar net als bij andere boerenlandvogels is ook voedselgebrek een van de knelpunten voor het broedsucces. Vogelakkers helpen dat knelpunt op te lossen doordat ze voorzien in de voornaamste prooisoort van de kiekendief, de Veldmuis.

Paradox
Hoewel in gangbare beheermaatregelen zoals natuurbraak en faunaranden de dichtheden aan Veldmuizen beduidend hoger liggen dan in andere habitats, blijken Grauwe kiekendieven er nauwelijks te jagen. Daarentegen jagen ze veel op pasgemaaide luzerne of gras, waar veel minder Veldmuizen aanwezig zijn. Dat lijkt tegenstrijdig, maar waarschijnlijk zijn de muizen in natuurbraak moeilijk te vangen door de hoge vegetatie. Op een vogelakker worden twee vereisten gecombineerd: aan de ene kant wordt het aantal prooien vergroot, en aan de andere kant worden de prooien makkelijk bereikbaar gemaakt.

Onderzoek
Een vogelakker bestaat uit een afwisseling van stroken natuurbraak (een ingezaaid mengsel van gras, kruiden en granen) en stroken luzerne (een gangbaar meerjarig eiwitgewas). In de natuurbraakstroken krijgen Veldmuizen de kans om een populatie te ontwikkelen. De luzernestroken worden als regulier gewas drie keer per jaar geoogst, waardoor de Veldmuizen makkelijk te vangen zijn. In de periode 2011-2013 zijn op twee proefvelden van 20 hectare vogelakkers aangelegd, en is onderzocht hoe Grauwe kiekendieven die benutten. Tegelijkertijd werden, met hulp van vrijwilligers en studenten,  prooidichtheden op de vogelakkers en in andere gewassen gemonitord. Het jaaggedrag van Grauwe kiekendieven werd vastgelegd door middel van GPS-loggers.


Afbeelding
as.png

GPS-tracks van een mannetje Grauwe kiekendief, jagend op vogelakker, de drie dagen na het oogsten van de luzerne (kaart: Almut Schlaich)

Effectief én efficiënt
De resultaten laten zien dat de Grauwe kiekendieven inderdaad jagen op de vogelakkers, en dat ze er vaker komen als de luzerne geoogst wordt. Ze volgen daarbij vooral de gemaaide stroken, wat toont dat de bereikbaarheid van voedsel belangrijker is dan de dichtheid aan prooien alleen. Hoewel in natuurbraak meer Veldmuizen zitten, is de meerwaarde van de stroken luzerne binnen de vogelakkers dat de Grauwe kiekendieven daar succesvoller kunnen jagen.

Bijkomend voordeel van vogelakkers is dat ze stukken goedkoper zijn dan gangbare beheermaatregelen zoals faunaranden en natuurbraak, doordat het luzernegewas door een groenvoederdrogerij geoogst en verwerkt wordt. In Vlaanderen is de praktijk van het drogen van luzerne niet gangbaar, maar biedt de groeiende vraag naar eiwithoudende gewassen ten voordele van geïmporteerde soja wel perspectieven om de luzerne vermarkt te krijgen.

Afbeelding
gk.jpg

Mannetje Grauwe kiekendief met GPS-logger die zijn vlieggedrag nauwkeurig vastlegt (foto: Ben Koks)

Vogelakker in het landbouwbeleid
2014 stond politiek in het teken van het vastleggen van een nieuwe zesjarige periode van het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid. Een veelbesproken onderdeel van dat beleid was de zogeheten “Vergroening”, die verplicht zou worden gesteld als tegenprestatie voor de rechtstreekse inkomenssteun aan landbouwers. Net zoals in Vlaanderen kunnen ook in Nederland de vergroeningsregels worden ingevuld door groenbemesters in te zaaien, een maatregel waarvan weinig ecologisch effect hoeft te worden verwacht. In Nederland heeft men echter hoop op beterschap, want een van de belangrijke besluiten van oud-staatssecretaris Dijksma was dat een landbouwer zijn vergroeningsopgave ook kan invullen door een bepaalde oppervlakte aan vogelakkers op zijn bedrijf aan te leggen. Van deze maatregel is het effect nu wetenschappelijk beschreven in Ibis. Het is voor het eerst in 40 jaar Nederlands agrarisch natuurbeheer dat een maatregel is getest vóórdat het in het natuurbeleid werd opgenomen.

De vogelakker is een interessant concept voor meer dan alleen de Grauwe kiekendief. In opdracht van het Nederlands ministerie van Economische Zaken wordt nu ook een demoproject gestart, waarin de betekenis voor insecten, bodemleven, Veldleeuweriken en overwinterende akkervogels, maar ook de landbouwkundige inpasbaarheid worden onderzocht. Het demoproject wordt uitgevoerd door Vogelbescherming Nederland, het Louis Bolk Instituut en Werkgroep Grauwe kiekendief. De initiatiefnemers verwachten dat er in 2016 in verschillende akkergebieden nog zo’n 300 ha aan vogelakkers bij zal komen.

In Vlaanderen gebeurt er bitter weinig onderzoek naar de effectiviteit van het akkervogelbeleid. Daarom zijn studies als die van de Werkgroep Grauwe kiekendief ook belangrijk voor de Vlaamse context. Nog dit jaar zou het ‘soortbeschermingsprogramma Grauwe kiekendief’ moeten goedgekeurd worden door minister van Natuur Joke Schauvliege. In het bijhorende actieplan hoort de uitrol van een nieuwe set maatregelen op het terrein. Het spreekt voor zich dat het pad dat onze noorderburen geëffend hebben daarbij een leidraad kan zijn. Op die manier kunnen we hopelijk snel berichten over een Vlaamse populatie van deze sierlijke roofvogel.

Tekst: Freek Verdonckt, Natuurpunt Beleid naar Almut Schlaich & Oike Vlaanderen, Werkgroep Grauwe Kiekendief
Foto's: Ben Koks
Kaart: Almut Schlaich

Voor een Engelstalige beschrijving van het onderzoek zie de blog op de website van de British Ornithologists' Union.
Een pdf van het artikel "Testing a novel agri-environment scheme based on the ecology of the target species, Montagu's Harrier Circus pygargus" uit Ibis is op te vragen bij Almut Schlaich.