Afbeelding
Nobby Thys

Waterkeveronderzoek levert nieuwe soort voor België (en meer) op

20 okt 2016
Categorieën
Natuurbericht
Kevers


Recent onderzoek naar waterkevers bracht met de Grijze ruighaarwaterkever een nieuwe soort voor België aan het licht en zorgde voor de herontdekking van twee in ons land uitgestorven gewaande soorten. Met circa 330 Belgische soorten en erg uiteenlopende habitatvereisten vormen waterkevers prima indicatoren voor de kwaliteit van ons leefmilieu.

Twee van de drie (her)ontdekkingen gebeurden aan de kust (in natuurgebied De Westhoek in De Panne en Tobruk in Knokke-Heist). Historisch gezien kwamen daar tientallen soorten waterkevers voor. De meeste daarvan zijn al meer dan vijftig jaar niet meer waargenomen.

De opmerkelijkste vondst was de de Grijze ruighaarwaterkever (Dryops griseus), een nieuwe soort voor België. In 1920 werd gemeld dat deze soort niet in ons land gevonden is en ook in de collectie van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen zijn geen exemplaren van de soort terug te vinden. De kever werd aangetroffen in natuurgebied De Westhoek, in twee semi-permanente wateren met glooiende oevers en veel oevervegetatie. Volgens de literatuur uit omliggende landen is dit een typische soort voor zoete duinwateren.

In Tobruk, een natuurgebied in Knokke-Heist dat ook wel bekend is onder de naam ‘Zwinbosjes’ en dat deel uitmaakt van de Zwinduinen en -polders, werd de Behaarde oevergraafkever (Augyles hispidulus) herontdekt. De laatste Belgische waarneming dateert van 1949 (in Hoboken). Het Tobruk wordt net als de Westhoek beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos. In het natuurgebied liggen verschillende grotere waterplassen waarbij er eentje niet ontslibt werd en waar de randen niet of nauwelijks geherprofileerd werden. Waar deze plek grenst aan een zandhoop is een zone met veel los zand, zowel boven als onder de waterlijn. Dit is het gedroomd leefgebied voor de Oevergraafkever. Ook in Nederland komt de soort onder andere in de duinen voor.

Afbeelding
tobruk_hans_de_blauwe.jpg

Het Tobruk, een gedroomd habitat voor waterkevers. (foto: Hans De Blauwe)

Vermoedelijk heeft de Belgische kust daarmee nog niet al haar waterkever-geheimen prijsgegeven, en zijn er nog bijzondere soorten te verwachten.

De derde herontdekking gebeurde in de Langdonken (Herselt). Daar werd Haliplus fulvicollis (een waterkevertje van ca. 2,5 mm) aangetroffen in een waterstaal dat genomen werd door Kevin Scheers (INBO). Het natuurgebied Langdonken, dat beheerd wordt door Natuurpunt, herbergt een ruime verscheidenheid aan zure wateren en minstens 61 soorten waterkevers (zo bleek uit eerder onderzoek). De laatste melding van het kleinood dateert van 1948 (Tervuren) en in totaal zijn er maar 4 Belgische meldingen bekend: Vinderhoute (1923), Averbode (1916) en Werchter (1939).

Voor Zweden staat het leefgebied omschreven als open, zonbeschenen, ondiepe en vaak tijdelijke wateren op kleigrond en moerassen met modderige bodem en vaak zuur water.  In Duitsland is deze soort sterk bedreigd, in Frankrijk is de soort enkel gekend in het noorden van het land, in Nederland komt de soort voor in twee provincies en in Groot-Brittannië en Luxemburg komt de soort niet voor.

Tekst: Nobby Thys, free-lance insectenonderzoeker en –lesgever
Foto's: Hans De Blauwe & Nobby Thys