Afbeelding
Hans Hillewaert

Wie zoekt die fint

15 apr 2016
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
LIFE BNIP
Natura 2000
Vissen

Wie deze lentedagen in de avondschemering van op de Scheldedijk over het water kijkt kan getuige zijn van een oud en lang verdwenen natuurfenomeen: het geplons en de kringen van paaiende finten in het Scheldewater. De komende weken wordt een onderzoek opgezet om met vrijwilligers het paaigedrag van de mysterieuze meivis in kaart te brengen.

De fint is een grotere broer van de haring en kan 60 cm lang worden. Het is een anadrome vis: hij leeft dus in zee, maar paait in zoet water in de monding van rivieren. Van zodra de watertemperatuur boven 15 °C komt zetten ze hun eieren af in het getijdengebied. Dit gebeurt vooral in de maand mei, vandaar dat hij ook meivis genoemd wordt. De jonge fintjes zakken na de zomer geleidelijk af naar het brak water en de zee, waar ze overwinteren. Na een verblijf van 3 tot 5 jaar op zee worden de finten geslachtsrijp en keren ze terug naar het estuarium om te paaien.

De fint trok vroeger massaal de Schelde op. Volgens de overlevering was hun gespetter soms zo fel dat het de oeverbewoners uit hun slaap hield. Tot rond 1900 werd de meivis veel gevangen door de Scheldevissers van Mariekerke. Hij werd gezouten, gedroogd, gerookt en ingelegd. Zo vormde hij gedurende maanden voedsel voor veel gezinnen. Toen keerde het tij: omstreeks 1905 raakte het water van Schelde en bijrivieren zo vervuild dat de vis wegbleef. De sterke vervuiling van de Schelde moet vrij plots gekomen zijn. De visserij op spiering en meivis viel stil. Omwille van de vervuiling was het voor vissen decennialang onmogelijk om te overleven in de Zeeschelde, met even een kleine opflakkering tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen veel fabrieken stil lagen. Gelukkig bleven er elders in West-Europa nog enkele paaigebieden van de soort bestaan, ondermeer in enkele Britse en Ierse estuaria. De bedreigde fint kwam als te beschermen soort op de Europese habitatrichtlijn terecht.

Dankzij de bouw van grootschalige waterzuiveringsinstallaties kwam er een zichtbare verbetering in de waterkwaliteit van de Schelde vanaf 1995. Tegelijk telde de rivier geleidelijk opnieuw meer vissoorten. Toen in 2007 ook Brussel eindelijk zijn afvalwater begon te zuiveren ging de zuurstofhuishouding van het Scheldewater er met een plotse ruk op vooruit. Voor de fint duurde het tot 2009 voor de eerste exemplaren werden gevangen stroomopwaarts Antwerpen. Vanaf 2012 werden zowel juveniele als volwassen finten in de Zeeschelde gevangen, wat op voortplanting wees. De meivis werd zo het symbool voor de gezondheid van het visbestand in de Schelde.

Afbeelding
img_2364.jpeg

Paaiende meivissen maken veel kabaal en verraden hun aanwezigheid door plonsen en kringen. In 2015 werd de eerste paaiactiviteit op 26 april waargenomen in de zone tussen Hingene en Baasrode. De nachtelijke paaiactiviteiten stopten op 1 mei. Op 11 mei begon een tweede paaiperiode, die opnieuw een week duurde, tot 18 mei.

Om de ecologische toestand van de stroom op te volgen, doet het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) jaarlijks in de periode mei, juli en september gedurende enkele uren proefvangsten met een vissersboot bij Doel, Antwerpen, Steendorp en Branst. In het jaarlijkse rapport ‘Monitoring van de visgemeenschap in het Zeeschelde-estuarium: Ankerkuilcampagnes 2015’ wordt daarover verslag uitgebracht. In 2015 werden 3604 finten gevangen.  In het voorjaar ging het enkel over volwassen individuen. In de zomer werden uitsluitend juveniele exemplaren (4-8 cm) gevangen, de volwassen finten zijn dan al terug naar zee. Bij de bevissing in september hielden de inmiddels al goed gegroeide jonge finten zich al wat verder stroomafwaarts op.

Voor het eerst werden ook een aantal volwassen meivissen gezenderd. Fint is een zeer gevoelige vis, wat een succesvolle zendering moeilijk maakt. Van de acht gezenderde exemplaren konden er vijf het hele voorjaar door gevolgd worden. Deze succesvolle eerste poging in het Schelde-estuarium opent perspectieven voor verder onderzoek naar het gedrag van de fint in het getijdensysteem. Bij vier meivissen kon de migratie zo gelinkt worden met één of beide waargenomen paaiperioden. Onverwacht was dat de gezenderde finten heel mobiel bleken te zijn en -sommige zelfs tot twee maal toe- opnieuw naar zee zwommen, waarna ze enkele dagen later opnieuw op de Schelde waren om aan de paai deel te nemen.

 

Afbeelding
figuur.jpg

Figuur: verplaatsing van fint ‘Yves’ (gezenderd en uitgezet op 22/4/2015 in Branst- Bornem) doorheen de tijd.

 Er zijn nog veel vragen die op een antwoord wachten en daarom worden ook deze lente vrijwilligers gemobiliseerd voor het onderzoek naar het gedrag en het voorkomen van de fint in het getijdensysteem. Hierbij zal het tijdstip en de intensiteit van de paaiactiviteit nagegaan worden en of er eventueel een invloed is van het weer of de getijden. Ook zal uitgezocht worden hoe ver het paaigebied zich uitstrekt. De vorige jaren werd er paaiactiviteit waargenomen van Steendorp tot Baasrode, maar in de Rupel is het bijvoorbeeld nog onduidelijk hoe ver stroomopwaarts de finten gaan.

Wil je meehelpen aan dit onderzoek of wil je op de hoogte gehouden worden van dit bijzondere natuurspektakel: laat dat dan weten via [email protected]

Meer informatie vind je in het INBO-monitoringsrapport van 2015

Tekst : Joost Reyniers, Natuurstudiewerkgroep Klein-Brabant
Foto: Joost Reyniers & Hans Hillewaert