Edelhert
edelhert2_theovandenwijngaert.jpg

Het edelhert (Cervus elaphus)
Het edelhert is een groot hoefdier, met een rossige zomervacht en een grijsbruine wintervacht. Zijn staart is kort en de spiegel (een wit behaarde plek op het achterwerk) is geelbruin. Oudere mannetjes van het edelhert dragen een gewei met veel zijtakken. Het gewei wordt telkens afgeworpen in de nawinter. Die oudere mannetjes hebben ook een manenachtige kraag rond hals en nek.
Je kan het edelhert onderscheiden van het damhert door zijn grootte, de witte spiegel zonder zwarte omlijning en het vertakte gewei. Edelherten zijn zowel overdag als 's nachts actief en rusten bij voorkeur uit in een jong, dicht bos.
Je herkent een edelhert aan:
- rosse zomervacht of dikkere grijsbruine wintervacht
- korte staart (12-15cm)
- geelbruine spiegel op het achterwerk
- mannelijke herten hebben een kop-romplengte van 180 à 210 cm, een schouderhoogte van 105 à 125 cm en gewicht van 95 tot 160 kg
- de hindes krijgen een kop-romplengte van 150 à 180 cm, een schouderhoogte van 90 à 110 cm en een gewicht van 55 à 80 kg.
- de mannetjes dragen een gewei met veel zijtakken
- de mannetjes hebben een manenachtige kraag
Oudere mannetjes dragen een gewei met een groot aantal zijtakken. Voor de hiërarchie is de grootte van het gewei minder belangrijk dan het gewicht en de leeftijd van het dier. Op het einde van de winter wordt het gewei afgeworpen.
Roedels en mannetjes groepen
Edelherten leven in roedels van hindes en hun tot 2 jaar oude kalveren, en groepen van bijna enkel mannelijke herten. De hinderoedels kennen een sterke hiërarchie en worden geleid door de leidhinde en haar kalf.
Vlak voor de bronsttijd verlaten sommige mannelijke herten hun groep. Tijdens de bronsttijd (eind september tot half oktober) beconcurerreren ze elkaar met een bronstroep (het burlen), langdurige gevechten, territorium- afbakening en imponeergedrag.
Het dominante mannetje verzamelt een groep van enkele tot meer dan 70 hindes rond zich en verdrijft de jonge, niet-dominante mannetjes. Na de bronsttijd verlaat het mannelijke edelhert de groep hindes en trekt hij weer met de andere mannetjes op.
De paartijd valt in september-oktober en in mei-juni wordt meestal één kalf geboren. Vlak daarvoor wordt het jong van het vorige jaar verdreven.
delherten worden maximaal 15 jaar oud. Natuurlijke vijanden zijn de wolf en de lynx. Jonge herten vallen ook ten prooi aan de vos en de steenarend, die net als de wolf en de lynx (bijna) niet meer voorkomt in Vlaanderen. Daarnaast wordt het edelhert intensief bejaagd. Maar ondanks die bejaging doen de populaties het zeer goed.
Bosliefhebbers
Edelherten leven in verschillende landschaps-types: hooggebergten, moerassen, rivierdelta's, grasvlakten, boomloze heiden ... Ze hebben een voorkeur voor uitgestrekte jonge bossen met een vochtige voedselrijke grond.
Het leefgebied van de edelherten is in de zomer groter dan in de winter en varieert van 200 tot 400 hectare in cultuurbossen tot 2400 hectare in hooglanden. De populatiedichtheid varieert van 5 tot 45 individuen per vierkante kilometer.
Het dieet van de edelherten hangt af van het seizoen en het biotoop waarin ze zich bevinden. In het groeiseizoen eten de dieren vooral grassen, kruiden en bladeren van loofbomen, terwijl ze in de winter voornamelijk van dwergstruiken, jonge boompjes en grassen leven. In de herfst en de winter snoepen de edelherten ook van eikels en beukennootjes. Boomschors helpt hen bij de spijsvertering.
Edelherten hebben een grote invloed op de bosontwikkeling: ze bepalen mee de omvang, groeisnelheid en soortensamenstelling van de bosverjonging in het terrein.
Tip van Joeri Cortens
Staf maakt in Wild Van Dieren kennis met een kudde tamme herten. Als hij in het wild 2 volwassen herten wil zien vechten, dan kan hij maar beter goed voorbereid zijn. Joeri van Natuurpunt geeft hem tekst en uitleg.