De eikelmuis of “fruitratje” is met haar schattig snoetje, zwart zorro-masker en lange pluizige staart zonder twijfel een van de meest herkenbare en aaibare knaagdieren uit onze Vlaamse natuur. Als leefgebied verkiest zij vooral loofbossen, bosranden, hoogstamboomgaarden en brede houtkanten. De voorliefde voor fruit en de eigenaardige gewoonte om de wintermaanden al slapend door te brengen op beschutte plaatsen bracht de eikelmuis algauw in de woonomgeving van de mens. Verwaarloosde schuurtjes, zolders en tuinhuisjes bieden een ideale slaapplaats en vaak kan deze slaapmuis net vóór het begin van de winterslaap haar buikje nog vol eten met fruit en noten, die vroeger op geen enkel boerenerf ontbraken en ook in vele particuliere tuintjes groeiden.
De aanwezigheid van eikelmuizen heeft altijd al gemengde gevoelens opgeroepen bij de mensen die hen op bezoek kregen. Enerzijds vond men het jammer dat deze fruitrovers met een deel van de oogst aan de haal gingen, maar anderzijds beleefde men vaak intens mooie momenten wanneer men van deze nachtelijke charmeurs een glimp kon opvangen. Dat getuigen alvast de fonkelende oogjes wanneer men oudere mensen ondervraagt die de diertjes nog kennen uit hun jeugdjaren.
Met het verdwijnen van onder andere heel wat hoogstamboomgaarden, kwam het leefgebied van de eikelmuis de laatste decennia zwaar onder druk te staan, waardoor het aantal sterk afnam.
Om een duidelijk zicht te krijgen op zowel de huidige verspreiding in Vlaanderen als op eventuele oorzaken van een achteruitgang, startte de Zoogdierenwerkgroep van Natuurpunt in 2005 het Eikelmuisproject op. Dit in samenwerking met de JNM en de Nederlandse Zoogdiervereniging VZZ, Alterra, stichting IKL en studio Wolverine. Door middel van interviews, inventarisaties en literatuuronderzoek hopen we een beeld te krijgen van hoe het in Vlaanderen met de soort gesteld is.
Ook in Sint-Lievens-Houtem werken we mee aan deze studie. Zo startte Natuurpunt Houtem in 2012 met het ophangen van een 12-tal eikelmuiskasten in de omgeving van het Cotthembos. Dit om de komende jaren na te gaan of de soort er nog steeds aanwezig is