Afbeelding
Akkerhommel
Leo Janssen

Algemene insecten zijn sterker achteruitgegaan dan zeldzamere soorten

22 mrt 2024
Categorieën
Natuurbericht
Insecten en ongewervelden
Biodiversiteit

De achteruitgang van insecten is één van de meest zorgwekkende trends in de natuur. Om meer inzicht te krijgen in dit fenomeen werden een resem eerder gepubliceerde onderzoeksresultaten opnieuw geanalyseerd: een meta-analyse heet dat dan. En daaruit blijkt dat vooral de talrijke soorten relatief sterker achteruit zijn gegaan in vergelijking met de soorten die vroeger ook al zeldzaam waren. De achteruitgang van die alomtegenwoordige soorten blijft niet zonder gevolg. In Frankrijk is het effect van de afname van hommels op planten al meetbaar. 

Niet minder dan 106 studies die tesamen 923 populaties van landinsecten onderzochten, werden betrokken in deze analyse. Die studies gingen de trend van populaties op korte termijn (minimum 9 jaar) of op lange termijn (maximum 64 jaar) na. De nieuwe analyse bevestigt de algemene negatieve trend onder de insecten en komt uit op een globale achteruitgang met -1,5% per jaar. Als de trends voor elke soort apart werd bekeken, dan gingen de insecten die bij de start van de tijdsreeksen het talrijkst waren het sterkst achteruit (met gemiddeld -8% per jaar). 

Wel sterke afnames, maar geen sterke toenames

Uiteraard zijn er ook insecten die toenemen. Maar geen van die toenemende soorten bereikt qua talrijkheid het niveau van de ooit zeer algemene insecten die zo sterk achteruitgaan. Met andere woorden: de terugval van de aantallen van de talrijke  soorten wordt niet gecompenseerd door de opmars van andere insectensoorten. In een zeldzaam geval gebeurt dat toch: dan gaat het om exoten die zich ergens weten te vestigen en vervolgens invasief worden. Het beste voorbeeld is het Aziatisch lieveheersbeestje (de meest gemelde kever in onze Insectenzomercampagne!), die niet alleen in Europa massaal voorkomt, maar ook in Zuid-Afrika en het westen van de Verenigde Staten. In ons land veroorzaakte de opmars van het Aziatisch lieveheersbeestje een dramatische afname van het ooit algemene tweestippelig lieveheersbeestje.

Alomtegenwoordige soorten vervullen vaak sleutelrollen in de natuur. De bestuiving van tal van planten hangt niet af van enkele tientallen zeer zeldzame bijen in ons land, maar vooral van de algemenere hommelsoorten of alomtegenwoordige metselbijen. Hoewel er meer dan 700 soorten nachtvlinders in ons land leven waarvan de rupsen potentieel op het menu van zangvogels staan, hangt het broedsucces van kool- en pimpelmezen in belangrijke mate af van de talrijkheid van de grote en de kleine wintervlinder. Daarom zijn de negatieve trends van een aantal ‘banale’ nachtvlinder- en bladluisetende zweefvliegsoorten zo zorgwekkend. 

Afbeelding
Perzikkruiduil & trend
Natuurpunt Studie
De perzikkruiduil was een banale huis-, tuin- en keukenvlinder, maar is recent sterk achteruitgegaan.

Niet zonder gevolg

Hoe de afnames van die algemene insecten doorwerken in de natuur, werd recent geïllustreerd door een Frans onderzoek naar hommels en akkerviooltjes in de regio Parijs. Viooltjes zijn nooit de beste insectenlokkers geweest, hoewel ze vrij opvallende bloemen en nectar produceren. Daarom voorzien ze een plan B: als bestuiving door insecten uitblijft, kunnen de planten zichzelf bestuiven en kunnen ze alsnog zaad zetten. Maar het liefst van al laten ze zich dus bestuiven, weliswaar door insecten met een lange tong, omdat de vorm van de bloem dat vereist. Met een korttongige zweefvlieg is zo’n viooltje weinig, die heeft liever een aardhommel die wel in staat is om echt te bestuiven.
In de Parijse regio werd een onderzoek opgezet waarbij gebruik gemaakt werd van zaden die begin jaren 1990 verzameld waren en zaden die recent werden ingezameld, en dat op vier verschillende locaties in het landbouwgebied. In totaal werden zo 792 planten onderzocht. 
 

Op enkele decennia is de zelfbestuivingsgraad van het akkerviooltje met 27% toegenomen. Die tendens deed zich voor op alle vier onderzoekslocaties. De planten investeren minder in de productie van nectar (ca. -20%) en ook de bloemblaadjes worden kleiner en dus minder opvallend. Zo lijkt het akkerviooltje in een vicieuze cirkel te zijn terecht gekomen: door meer aan zelfbestuiving te doen en minder te investeren in nectarproductie en opvallende bloemkronen, gaan er nog minder hommels worden aangetrokken, waardoor de plant nog meer aan zelfbestuiving moet doen.  Ook voor de hommels is dat geen goed nieuws: hoewel het aantal bloemen in het landschap niet afneemt, is er toch minder voedsel (nectar) voorhanden. Soortgelijke veranderingen werden ook al vastgesteld bij Echt duizendguldenkruid in de Antwerpse haven. Deze voorbeelden tonen aan dat de afname aan insecten kan leiden tot sluipende veranderingen in de natuur.

Tekst: Wim Veraghtert (Natuurpunt Studie)

Afbeelding
Akkerviooltje
Akkerviooltje