Afbeelding
Grote glimworm
Mira Van den Broeck

Lichtvervuiling verblindt glimwormen

16 nov 2023
Categorieën
Natuurbericht
Insecten en ongewervelden
Lichtvervuiling


In vergelijking met klimaatverandering of vermesting lijkt lichtpollutie misschien een mineur milieuprobleem. Maar de effecten van lichtvervuiling zijn sterk onderschat. Steeds meer onderzoeken tonen aan hoe het gebrek aan nachtelijke duisternis door een overdaad aan kunstlicht verstorend werkt voor mens én natuur. In een reeks natuurberichten onderzoeken we de impact hiervan.


Lichtvervuiling verblindt glimwormen

Onze fel verlichte nachten schaden het dieren- en plantenleven, inclusief dat van de mens. En dat is zeker zo voor dieren die zelf licht geven om zich voort te planten en te overleven. LED- en straatlampen verhinderen dat mannelijke glimwormen een oplichtend vrouwtje vinden. Larven van glimwormen lijken dan weer te bevriezen bij koud wit en blauw licht en vrouwtjes stoppen met glimmen bij een overvloed aan licht. Dat blijkt uit de masterthesissen Biologische Wetenschappen aan de Antwerpse Universiteit van Koen Van Daele en Sander Vandormael. 

Wat zijn glimwormen?

Glimwormen vormen samen met vuurvliegjes - die in feite niet meer zijn dan vliegende varianten van glimwormen -, een eigen familie, de Lampyridae, binnen de orde der kevers. Alle levensstadia vertonen “bioluminescentie”, wat betekent dat ze als levende organismen in staat zijn licht te geven. Dit gloeien dient  als afweringssignaal naar predatoren en adulten gebruiken hun lichtsignalen ook om partners te lokken. In België kennen we drie soorten, de kortschildglimworm (Phosphaenus hemipterus), de kleine glimworm of “vuurvliegje” in de volksmond (Lamprohiza splendidula), en het onderwerp van dit natuurbericht, de grote glimworm (Lampyris noctiluca). 

Invloed van licht op het zoeken van een partner

Door mannelijke grote glimwormen bloot te stellen aan verschillende soorten licht, van blauw en wit tot oranje, onderzocht Koen Van Daele in zijn masterthesis of ze erin slaagden het groene schijnsel van imitatievrouwtjes te onderscheiden. Terwijl controlemannetjes in een donkere omgeving onmiddellijk het groene lichtje ontdekten en er ook op afkwamen, tastten mannetjes die van bovenaf werden beschenen door de verschillende lichtkleuren in het duister.

Terwijl oranje licht hen net leek aan te trekken, meer dan het zwakkere, groene schijnsel op de bodem, bracht het blauwe (en witte) licht, dat het dichtst aanleunt bij daglicht, hen tot stilstand. Uit een andere proef bleek bovendien dat helder witte LED-lampen mannelijke glimwormen zo hard verblinden, dat ze na het doven van de lampen minstens drie kwartier nodig hebben om hun zoektocht naar een glimmend vrouwtje te hervatten. Omdat ze stoppen met speuren op hun gebruikelijke moment, zo rond middernacht, werd aangetoond dat lampen die tot 23u branden de tijd die mannetjes rest om een vrouwtje te vinden drastisch beperken.

Invloed van licht op gedrag vrouwtjes 

Sander Vandormael onderzocht aansluitend het effect van licht en lichtvervuiling op het gedrag van vrouwelijke glimwormen en op dat van de larven. De larven vertoonden zowel kruipactiviteit in het donker als onder rode belichting, maar bleken veel minder actief tot inactief en vonden moeilijk schuilplaatsen onder witte en nog sterker onder blauwe belichting. Onder blauw, wit en groen licht doofden de volwassen vrouwtjes hun eigen licht en begonnen weer te glimmen als het licht werd uitgeschakeld. Bovendien bleven ze langer glimmen, lang nadat de mannetjes waren opgehouden met speuren, lichtten de vrouwtjes in het donker nog steeds op. Vruchteloos.


Afbeelding
larve_glimworm_-_mira.png

Larve van de glimworm (c) Mira Van den Broeck

Vuurvliegjesexpert en Doctor Raphael De Cock van de glimwormenwerkgroep was co-promotor van deze masterthessisen en vult aan. Uit dit onderzoek en deze thesissen kunnen we alvast besluiten dat glimwormen gevoelig zijn voor zowel blauw licht aan de ene kant van het spectrum en groen, geel, oranje en rood aan de andere kant. Mannelijke glimwormen zijn kleurenblind voor rood en groen en het gevoeligst voor geelgroen licht, dat is ook de lichtkleur die vrouwtjes uitstralen. Maar het betekent dat deurbellen, kleine ledlampen, tuinverlichting die rood over geel tot groen is mannetjes aantrekken en de voortplanting in de war brengen.

Blauw of wit licht is op alle vlakken schadelijk. Niet alleen voor glimwormen, maar voor alle nachtactieve dieren en ook voor dagactieve soorten, waartoe ook de mens behoort. Overmatig lichtgebruik gooit de dag- en nachtcyclus overhoop en verstoort zo de hormonenhuishouding die daarop geënt is. Dieren verliezen hun nachtelijke oriëntatiepunten, hun schuilplaatsen, hun kansen tot voortplanten. Bij mensen leidt het tot stress, slaaptekort met alle bijbehorende lichamelijke en mentale klachten.

Als mens zijn we grotendeels nyctofoob, we zijn bang voor de nacht en de duisternis en hebben de neiging meer te verlichten dan nodig is. Bovendien zijn we honderdvijftig jaar na de uitvinding van de gloeilamp er zo gewend aan geraakt om meer verlichting gelijk te stellen aan meer vooruitgang en meer veiligheid, een stelling die overigens niet ondersteund wordt door wetenschappelijk onderzoek. Het is makkelijker een lamp bij te plaatsen dan een weg te halen. Daardoor menen de onderzoekers dat lichtvervuiling een onderschat fenomeen is. De meeste zoogdieren zijn het actiefst in de schemering of ’s nachts; de helft van de gekende insectensoorten hebben ook de nacht als habitat. Onderzoek na onderzoek wijst erop dat insecten het steeds moeilijker hebben. Een van de minder belichte oorzaken is lichtvervuiling, precies omdat de nachtvlinders tot de sterkst getroffen groep behoren.


Afbeelding
glimworm_-_robert_canis.jpg

Glimworm (c) Robert Canis

Maar ook voor glimwormen, een soort die zelf licht maakt en werkt met licht om zich voort te planten, vormt al dat kunstlicht een bijkomende hinderpaal. De masterthesissen van Van Daele en Vandormael suggereren bovendien dat mannetjes, vrouwtjes en larven anders reageren op verschillende types licht, waardoor vrouwtjes stralen – en energie verbruiken – op het moment dat mannetjes al niet meer op zoek zijn. Verder onderzoek moet dan weer uitzoeken welk effect licht heeft op verpoppingsklare glimwormlarven. Zij zijn ook overdag actief en misschien reageren ze zo anders op licht waardoor ze zich graag nestelen onder felle straatlampen, net waar ze als volwassen glimworm onzichtbaar zijn.

Uit onderzoek is het dus duidelijk dat het niet goed gaat met onze lichtgevende kevers. Om deze lichtjes in het duister niet te verliezen in ons lichtovergoten Vlaanderen is het dus belangrijk om meer aandacht te besteden aan de problematiek van lichtvervuiling. Om ten slotte in actie te komen om lokaal de lichten te doven en zo een verschil te maken voor talloze stemloze nachtactieve dieren die hier baat bij hebben.

Tekst: Tine Hens, met input van Sander Vandormael, Koen Van Daele, Raphaël De Cock & Mira Van den Broeck (Glimwormenwerkgroep Natuurpunt)