Afbeelding
Purpersteeltje
Paul Wouters/Marianne Horemans

Mossen in Vlaanderen, een miniatuurwereld in verandering

14 dec 2023
Categorieën
Natuurbericht

Zeg niet zomaar mos: de Vlaamse soortenlijst telt maar liefst 532 verschillende mossensoorten. Uit een recente analyse door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, te lezen in Natuurfocus, blijkt dat de mossenwereld in beweging is: heel wat soorten zijn in min of meerdere mate bedreigd, maar er is ook goed nieuws. 

Mossen zijn dan misschien klein en worden vaak over het hoofd gezien, maar ze zijn van onschatbare waarde voor onze biodiversiteit: het waren de allereerste planten die land veroverden en die zorgden dat later ook andere landplanten konden ontstaan. Mossen evolueerden in drie groepen: de hauwmossen (4 soorten in Vlaanderen), de levermossen (117 soorten in Vlaanderen) en bladmossen (411 soorten in Vlaanderen). In onze contreien vertegenwoordigen mossen ongeveer één vierde van alle landplanten.

 

Afbeelding
Mossenkenner Wouter Van Landuyt

Op de knieën voor mos

Slechts een handvol specialisten doet in Vlaanderen onderzoek naar mossen. Voor de meeste soorten heb je immers een goed vergrootglas nodig, en vaak moet je ook nog eens door de knieën gaan of enkele plukjes inzamelen voor determinatie onder een microscoop. Mossen bestuderen vergt wel wat moeite en mogelijks trekt deze groene miniatuurwereld daardoor minder aandacht dan bomen of bloemen. In het beste geval worden mossen als het ‘zachte behang van het bos gezien; in het slechtste geval worden ze beschouwd als onkruid dat je te lijf moet gaan op je dak of in je gazon. En dat is best jammer, vooral omdat mossen indicatoren zijn van luchtvervuiling en klimaatverandering. Ze reageren relatief snel op veranderingen in het milieu, onder andere omdat ze voedingsstoffen rechtstreeks via de lucht en de neerslag opnemen in hun bladcellen en daardoor extra gevoelig zijn.  Sinds 1980 heeft een handvol mensen de studie en de inventarisatie van mossen in Vlaanderen ter harte genomen. Gedurende 4 decennia speurden deze mossenliefhebbers (officieel bekend als de Werkgroep Bryologie en Lichenologie) alle min of meer interessante gebieden in Vlaanderen af en ze maakten lijstjes van alle soorten die werden aangetroffen. Deze determinaties blijken nu bijzonder waardevol want ze laten toe om veranderingen in mosflora op te volgen, en dat gedurende vier decennia (van 1980 tot 2020). Zo blijkt onder andere dat de mossenwereld in Vlaanderen sterk veranderd is, zowel in goede als in slechte zin.

Kantelpunt na 1980

Het goede nieuws vinden we vooral bij mossen die op bomen groeien. In de jaren 1960 tot 1980 kregen grote delen van Vlaanderen te kampen met een hoge uitstoot van zwaveldioxide in de lucht. Dit chemische element vormde, wanneer het in contact kwam met regenwater, een soort verdund zwavelzuur (zure regen) die dodelijk was voor mossen die op bomen groeiden. Meer nog, tot 1980 kunnen we Vlaanderen zelfs bestempelen als een dorre woestijn voor mossen die leefden op bomen en struiken. In grote delen van Europa deed de zure regen bovendien ook volledige bossen afsterven.  Het keerpunt kwam toen er rond de jaren ’90 beleidsmaatregelen voor een zuiverdere lucht werden genomen en om o.a. zwavelhoudende brandstoffen (zoals kolen) te bannen en om diesel te ontzwavelen. De maatregelen leidden tot een sterke afname van de uitstoot van zwaveldioxide. Dat betekende een kantelpunt voor bomen, maar ook voor de mossen die op bomen en struiken groeien: deze soorten kenden een spectaculaire terugkeer sinds 2000. Aangezien mossen zich over zeer lange afstanden kunnen verspreiden met sporen of zichzelf vegetatief kunnen klonen, konden ze na een lange periode van afwezigheid terug relatief gemakkelijk nieuwe geschikte groeiplaatsen bereiken. Soorten zoals het helmroestmos, knikkersterretje, bleek boomvorkje, schijfjesmos en heel wat andere ‘boombewoners’ kenden daardoor een spectaculaire come-back.

 

Afbeelding
Knikkersterretje (Wouter Van Landuyt)

Knikkersterretje maakt een sterke comeback. (Foto (50x vergroting): Wouter Van Landuyt)

Minder goed nieuws

Maar er is niet alleen goed nieuws: minder goed gaat het met mossoorten die op de bodem groeien, op natte milieus (in veen en tussen andere soorten zoals veenmossen), in voedselarme bosgebieden (op grachtkantjes) en in heideterreinen. Vooral de achteruitgang van levermossen is sterk opvallend in de periode 1980-2020. Vermoedelijk speelt de klimaatverandering hierin een rol, maar ook de aanhoudende verrijking door stikstofdepositie is een bepalende factor. Levermossen floreren vooral in permanent vochtige en kille gebieden. Langdurige droogteperiodes en hittegolven zijn voor levermossen veel schadelijker dan voor (de vaker voorkomende) bladmossen. Op plaatsen waar levermossen vroeger talrijk aanwezig waren, moeten onderzoekers nu met een vergrootglas zoeken naar enkele scheutjes. Heel wat algemene soorten levermos zijn sterk achteruit gegaan en soorten die al zeldzaam waren, staan nu op de rand van het uitsterven in Vlaanderen. Voorbeelden zijn er te over: het heidefranjemos, hoogveenlevermos, groot zweepmos, bosschoffelmos, cederhoutmos, enz. Van de 117 soorten levermossen in Vlaanderen staan er 89 soorten op de Rode Lijst. Omgerekend is dat meer dan 75% van alle soorten levermos. Op drie soorten na gaat het om bodembewonende soorten en vaak zijn het de soorten van voedselarme milieus die het zwaarst worden getroffen.

 

Afbeelding
Heidefranjemos (Wouter Van Landuyt)

Heidefranjemos, een sterk bedreigde soort in Vlaanderen; 40x vergroot (foto: Wouter Van Landuyt)

Kortom, vier decennia mosonderzoek toont niet alleen aan welke soorten als winnaars uit de bus komen, maar geeft evengoed aan welke impact klimaatverandering, verdroging of vermesting hebben op de groene en boeiende miniatuurwereld van mossen.

Het volledige artikel uit Natuurfocus kan je nalezen via deze link.

Vraag jij je soms af hoe dingen werken in de natuur? Dan is Natuurfocus het geknipte leesvoer voor jou. Het driemaandelijkse tijdschrift brengt vlot leesbare artikels over recente onderzoeken en actuele discussies en vertaalt die naar de praktijk van studie, beheer, educatie en beleid. Het richt zich tot een breed geïnteresseerd publiek.Voor 15 EUR heb je een abonnement op dit interessante tijdschrift. Lees hier meer.  

Tekst: Wouter Van Landuyt (INBO - team soortendiversiteit)