Afbeelding
Vroedmeesterpad
Frank Pasmans

Ook amfibieën vechten tegen pandemie

2 nov 2020
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
LIFE BNIP
Natura 2000

Covid-19 slaat hard toe. De pandemie slaat wild om zich heen en is nog niet onder controle. Maar tegelijk worden ook amfibieën wereldwijd geteisterd door een pandemie. Recent onderzoek van de UGent heeft aangetoond dat de schimmelziekte chytridiomycose in België wijdverspreid voorkomt bij onze amfibieënpopulaties maar dat er maar een laag sterftecijfer is.

De schimmelziekte chytridiomycose heeft wereldwijd al een forse achteruitgang van meer dan 500 soorten amfibieën veroorzaakt. De schimmel die verantwoordelijk is voor deze pandemie is Batrachochytrium dendrobatidis, kortweg Bd. Recent onderzoek van de UGent heeft aangetoond dat deze schimmel in België wijdverspreid voorkomt bij onze amfibieënpopulaties. Het vreemde is dat die Belgische Bd-schimmels behoren tot een groep binnen Bd die gekend staat als hypervirulent en geassocieerd wordt met de variant die in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika, Australië en - in mindere mate - ook in Spanje voor massale amfibieënsterfte heeft gezorgd. Maar in België leeft Bd min of meer vreedzaam samen met de amfibieën die erdoor worden besmet en voltrekken er zich geen drama’s. Sterfte ten gevolge van een Bd-besmetting doet zich in ons land nauwelijks voor. Het onderzoek van de UGent toont aan dat dit toe te schrijven is aan het feit dat de schimmelstammen van Bd die in België circuleren een lage virulentie (ziekteverwekkend vermogen) hebben.

Deze laagvirulente stammen bieden zelfs in enige mate bescherming tegen bijzonder gevaarlijke hoogvirulente schimmels zoals Bd en Batrachochytrium salamandrivorans (afgekort tot Bsal), die elders reeds amfibieënsoorten deden uitsterven. Vooral de vroedmeesterpad blijkt bijzonder gevoelig te zijn voor die hoogvirulente schimmels. Indien deze soort door deze schimmels zou worden geïnfecteerd, zou dit het einde kunnen beteken voor de kleine en kwetsbare Vlaamse populaties.

Het zou dan ook erg nuttig zijn om een test te ontwikkelen die snel toelaat om in te schatten hoe virulent een bepaalde Bd-stam is. Op die manier zou het mogelijk worden om het risico van de aanwezigheid van Bd voor onze Europese amfibieënpopulaties beter te kunnen inschatten en zou kunnen worden gepoogd om vooral de introductie van hoogvirulente stammen te vermijden.

Ook salamandersoorten die niet in België voorkomen en die gevoelig zijn aan Bsal, zoals de marmersalamander, zouden kunnen profiteren van de aanwezigheid van de laagvirulente Bd-stammen. Vuursalamanders bouwen helaas geen weerstand op tegen Bsal na contact met Bd. Dat is jammer want Bsal richt bij deze soort een echte ravage aan, o.a. in België, Nederland en Duitsland. In de natuur zou de aanwezigheid van laagvirulente Bd-stammen zich kunnen vertalen in variabele effecten van Bsal op salamander-gemeenschappen, met een verminderde negatieve impact op populaties van sommige, maar niet alle salamandersoorten.

Het blijft dus erg belangrijk de introductie van hoogvirulente Bd en Bsal in natuurlijke populaties te verhinderen door het nemen van preventieve maatregelen. De resultaten van het onderzoek van de UGent zijn alvast een stap in de goede richting voor een meer gerichte - en hopelijk meer succesvolle - bestrijding van deze schimmelziektes. Het volledige wetenschappelijke artikel kan je hier nalezen.

 

Tekst en foto: Frank Pasmans, An Martel (Universiteit Gent)