Batlife Europe, de Europese koepelorganisatie van verenigingen die zich inzetten voor vleermuizen, en waartoe ook de Vleermuizenwerkgroep van Natuurpunt behoort, verkoos de vale vleermuis tot Europese vleermuis van het jaar 2024-2025. De vale vleermuis is de grootste vleermuissoort in België en is in Vlaanderen erg bedreigd. Voor het voortbestaan in onze streken hangt de soort sterk af van natuurvriendelijke gebouwen, waar ze op zolders kolonies kan vormen. Met de verkiezing van de vale vleermuis vragen we aandacht voor gebouwbewonende diersoorten.
Even voorstellen
De vale vleermuis is met een vleugelspanwijdte van 35 tot 43 cm één van de grootste vleermuissoorten van Europa. Ze komt voor van Zuid-Europa tot Noord-Duitsland, van Portugal tot Oekraïne. Net als andere soorten van het genus Myotis heeft ze een bruine rug- en een witte buikvacht. Ze is qua voedselvoorkeur een echte loopkever-specialist, en heeft stevige tanden om door de harde keverschildjes te bijten. Naast echolocatie gebruikt ze ook de typische geur van die kevers (vandaar zijn lange snuit). Vale vleermuizen jagen het liefst in bossen, ze hebben een voorkeur voor open bossen (zowel loof- als naaldbossen) en onverharde bospaden. De soort vliegt laag boven de bodem en landt vaak op de grond om prooien te vangen.
In de zomer vormen vrouwtjes grote kolonies, van enkele tientallen tot uitzonderlijk wel een paar duizend dieren. In de noordelijke helft van het verspreidingsgebied zoeken ze daarvoor zolders van grote warme gebouwen op. Voor de winterslaap is de soort te vinden in grotten, of grotachtige plekken zoals mijnen, groeves, bunkers en oude forten. Daar zoekt ze vaak relatief warme plekjes (7-12°C), verder van de ingang.
Vale vleermuis in Vlaanderen
De vale vleermuis is altijd zeldzaam geweest in onze streken, maar tegenwoordig is ze met uitsterven bedreigd. Vroeger waren er waarnemingen verspreid over alle provincies. Zo zijn er oude waarnemingen uit de jaren ‘60 tot ‘80 in Roeselare, Oudenaarde, Temse, Ranst en Hoogstraten. In Hoeilaart, nabij het Zoniënwoud, overwinterden er tot in 1999 enkele dieren. In 2010 werd er een schedel van de soort gevonden in het fort van Brasschaat, maar de leeftijd ervan was onduidelijk.
De laatste jaren wordt de vale vleermuis enkel nog waargenomen in de provincie Limburg. In de winter worden kleine aantallen (jaarlijks een vijftal) aangetroffen in twee mergelgroeves in de gemeente Riemst. De vale vleermuis kan grote afstanden afleggen tussen zomer- en winterverblijfplaats, en waarschijnlijk komen de dieren van kolonies in Wallonië en Nederlands Limburg. In de zomer is de verspreiding in Vlaanderen minder goed bekend, maar dieren uit kolonies net over de taalgrens in Wallonië komen jagen in de bossen van de Voerstreek. Op enkele warme zolders in Voeren verblijven ook solitaire mannetjes. Afgelopen zomer was er ook een grote verrassing van een zomerwaarneming in Nationaal Park Hoge Kempen. Toekomstig onderzoek zal moeten uitwijzen of het hier gaat om een solitair mannetje, of dat er mogelijk nog een kraamkolonie aanwezig is in de regio.
Kolonie vale vleermuizen (c) Johann Prescher
Ambassadeur voor natuurinclusieve gebouwen
Met de verkiezing van de vale vleermuis wil Batlife Europe extra aandacht vragen voor vleermuizen in gebouwen. Net als veel andere soorten is de vale vleermuis nauw verbonden met mensen: kraamkolonies in de zomer komen namelijk voor op zolders van oude gebouwen zoals kerken en kastelen. De vale vleermuis is net als veel gebouwbewonende soorten sterk bedreigd. Bij renovatie of verbouwingswerken verdwijnt ruimte voor vleermuizen en andere dieren in onze gebouwen.
In september 2023 is er een Interreg-project opgestart rond natuurinclusief bouwen. Met dit project willen we gebouwafhankelijke soorten helpen door alternatieve verblijfplaatsen te voorzien, onderzoek te doen en samen te werken met verschillende organisaties en overheden (Vogelbescherming Nederland, Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid, Inverde, Buildwise, Blenders, Natuurpunt, provincies, gemeentes, en nog meer). Er zijn naast vogels ook heel wat vleermuizen die afhankelijk zijn van gebouwen. Het gaat dan om zeldzame soorten, zoals de ingekorven vleermuis en de zonet besproken vale vleermuis, die voornamelijk in het noorden van haar areaal een gebouwbewonende soort is. Maar ook onze meest algemene vleermuis, de gewone dwergvleermuis, en de vrij algemene laatvlieger, zijn sterk gebouw-afhankelijk. Ze huizen vaak in spouwmuren, onder daklagen en achter gevelbetimmering.
Met tal van demoprojecten zal dit project mensen proberen warm te maken om zelf ook initiatief te nemen voor deze beschermde, fascinerende en bovenal nuttige dieren. Iedereen kan meehelpen en we hopen dat natuurinclusief bouwen dan ook algemene praktijk wordt in de bouwwereld, en dat het beleid daar mee z’n schouders gaat onderzetten.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief