Op 26 oktober 2022 post Liliane De Lange een foto van een mooie oranjegele zwam op haar olijfboom op Facebook met als opmerking: “nog nooit gezien”. Al snel stromen de reacties binnen, dat dit wel eens de zuidelijke lantaarnzwam zou kunnen zijn, die al eerder in Nederland opdook.
In België werden al eerder op olijfboompjes bijhorende specifieke zuiderse zwammen gevonden. We hebben materiaal ingezameld en nagekeken en het bleek inderdaad om de zuidelijke lantaarnzwam te gaan, een nieuwe soort voor België.
Broertje van de noordelijke lantaarnzwam
In Europa zijn er twee soorten lantaarnzwammen te vinden: de noordelijke lantaarnzwam (Omphalotus illudens) en de zuidelijke lantaarnzwam (Omphalotus olearius).
De noordelijke lantaarnzwam die reeds uit België bekend was, is in feite afkomstig uit Noord-Amerika waar deze op Amerikaanse eik groeide en zo is meegekomen met aanplanten in de 19e eeuw. Toch is en blijft de noordelijke lantaarnzwam in Vlaanderen een zeldzaamheid, vorig jaar werd de soort voor het eerst in Oost-Vlaanderen waargenomen. In Wallonië wordt de soort iets vaker gemeld.
De zuidelijke lantaarnzwam die nu voor het eerst werd waargenomen in Vlaanderen, is een soort die voornamelijk wordt aangetroffen aan de voet van olijfbomen. De wetenschappelijke naam verwijst daar ook naar.
Beide lantaarnzwammen lijken uiterlijk sterk op elkaar, de zuidelijke lantaarnzwam zou een iets donkerdere hoed hebben (oranjebruine tot roodbruin) terwijl de noordelijke lantaarnzwam meer oranje is. Ook de steel van de zuidelijke lantaarnzwam zou iets donkerder zijn en korter. Onder de microscoop werd gekeken naar de sporenmaten, die licht verschillen.
Het DNA van beide paddenstoelen is verschillend, maar laboratoriumproeven hebben aangetoond dat beide soorten gemakkelijk met elkaar kunnen kruisen. Zolang beide soorten op verschillende continenten voorkwamen was dat onmogelijk, maar nu de soorten dichter bij elkaar komen, kunnen we in de toekomst ook bastaarden verwachten.
Licht in de duisternis
Na het inzamelen van het verse materiaal van de zuidelijke lantaarnzwam brachten we de zwam in een compleet verduisterde kamer en zagen we inderdaad een flauw lichtschijnsel. Daarna kwam het idee om de zwam de volgende dag naar een fotograaf te brengen om met een lange sluitertijd dit in beeld te brengen. Helaas gaf de zwam de volgende dag geen licht meer, blijkbaar zijn het enkel verse exemplaren die het vermogen hebben om licht te geven.
Het licht zou ontstaan door bioluminescentie. Het zijn enkel de plaatjes die licht geven, onder invloed van een enzym dat aangemaakt wordt tijdens het rijpen van de sporen.
Tekst: Roosmarijn Steeman (Natuurpunt Studie) en Dieter Everaert
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief