Vliegende speld
vliegende_speld_fotoopa.jpg

De vliegende speld (Baccha elongata)
Er zijn zo’n 300 soorten zweefvliegen. Vaak zijn ze prachtig gekleurd en meten vaak niet meer dan 2 cm. Veel zweefvliegen (zoals bijvliegen en fopwespen) bootsen wespen, bijen of hommels na. Ze hebben dezelfde felle kleuren, patronen of lichaamsbeharing. Toch kan je ze snel herkennen. Ze hebben twee vleugels in plaats van vier zoals bijen, wespen en hommels.
Van alle leefgebieden in ons land herbergen oude weelderige loofbossen het hoogste aantal soorten zweefvliegen. Bossen zijn dan ook hun favoriete plek. Vooral oude loofbossen met veel dode bomen en hier en daar een open plek met opwellend grondwater is voor hen een pretpark. Je kan in oude levendige loofbossen maar liefst 150 soorten zweefvliegen terugvinden, waaronder de vliegende speld.
Hoe kan je de vliegende speld herkennen?
Veel zweefvliegen hebben zwarte en gele kleuren hebben om op wespen te lijken, maar daar doet de Vliegende speld niet aan mee. Die blinkt eerder uit in onopvallendheid. Het is een heel smal beestje (ca. 1 cm lang) waar je zo overheen kijkt. Het vliegje heeft zijn naam dus niet gestolen.
Waar leeft de vliegende speld?
De vliegende speld is een echte bossoort. Terwijl veel insecten zonnekloppers zijn, vertoeft de zweefvlieg graag in de schaduw.
De larven van de vliegende speld vind je op allerlei plantensoorten. Daar verrichten ze nuttig werk: ze jagen op bladluizen.