Nieuws

Algemene vergadering 8 februari

Locatie: NP museum, Graatakker 11 te Turnhout
Start 19h 
We presenteren een korte terugblik op 2022, alsook een inzage in onze plannen voor 2023. Tevens ook verkiezing van nieuwe bestuursmandaten. Alle leden welkom

einde voorzien rond 22h00

info bij Richard Vergaelen 0494 39 36 87 [email protected]

Taxandria vogelwerkgroep 2022

TAXANDRIA VOGELWERKGROEP 2022

Telling van roekenkolonies in de Turnhoutse Kempen door VWG-Taxandria

 

Begin 20ste eeuw waren Roekenkolonies in België vooral gevestigd in het Franstalige landsgedeelte met een sterk procentueel overwicht in Waals Brabant. Behalve een grote kolonie in Schravenvoeren, werden in het jaar 1928 slechts 150 broedparen gemeld voor de rest van Vlaanderen. De verspreiding beperkte zich tot het zuidelijk deel van de provincie Antwerpen en in Vlaams Brabant.

Na 1928 trad een toename op die voornamelijk toe te schrijven is aan opeenvolgende vestigingen in de Antwerpse en Limburgse Kempen waar de soort voordien als broedvogel ontbrak. Volgens Verheyen (1957) dateren de eerste inplantingen in de Kempen vanaf 1938. Voor de Turnhoutse Kempen is er een eerste meldingen in 1940 in Beerse, 8 nesten (E.H. Frans Segers) en in 1943 te Turnhout. In 1955 telde de toen nog enige roekenkolonie van de Turnhoutse Kempen, te Turnhout-Oosthoven in de Doolhof, 294 nesten.

Omwille van beperkte informatie gedurende de verdere periode 1958 tot 1979 is het moeilijk om veranderingen in het broedresultaat weer te geven. Maar vermoed wordt, dat de stand van de Roek gevoelig afnam vanaf het begin van de jaren zestig tot in de eerste helft van de jaren zeventig wanneer in die periode een dieptepunt werd bereikt. Voornaamste oorzaken waren bejaging, verjaging,  kappen van nestbomen, uitleggen van giftige eieren en gebruik van landbouwgif.

De wettelijke bescherming van de Roek en een verscherpte reglementering op het gebruik van landbouwgif zorgt vanaf 1980  in de Antwerpse Kempen voor een licht herstel van de broedkolonies en een nieuwe vestiging in Dessel. Uitgezonderd in de Doolhof te Turnhout, werd een verdere geleidelijke afname vastgesteld tot er begin deze eeuw geen nesten meer werden gevonden. Ondertussen zien we wel dat vanaf 1997 roeken uit de kolonie van de Doolhof zich verspreid over Turnhout vestigden in verschillende kleinere kolonies en te Oud-Turnhout. Na 2007 breiden de vestigingen zich verder uit, of is er mogelijk influx van buiten de Turnhoutse Kempen naar de gemeente Retie. Na 2011 volgen vestigingen in  andere gemeentes zich snel op,  er verschijnen  roekenkolonies in Dessel, Weelde, Lichtaart, Tielen, Ravels, Poppel en Beerse.

Vanwege de grote dispersie aan roekenkolonies in de Turnhoutse Kempen werd het moeilijk om een juist beeld te krijgen van het totaal aantal broedvogels. Daarom organiseerde de vogelwerkgroep Taxandria in de lente van 2022 een uitgebreide telling van het aantal roekennesten in hun werkingsgebied. Om dit mogelijk te maken werd bij de leden van de vogelwerkgroep naar vrijwilligers gezocht om mee te werken aan de telling.  We verdeelden het onderzoeksgebied in hokken van 5 op 5 km de zogenaamde atlasblokken. In totaal moesten 21 atlasblokken onderzocht worden op de aanwezigheid van roekenkolonies. Iedereen kon één of meerdere atlasblokken claimen en op die manier meewerken aan de telling van het aantal nesten. Belangstelling was er, maar het duurde toch wel even voor alle atlasblokken geclaimd werden.

Met 14 vrijwilligers werden alle 21 atlasblokken van de Turnhoutse Kempen  onderzocht op de aanwezigheid van roekenkolonies. Om het aantal bewoonde nesten in de kolonie te tellen moest er minimaal twee keer geïnventariseerd worden, eind maart begin april voor de eerste keer en eind april begin mei voor een tweede keer. De tweede keer omdat de vestigingen van nieuwe paartjes tot laat in april kan plaats vinden, in ieder geval moest de laatste telling gebeuren voordat de bomen in blad kwamen anders waren de nesten niet meer zichtbaar. Het hoogste aantal getelde bewoonde nesten wordt aangehouden. Want het kan zijn dat door storm, verstoring of territoriumgevechten het aantal nesten in de kolonie daalt. Als er geen nesten in het atlasblok werden gevonden, was dat ook een waardevol gegeven.

Ons speurwerk leverde 23 roekenkolonies op, met in totaal 421 nesten verdeeld over 9 atlasblokken (zie tabel 1). Een roekenkolonie kan soms wel uit honderden nesten bestaan, maar de kolonies in ons telgebied waren beduidend kleiner. De gemiddelde koloniegrootte die wij vonden was 18 nesten, de kleinste kolonie bestond uit 3 en de grootste uit 58 bewoonde nesten. Bewoonde nesten zijn te herkennen aan de broedende vogels of jongen op het nest, territoriaal gedrag, bezoek van oudervogels of uitwerpselen op de nestrand of onder het nest. Om de bewoonde nesten te kunnen bekijken moest men uitermate voorzichtig de kolonie benaderen anders vlogen alle vogels op en was het niet meer duidelijk welk nest bezet was.
 
Tabel 1 Resultaat inventarisatie  2022

We keken ook naar de boom en de boomhoogte waarin de nesten stonden. De boomhoogte bedroeg gemiddeld 20 meter en hoger. Maar we vonden ook een kolonie in een jong populierenbestand van maar 10 m hoogte. Slechts 1 kolonie van 34 nesten lag in een grove dennen bestand, de 21 andere kolonies vonden we allen in loofboombestanden zoals; Amerikaanse eik, zomereik, canadapopulier, berk, beuk, fruitboom, esdoorn, paardenkastanje, plataan, els en acacia.

Figuur 1 Roekenkolonie Schorvoort, Turnhout (foto Frans Baaten)
 
In 40% van onze waarnemingen telden we maar 1 nest per boom en 60 % waren er meerdere nesten aanwezig per boom (zie diagram 1). Het grootste aantal per boom was 19 nesten. 
 
Diagram 1     Procentuele weergave van het aantal waargenomen  nesten per boom.
 
Bespreking van de inventarisatie.
De vrijwilligers telden na het vinden van een roekenkolonie in hun atlasblok het aantal nesten begin april en een tweede telling eind april/begin mei. Enkele ijverige onderzoekers gingen zelfs 3 tot 6 keer naar de kolonie om de nesten te tellen. Uit deze meerdere tellingen van begin maart tot begin mei, kunnen we afleiden dat pas vanaf begin april het duidelijk wordt uit hoeveel bezette nesten de kolonie bestaat. Vroeger tellen dan begin april heeft dan ook weinig nut. In enkele kolonies zien we dat in deze periode het aantal bezette nesten het grootst is, maar voor de meeste geld dat enkel voor de laatste telling.

Sommige tellingen verliepen iets moeilijker zoals bij de kolonie roeken op de Schorredonken in Tielen. Daar bevindt zich de roekenkolonie op een goed omheind privé-perceel en in dennenbomen met nogal behoorlijk dichte kruinen. Je bent er dus genoodzaakt om vanop een afstand van 30-40 meter te tellen en veel nesten zijn in de altijdgroene dennenkruinen moeilijk of zelfs helemaal niet te zien. Door rond het perceel te lopen werd het aantal nesten geteld (34), maar ook het aantal opgevlogen vogels (tss 60 en 70), waardoor toch een betrouwbaar gegeven over het aantal nesten verkregen kon worden. 

In Turnhout bij de Anco-Torens lag de roekenkolonie op de grens tussen 2 atlasblokken en waren er dubbeltellingen (67 nesten) daarom werd de kolonie éénmalig nog eens in zijn geheel geteld en werden 57 nesten genoteerd.

Er waren roekenkolonies die vorig jaar nog bezet waren maar dit jaar werden verlaten en de nesten verdwenen, zoals in de Kerkstraat en hoek Tommelhof/Kampdijk in Ravels en in de Echelstraat/Grote  Schoutstraat te Oud-Turnhout.  In de Jef Van Heupenstraat in Turnhout werden de 3 aanwezige roekennesten verlaten door wegwerkzaamheden langs de kolonieboom, als ook in de Buurtjesweg Ravels waar 5 nesten verlaten werden, oorzaak onbekend en Hoge Darisdonk Oud-Turnhout 1 nest oorzaak onbekend. Op de Steenweg op Turnhout (MIKO) te Oud-Turnhout werden vorig jaar nog 37 nesten geteld en nu nog slechts 6 nesten, oorzaak was het omwaaien en kappen van verschillende nestbomen tijdens de winter.

De roekenkolonies die in het  atlasblok FS47A geteld werden, liggen eigenlijk net buiten het telgebied van VWG Taxandria, maar werden toch mee in het resultaat verwerkt omdat deze vogels vroeger in het populierenbestand op Heide te Retie broedde.

Overlast werd nauwelijks vastgesteld buiten één locatie te Retie in de Kruisstraat daar bevindt de kolonie zich tussen enkele huizen en een stal. De naaste buurman kon er mee leven, maar zou er niks mee inzitten dat ze weg waren.

Al onze tellingen leverden 421 bezette nesten op in 23 kolonies wat hoger is dan de 310 nesten in 22 kolonies van vorig jaar (gegevens uit waarnemingen.be) en 216 nesten van 2020. Maar zowel voor het jaar 2020 als 2021 werden met zekerheid niet alle kolonies geregistreerd op waarnemingen.be . Toch mogen we gewag maken van een stijging van het aantal broedvogels in de Turnhoutse Kempen en zeker een verdubbeling van het aantal nesten tegen over het einde van vorige eeuw.

Dankwoord
Het opsporen van roekenkolonies en tellen van het aantal nesten in de Turnhoutse Kempen werd mogelijk dankzij de inzet van leden van de vogelwerkgroep Taxandria:  Ivo Caers, Marie Josée Catteeuw, Eric Geudens, Luc Bijnens, Koen Schuermans, Paul Prinsen, Els Lenaerts, Jan Cortens, Luc Matthé, Peter Hoedemaker, Ward Machielsen, Greet Goosens en Willy Vangeel. Allen wil ik van harte danken voor hun inzet.
 
Coördinator van de roekentelling 2022
Ward Machielsen
  
Referenties
Voet H. et al. , 1985  Verspreiding en broedaantallen van de Roek Corvus frugilegus in Vlaanderen, 1928 – 1983.  Wielewaal jaargang 51
 
Verheyen R. , 1975 De zangvogels van België. Eerste deel. Tweede bijgewerkte uitgave. Brussel, Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen
 
Verdonck M., Brijs J., 1992 Roekennesten in de “Doolhof” te Turnhout. Telling van 1977 tot 1992. Haaklewie jaargang 23
 
Segers F.,  1948  Broedvogels in de Kempen. Antwerpen, de Nederlandse boekhandel.
 
Vermeersch G. et al. 2004 , Atlas van de Vlaamse broedvogels 2000- 2002. Mededeling van het Instituut voor Natuurbehoud 23, Brussel.
 

 

 

 

 

 

Gieren in de Baronnies Provençales

 

De Vale gier, Monniksgier en Lammergier zijn al meer dan honderd jaar in Zuid Frankrijk uitgestorven. De Aasgier verdween uit de Drôme in 1981. Vandaag, zijn de vier gierensoorten terug aanwezig in het “Parc naturel Régional des Baronnies Provençales”, gelegen tussen de Vercors, Drôme,  Mont Ventoux en de  pre-alpen. De vereniging “Vautours en Baronnies”, werd in 1992 gesticht met als doel de terugkeer en opvolging van de gierenpopulaties in het zuiden van de Drôme Deze vereniging heeft  hiervoor een zeer belangrijke rol gespeeld.

Al de gieren zijn strikte aaseters en voeden zich op de karkassen afkomstig van o.m. wilde dieren en schapen. Zo zorgen ze voor de verwijdering van kadavers en helpen om de verspreiding van pathogene micro-organismes en infectieuze ziekten te voorkomen.

De Vale gieren werden in 1996 uitgezet. Nu, herbergen ze in de Baronnies  de voornaamste kolonie van Vale gieren in de Alpen, met ongeveer 290 broedparen. In 2022, zijn er maar 25% van de jongen uitgevlogen wegens vogelgriep (zieke kuikens, of zieke ouders die de kuikens niet konden voederen)

Sinds 2004, is ook de Monniksgier uitgezet en de eerste kuikens zijn in 2010 in het wild geboren. Er zijn momenteel in de Baronnies een veertigtal individuen, met een beperkt maar stijgende aantal broedparen. (13 in 2022 waarvan 2 paren van vrouwelijke gieren). Dit jaar, zijn er 8 kuikens geboren en 5 uitgevlogen. De 3 andere zijn verdwenen zonder sporen achter te laten.

Aangetrokken bij de aanwezigheid van de andere gierensoorten, is de Aasgier vanaf 2008 spontaan teruggekomen in de streek. In 2022 heeft  zich één broedpaar gevestigd niet ver van Rémuzat, maar de nest werd voor een onbekende reden verlaten. Het is al een paar jaren dat dezelfde mannelijk gier (met in 2022 een andere vrouwelijk gier) ongeveer op dezelfde plaats broedt.

De Lammergier werd eerst in de Vercors uitgezet in 2010, en sinds 2016 worden er jaarlijks lammergieren uitgezet in de Baronnies. De jonge vogels zwerven soms rond  tot heel ver (België, Nederland, Italië) en worden volwassen na 6 tot 7 jaren. Ze komen dan terug om te broeden in de streek waar ze geboren/uitgezet werden. In 2022 hebben 2 broedparen een nest gebouwd in het Zuiden van de Vercors. Eén van deze heeft voor het eerst na meer dan 100 jaren een jongen grootgebracht.

Twee jongen Lammergieren, in gevangenschap geboren waren  (Canteperdrix en Riglos) werden in mei 2022 op de klif van Villeperdrix uitgezet. Ze hebben hun eerste vlucht gedaan in juni. Na enkele weken rondzwerven in de buurt, zijn ze vertrokken naar hogere bergen. In november zijn ze teruggekomen in de Baronnies waar ze nu overwinteren.

Het Europees project Gypconnect, met als doel de Lammergieren populaties van de Alpen , de Grands Causses en de Pyreneeën te linken, werd in 2022 voor 6 jaar verlengd onder de naam GypAct. Er zullen dsu in de komende jaren nog jonge Lammergieren uitgezet worden in mei in Villeperdrix.
 
Roland De Coster, met dank aan Julien Traversier (Vautours en Baronnies) voor de samenvatting van het broedseizoen.
www.vautoursenbaronnies.com
www.baronnies-provencales.fr

foto: Vale gier

 

 

 

 

 

Reis Drôme door vogelwerkgroep Taxandria mei 2022

 

In de maand mei is onze vogelwerkgroep met 14 personen op reis gegaan naar de Drôme onder leiding van Roland. Tijdens deze reis werden meer dan 90 soorten vogels gezien, onder meer waterspreeuw, kleine trap, 3 soorten gieren met uitzondering van de lammergier, scharrelaar, hop enz.
Onze  Vogelwerkgroep Taxandria heeft met de vereniging “Vautours en Baronnies" afgesproken om hun project te steunen met een jaarlijkse bijdrage. Dit naar aanleiding van deze reis.

Mensen die interesse hebben in het verslag van deze reis, kunnen deze toegestuurd krijgen via een eenvoudig mailtje naar [email protected]

Foto: Paul Prinsen

 

 

 

 

 

Wintertocht naar de Maas op zondag 18 december 2022

 

Een groepje van 12 vogelaars verzamelde om 8u op een koude herfstmorgen in december op de parking van de sporthal stadspark om een tocht aan te vatten naar het koudste plekje van Vlaanderen en Nederland. Vol verwachting klopte ons hart, want er werden ons prachtige vogelwaarnemingen beloofd in de uiterwaarden van de Maas. We spoedden ons naar den buiten van Maastricht en betraden het natuurgebied Boscherveld. Bart Bamps en Laurent Louwies namen ons op sleeptouw en bleken uitstekende gidsen. Met de telescoop op onze schouders  liepen we op een dijk die ons de gelegenheid gaf om van bovenaf het Bosscherveld in zijn volle glorie te beleven; het eiland Bosscherveld is, na afgraving, veranderd in een grindeiland, waarover een deel van het Maaswater zijn weg zoekt en spontaan een stelsel van erosiegeulen en eilandjes vormt. De thermometer wees - 11 aan en het Bosscherveld was idyllisch omgetoverd in een bevroren vlakte vol met sprookjesachtige silhouetten van allerlei planten en met hier en daar toch nog wat open water. Het festival begon: we zagen eerst grote zilverreiger, blauwe reiger, bergeend en krakeend, terwijl groepen grauwe ganzen over onze hoofden vlogen. Een koppeltje torenvalken zat dicht tegen elkaar op een paaltje vlakbij, ze scheerden daarna rakelings voorbij. Naarmate we verder wandelden vlogen steeds meer groepjes wintertalingen op. Tussen de rietstengels dartelden rietgorzen en nu en dan toonde een opvliegende watersnip zijn onnavolgbare wirwarvlucht. Toendrarietganzen vlogen over, en putters en sijsjes verkenden een boomkruin langs het wandelpad. We hoorden het krijsend geluid van een waterral en zagen hem kort in het riet verdwijnen. Willy V.G. zag nog een sperwer. We wandelden tot aan het sluizencomplex tot bij het verbindingskanaal tussen de Maas en het Zuid-Willemskanaal. Hier zou de voorbije dagen een kuifaalscholver gespot zijn; we zagen veel aalscholvers, kokmeeuwen, een enkele stormmeeuw, zilvermeeuwen en een Pontische meeuw. Bart had een hele bibliotheek aan vogelgidsen bij en aan de hand van zijn materiaal leerden we weer heel wat bij over de typische kenmerken van de meeuwensoorten. Zo konden we de witte kop zonder streepjestekening van de Pontische meeuw vergelijken met de kop van een zilvermeeuw en konden we goed  het verschil in oogtekening van beide soorten onderscheiden. Dodaarsjes dobberden op het water en hier zagen we onze eerste brilduikers.

foto: Koen Schuermans

Op de terugweg zagen we naast verkleumde blauwe reigers plots twee ongeringde ooievaars staan en dit tafereel werd vervolmaakt met een op het ijs schaatsende vos.
Wat een prachtig gebied!

We reden daarna tot aan het kerkhof van Smeermaas waar we  een prachtig zicht hadden op de uiterwaarden van de Maas. Hier zagen we naast tal van eerder vernoemde soorten o.a. grote zaagbekken en brilduikers.

Hoog tijd om de inwendige mens te versterken en wat warmte te vergaren in een tof cafe in Dilsen-Stokkem. Onze gidsen hadden de vriendelijke eigenaar verzocht om soep voor ons te voorzien en het moet gezegd: “de brocolisoep smaakte heerlijk!”. Tot onze grote verbazing was Laurant Louwies, onze tweede gids,  één van de belangrijke natuurfilmers die meewerkten aan de film over onze wilde natuur die momenteel overal in de cinema’s van Vlaanderen vertoond wordt. Hij weidde uitvoerig uit over hoe vogels naar bepaalde plaatsen gelokt worden om ze heel dichtbij te kunnen filmen.

Na de middag trokken we naar het prachtige natuurgebied Negenoord-Kerkeweerd, vroeger een grindwinningsgebied dat eigendom was van de familie Emsens, ons niet onbekend.

Bij het doorkruisen van het natuurgebied loop je tussen twee grote waterpartijen. We waren nog maar pas vertrokken of Paul had het eerste mannetje nonnetje al gespot. Op de plassen en op het ijs zaten grote groepen kolganzen; een aantal leek vastgevroren. We zagen futen, knobbelzwanen, verschillende eendensoorten, overvliegende kramsvogels, grote groepen ganzen en Bart merkte ook een vliegende graspieper op. We liepen tot vlak bij de Maas  en daar zagen we nog meer nonnetjes, brilduikers, grote zaagbekken, smienten, krakeenden, een pijlstaarteend, een eenzame ijsvogel, een buizerd en Willy V.G. merkte een jagende blauwe kiekendief op naar wie de anderen tevergeefs zochten. Als toetje verscheen een sperwer ten tonele en merkte Laurent nog enkele casarca eenden  op. Het werd tijd om stilaan terug naar de wagens te wandelen. Daar namen we afscheid van onze uitstekende gidsen die ons met een prachtige regio lieten kennismaken. En dan volle gas terug naar onze heimat om nog een stukje van de finale van de wereldbeker voetbal te kunnen  zien. Topdag!   

Verslag: Willy Dewinter

foto: Koen Schuermans

 

 

 

 

 

WTT-nieuws einde 2022

 

Het einde van een jaar is de geknipte tijd om een overzicht te maken. In 2022 kreeg ons WTT welgeteld 1000 telefoontjes binnen voor een noodlijdend dier. (tot 28dec.)  Enkele opvallende zaken die we daarin vaststelden waren o.a. : de opkomst van de bever. Tot voor dit jaar hadden we nooit een oproep voor een bever gekregen, dit jaar reeds 4 oproepen voor een bever in nood.  Tweede vaststelling : de groei van de populatie steenmarters.  Dat is wat we vermoedelijk toch kunnen afleiden uit de cijfers. 7 oproepen voor een marter in 2018, 5 oproepen in 2019 …  en 23 oproepen voor deze rover in 2022.  Ook opvallend : het aantal oproepen voor egels is fel gedaald. Die soort heeft de laatste jaren klappen gekregen en de populatie is daar nog niet van hersteld, geloven wij. 2022 was ook een slecht uilenjaar en dat vertaalt zich ook naar minder oproepen voor (jonge) uilen.
Slechts 16, terwijl de jaren ervoor 27, 29 en 29 oproepen waren voor deze nachtroofvogels. Tenslotte merken we een forse stijging voor de eend, maar hierbij zitten ook enkele oproepen voor de barbarie-eend.
Nog een merkwaardig iets : normaal daalt het aantal oproepen vanaf juni stelselmatig tot aan het einde van het jaar, maar dit jaar kregen we plots te maken met een opstoot aan oproepen in december waardoor we in deze maand 44 oproepen kregen t.o.v. 37 in november. In vergelijken met voorgaande jaren viel het nog meer op want vorig jaar (2021) hadden we over gans de maand december slechts 15 oproepen.
In het VOC van Herenthout heeft men dit jaar (tot 28 dec) 4103 dieren opgevangen. Geen absoluut record. In 2021 had men er meer dan 5000, maar toch een aanzienlijk aantal. Van de vogelgriep hebben ze uiteraard niet zoveel gemerkt als in Oostende, al hebben ze wel een aantal gevallen binnen gekregen, maar de gebruikelijke quarantaine-voorziening  bleek te voldoen.
Tenslotte nog dit. Voor die 1000 oproepen afgelopen jaar  hebben we 657 keer beroep moeten doen op een vrijwillige chauffeur van ons WTT. Percentueel gezien is dat het hoogste aantal in de 5 jaren dat we actief zijn. Meteen weten jullie dat er nood is aan chauffeurs en  we nog steeds vrijwilligers kunnen gebruiken.

Verslag: Willy Vangeel

 

 

 

 

 

Bus uitstap naar Zeeland en omgeving op zondag 5 februari 2023

 

Eindelijk, na enkele jaren afwezigheid, gaan we nog eens op bus uitstap naar Zeeland en omgeving Begin februari, als het goed wintert, is het hoogseizoen voor de vogelkijkers en trekken we traditiegetrouw naar het Nederlandse Deltagebied. Naast het Waddengebied is dit één van de belangrijkste West-Europese overwinteringsplaatsen voor duizenden vogels.

We bezoeken de verschillende eilanden van Zuid-Beveland tot Goeree-Overflakkee waar zeker weer alle soorten wilde ganzen, eenden en allerlei steltlopers waar te nemen zijn. We maken ook een flinke wandeling, een mooie gelegenheid om kennis te maken met de verschillende landschappen. Minder ingewijde vogelkenners krijgen de nodige aandacht zodat ook zij de rijkdom aan watervogels leren kennen.

Wandelschoenen, kijker en/of telescoop en lunch meebrengen

Leiding: Paul Prinsen (014-437363)

Afspraak: Om 6u45 aan het gemeentehuis van Oud-Turnhoutte Turnhout aan de pleinen Snollaerts ( kruising Ringlaan-Graatakker) om 7 uur en om 7u15 aan de kerk van Beerse-Centrum. Vergeet niet je vertrekplaats  te vermelden

De kostprijs bedraagt 15 Euro, JNM-ers en kinderen betalen € 11, niet-leden € 25, voor 31 januari op rek.nr BE43 9734 1889 1201  t.n.v. Natuurpunt Turnhoutse Kempen, Werkendam 66, 2360 Oud-Turnhout

Mogen wij ook vragen om Achille van Beurden te verwittigen op het mailadres [email protected], zodat hij je een bevestiging van je inschrijving kan zenden.

foto: Paul Prinsen

 

 

 

 

 

INBO Vogelnieuws nr35

 

Via een simpel mailtje naar [email protected] kan je je inschrijven voor de nieuwsbrief van Instituut Natuur- en Bosonderzoek.
In het laatste nummer kan je resultaten nazien van ondermeer de water-wildtellingen van het voorbije jaar, eerste resultaten van de broedvogelatlas enz.

 

 

 

 

 

Komende aktiviteiten

 
  • Meeuwentelling: Op Zaterdag 28 januari op het Blak in Beerse. Een INBO activiteit. Begin om 15.00 tot de duisternis valt (+17u30). Meer informatie kan je verkrijgen bij Paul Prinsen ([email protected]).

 

  • Op zaterdag 28 en zondag 29 januari gaat Het Grote Vogelweekend van Natuurpunt door. Tel dat weekend de vogels in je tuin en stuur je gegevens door via www.vogelweekend.be. Zo maak je deel uit van het grootste tuinvogelonderzoek in Vlaanderen. 

 

  • Zondagopening vogeltelweekend in het Natuurpunthuis, Graatakker te Turnhout (29/01 van 12.30 uur t.e.m. 16.30 uur)
    We gaan turen naar vogelkuren met een speurtocht. Volg een (korte) route door de stad en ontdek welke vogels er in onze stad wonen of overwinteren. Houd onderweg je aandacht erbij en spot de vogels van dichtbij door een telescoop op onze stopplaatsen (normaal: vijver stadspark en tuin De Wending).
    Taken waarvoor we iemand zoeken: 

    • Cafétaria, 1 of 2 personen 
    • onthaal / tellen/turven, 1 persoon 
    • begeleiding pindasnoer maken 1 persoon 
    • begeleiding vogelkijkwand in de cafetaria: 1 persoon 
    • begeleiding stopplaatsen = oké

      Wil je komen helpen, al is het maar even? Laat maar weten wat jij graag zou doen. Meer info bij Birgit Van de Vliet, Coördinator vrijwilligers / medewerker huis Turnhout, 0487/72 47 89

 

  • 21 januari 2023 - Belgische Vogeldag 2023 - 20ste live editie
    Op zaterdag 21 januari 2023 kan je in de Drie Eikencampus van de Universiteit Antwerpen terecht voor de 20ste editie van de Belgische Vogeldag. Gelukkig kunnen we terug mikken op een traditionele live-editie. 
    Meer info: https://www.natuurpunt.be/pagina/belgische-vogeldag

Verslag algemene ledenvergadering (corona editie)

Algemene vergadering Natuurpunt, afdeling Turnhoutse Kempen januari 2021

Inleiding

Omwille van de coronacrisis mogen wij geen fysieke algemene vergadering bijeenroepen. Het blijft bij een verslag van 2020, dat goedgekeurd werd door de bestuursvergadering van woensdag 13 januari 2021. Daarna wordt het verslag openbaar gemaakt via de website van de afdeling.

  1. 1.     Bestuursleden 2020

Iedereen die begin 2020 als bestuurslid werd goedgekeurd, is lid gebleven van het bestuur. Er is alleen een voorzitterswissel geweest vanaf september 2020: Dirk Segers ipv Richard Vergaelen, die bestuurslid bleef. Vier leden van het bestuur kunnen hun mandaat verlengen: Vicky proost, Jan Cortens, Gie Luyts en Marc Van Mierlo: we vragen de bevestiging van het bestuur.

2. Ledenbestand: In 2020 zijn we geëvolueerd van 1100 naar 1250 leden: een succes.

3. Financieel verslag: We mogen , ondanks de coronatijden waar de inkomsten lager lagen, spreken van een stabilisatie van onze financiële middelen: zowel de algemene kas als de kas van kern Ravels hebben zelfs een beperkte winst kunnen maken. Onze financiële toestand is gezond.

4. Verslag van de werkgroepen

a) Insecten:   

Veel is er uiteraard niet gebeurd i.v.m. de corona.
Alle activiteiten zijn afgelast op één na, de insectenwandeling naar Klein Kuylen op 12 juli 2020.
Naar jaarlijkse gewoonte hebben we wel geteld voor het meetnet-project van NP:
1) de eitjes van het gentiaanblauwtje op het Zwart Water in Turnhout. Dit gebeurde alleen in de twee kwadranten van allebei 100m2. Volgend jaar proberen we het hele gebied terug te monitoren.
2) voor het meetnet van het oranje zandoogje werd er geteld in Beerse en in het Grootenhoutbos.
3) voor het meetnet van de bruine eikenpage werd er geteld in Tielenkamp.

b) Fotowerkgroep: Het aantal foto-excursies was beperkt.

c) Vogelwerkgroep: Ook hier beperkingen. Onze leden zijn wel heel actief geweest met enerzijds de mereltellingen en de tellingen in functie van de nieuwe vogelatlas van België.

d) Plantenwerkgroep

De plantenwerkgroep is erin geslaagd om 2020 af te sluiten met een drietal interessante excursies én met twee praktijklessen gegeven door Rhonda Derynck. Een gemiddelde opkomst van 8 deelnemers per excursie. Voor 2021 staan er opnieuw determinatietochten in de steigers De werkgroep is ondertussen erkend door Mechelen, waardoor we een subsidie van 150 euro kunnen aanvragen

 

e) Vliegende mieren: De vliegende mieren zijn coronaproof elke donderdagvoormiddag blijven werken in de verschillende reservaten. Onze opkomst was toch gemiddeld 10 leden per werkdag

f) Nieuwe werkgroep: Natuur in de Stad: We moeten met de algemene vergadering nog onze beslissing van vorige keer om deze werkgroep te verwelkomen binnen onze afdeling bekrachtigen; bij deze dus

5. Nieuwe conservator Dombergheide: Al is Peter  Loyens reeds enkele jaren effectief conservator, moeten we dit met de algemene vergadering bekrachtigen; bij deze dus.

6. Jos Aertspad: Dit jaar werd hard gewerkt om het parcours rond te krijgen. Twee versies werden goedgekeurd en uitgeprobeerd. Ook de inhoud van de infoborden is ontwikkeld. De plaatsen voor de borden zijn bepaald. We wachten alleen nog op de juiste afspraken tussen Natuurpunt Mechelen en ANB wat betreft de logo’s en de ondersteuning door Mechelen voor de aanmaak van de borden.

7. Georganiseerde wandelingen: Ook deze werden beperkt. We behouden de afspraak voor een maandelijkse Vennenwandeling. In Ravels werd een nieuw Ravenpad door ANB tot stand gebracht Het aantal vrije wandelaars is spectaculair gestegen, zodat de druk op de omgeving soms te groot werd in onze reservaten.

8. Gnop 2020: Dit jaar werd de pot van 11.000,- euro, die de Stad Turnhout jaarlijks voorziet, verdeeld over vooral La Bonne Espérance ( restfinanciering nieuw winterverblijf ) en Winkelsbroek ( stukje knuppelpad en bewerking hooiverwerking op akker , …) en een elektrische bosmaaier voor het Vennengebied. De nieuwe afspraak met de Stad voor de facturering liep prima.

9. Nieuws uit de reservaten

a) Van de Veldereservaat: Gebied blijft wel droger dan vorige jaren (weinig neerslag - geen tijdelijke plassen in de winter/voorjaar).  Problemen met sluikstorten zijn verminderd. Slagboom (aangebracht door Dirk Segers) om sluikstorters te wijzen op private weg, wordt wel regelmatig opzij gelegd (door andere eigenaars ?). De storten werden weggehaald door de stadsdiensten.

De steenmarter is terug. Was enkele jaren terug te zien in omgeving van reservaat (o.a. uitwerpselen op composthoop bij Tinus Swannet), maar op 17.06.2017 vond ik een exemplaar dood op de brug over het kanaal (Noord-Brabantlaan). Sindsdien was de soort niet meer gezien. Toen Fons Verheyen de voorbije maanden de nestkast voor een steenuil ging uitkuisen, sprong er een steenmarter uit.

De inventarisaties leverden dit jaar ook enkele nieuwe soorten op voor het reservaat, o.a. het 16-stippelig lieveheersbeestje en op de paddenstoeleninventaris - opgesteld door Swatje Bartholomeeusen - verschenen ook 6 nieuwe soorten, waaronder enkele met zeer beperkte verspreiding (minder dan 10 hokken) in Vlaanderen.

b) Frans Segersreservaat

Beheerwerken : Er werd dit jaar vooral boomopslag verwijderd en het wandelpad werd drie keer gemaaid: 2 keer door de Vliegende mieren en eenmaal met de Natuurpuntploeg.  Zoals elk jaar werden de hooi- en weilanden gemaaid en afgevoerd door de Natuurpuntploeg. De infoborden met uitleg langs het wandelpad werden verwijderd. Deze waren in slechte toestand.  Langs de Frans Segersloop (afwateringsgracht) werd zoals elk jaar in het najaar, de berm gemaaid en het riet in de loop geruimd. Spijtig genoeg deponeren ze het maaisel telkens aan de overkant van de loop.  Regelmatig moest er zwerfvuil opgeruimd worden. Zoals op meerdere plaatsen waren er heel wat bezoekers in het reservaat, die dit gebied leerden kennen door corona. De meesten vonden dit een mooie ontdekking.

Flora en fauna

De koningsvaren blijft nog goed uitbreiden. Bosanemonen waren ook weer talrijk aan het bronbosje. Muskuskruid en speenkruid waren minder aanwezig. Slecht één knolsteenbreek werd nog gevonden. Net buiten het reservaat, op toegangsweg naar het gebied stonden ze dit jaar weer massaal te bloeien. Waterviolier, duizendknoopfonteinkruid en loos blaasjeskruid was nog goed aanwezig. Er werden iets meer dan 20 bloeiende gevlekte orchissen geteld.  Oranje oesterzwam was nieuw voor het reservaat. Heidenknotzwammen werden nog teruggevonden tussen de heide.  Er was een mooie waarneming van de kameelhalswesp

Tijdens de wintermaanden zien we regelmatig 1 tot 2 grote gele kwikken langs de Franssegersloop. Tjiftjaf durft hier ook te overwinteren. Grote zilverreiger werd regelmatig waargenomen aan de Aa.  Bosrietzangers(3 koppels)en kleine karekieten (5 koppels) hadden dit jaar een goed broedseizoen. Mogelijk hadden we een broedgeval van de grote gele kwik. Appelvink, tuinfluiter en matkop mogen we dit jaar melden als broedvogel. Drie soorten spechten zijn eveneens broedvogel: kleine en grote bonte specht en de groene specht.  Het is tof om zien dat heel wat mensen het gebied meer hebben leren kennen en waarderen. Dit merk ik ook aan de vele waarnemingen die men kan terug vinden op waarnemingen.be

c) La Bonne Espérance

Project 1: de ombouw van de silo naar winterverblijf is afgerond . enkel intern nog enkele details af te werken. Project 2: voor de bouw van een 230m² winterverblijf is het terrein bouwrijp gemaakt en lastenboek is klaar . De aannemers kunnen  nog tot 12 januari inschrijven op het project en einde januari zal een aannemer aangesteld worden.  Start werken vanaf april 2021 voorzien.
Project 3 de ombouw van de oude woning naar zomer en winterverblijf is goedgekeurd en half januari is het lastenboek klaar. Hopelijk start van de werken na bouwverlof. December 2020 geen wintertellingen kunnen uitvoeren omwille van coronamaatregelen. Op het dak van de nieuwe silo is een vleermuis detector geplaats in de periode van half augustus tot einde oktober. Hier werden 18000 opnames van vleermuizen geregistreerd . Verdere analyse moet nog gebeuren.

 

 

d) Winkelsbroek

In Winkelsbroek werden er negen aankopen verricht: vooral percelen met recreatievijvers en huisjes/koten; ook een weide temidden de wandellus werd aangekocht. We hebben voordeel kunnen putten uit het feit dat vele eigenaars geconfronteerd werden met aanmaningen ( dienst omgeving ) ivm hun illegale constructies en vijvers. De vrijwilligers hebben alle huisjes verwijderd; alleen de betonnen platen moeten in de zomer nog verwijderd worden. Binnen twee jaar zullen de vijvers zelf worden aangepakt met een groot project. De geplande moerasconcerten en jongeren-en gezinskamp worden uitgesteld naar 2021. Winkel kende een toeloop van wandelaars, zodat de kritische limiet soms overschreden werd ( zeker in maart/ april ). Het Life-project van OVAM, waar we partner zijn, genaamd Narmena, bestudeert de mate van Chroomvervuiling van de Grote Kalie en neemt enkele acties Het studietraject is bijna ten einde; grond in het begin van het reservaat is aangekocht voor de realisatie van een slibopvang.

e) Turnhouts Vennengebied

Werken

Koeivenheide west(40) en een deel van Koeivenheide oost (39 b)is na de kapping van de Amerikaanse eik nog steeds niet geplagd .Hierdoor vergaat de strooisellaag in versneld tempo waardoor nog meer voedingsstoffen vrij komen en uitspoelen naar diepere grondlagen. Deze percelen worden gekenmerkt door zeer veel ontkieming van berk , den ,pitrus en pijpenstro .Deze locaties liggen nabij de meest druk bezochte gebieden van TVG .Ze ogen nu niet mooi omdat ze geen variatie kennen en volledig dreigen dicht te groeien. Deze delen zouden best geplagd worden zodat de zaden van heidesoorten opnieuw kunnen kiemen .De delen die in het verleden werden geplagd zijn wel  bijzonder mooi .

Moeilijkheden

Het beheer sterk bemoeilijkt wordt door het grote aantal grauwe ganzen (meer dan 400 eks), Canadese ganzen (100 tal) en de sterke toename van watercrassula. Dit is vooral een probleem op de Grote Klotteraard en in mindere mate op het Zwart Water waar crassula nu ook opgedoken. Wat Zandven en Koeiven betreft hier komen uitsluitend kolgans en rietganzen slapen. Toenemende verbossing door stikstofdepositie o.a. zorgt ervoor dat begrazing met alleen koeien moeilijker wordt om de boomgroei in te tomen. Dit probleem situeert zich in alle heidegebieden en voormalige landbouwpercelen die in het verleden geplagd werden om ze te verschralen

WAARNEMINGEN:

BROEDVOGELS

Gegevens berusten veelal op losse waarnemingen .Weidevogels en bijzondere  soorten werden zo veel mogelijk geteld vanaf de weg .  Grutto :westkant grote baan : 41 koppels en  oostkant : 10 koppels.  Broedseizoen startte goed ,er was veel water maar door de aanhoudende oostenwind in het voorjaar droogde alles sterk op .Veel vogels vertrokken daardoor in de laatste helft van mei .Op 29/05/2020  werden nog 15 alarmerende vogels geteld aan de westkant en 3 aan de oostkant . Wulp : 15 koppels minimaal waarvan nog 1 koppel in de heide broedend  (Zwart Water) .Tureluur: geen geslaagd broedgeval .Watersnip: geheel de zomer 2 vogels aanwezig  maar geen zekerheid van broeden .Houtsnip: diverse broedkoppels waarvan één adult vliegend werd gezien met een jong in de poten en tegen de buik gedrukt  .Twee andere jongen van enkele dagen oud zaten in de kant .Zomertaling :geslaagd broedgeval op de Ballematen ,aanvankelijk 11 jongen waarvan er 8 groot werden .Tot 19/05/2020 zaten 3 mannetjes in het gebied maar op andere plaatsen werd geen broedgedrag vastgesteld .Wintertaling : 3 tal koppels  waarvan 1 koppel met 1 jong en 1 koppel met 7 jongen.Slobeend :zeker twee broedgevallen maar wellicht veel meer . Natte weilanden worden in het broedseizoen niet betreden . Krakeend :geheel het jaar aanwezig .Boomvalk :broedvogel  aan de rand of er net buiten wellicht .Torenvalk :goed broedseizoen ,na het uitvliegen van de jongen vaak 10 of meer TV op Zandvenheide .Wespendief : zeker één geslaagd broedgeval met twee jongen en wellicht een tweede net buiten het reservaat. Sperwer: een broedgeval naast het Bels Lijntje met zeker  2 jongen. Bruine kiekendief :geen overzomerende vogels dit jaar : broedvogel op het Zwart Water. Waterral : 1 broedkoppel; Patrijs : Opvallend goed broedseizoen ( 7 koppels)met ook veel jongen die groot kwamen . Kwartel : min 4 koppels ,allen op Natuurpuntpercelen . Boomleeuwerik : Minimum 9 broedkoppels .Kent een zeer succesvol broedseizoen met opvallend veel vogels in de zomer foeragerend op schapenzuring .(29/07/2020 groepjes van 4,3,2 en 6 op Duits Viltkruid) Gele kwik: min 4 koppels. Appelvink: 2 broedgevallen . Goudvink :waarneming in volle broedseizoen . Tapuit : tot 11/06/2020 zat een vrouwtje in een potentieel biotoop maar verdween daarna . Wielewaal: min op 3 plaatsen broedvogel .(Ravels Kamp,Klein Kuilen,Domberheide ) Nachtegaal:3 zangposten met een nieuwe plaats bij het Duits Viltkruid .Deze vogel was wellicht  niet gekoppeld . Grauwe klauwier: mislukt broedgeval . Zwartkopmeeuw: alarmerend in de kokmeeuwenkolonie op het Koeiven . Kleine mantelmeeuw :koppel alarmerend in de kolonie kokmeeuwen .Kolonie werd niet betreden tijdens broedseizoen . Raaf: zelf 9 keer waargenomen ,wellicht uitzwermende jonge vogels .Eerste waarneming 23/07/2020 .Laatste maanden geen waarnemingen meer . Geoorde fuut : 1 koppel aanwezig maar geen jongen . Voorjaarstrek 2020 (Grote Klotteraard) . Door Corona kon haast dagelijks in de voormiddag geteld worden zodat een vrij mooi beeld werd verkregen . Pijlstaart:57 Smient :45 ; Zwarte ooievaar 1; Ooievaar :70; Blauwe reiger : 53; Purperreiger: 3; Grote zilverreiger :49; Aalscholver:578; Visarend:3;  Bruine kiekendief: 23; Blauwe kiekendief : 3; Grauwe kiekendief: 1; Rode Wouw: 4; Zwarte Wouw : 5; Kraanvogel :69; Steltkluut:7;Regenwulp:254 . Slaapplaatsen worden bijna niet meer bezocht ,vogels trekken veel sneller door wellicht .Op 26/04/2020 werden een 200 ex. in de late  namiddag geteld maar tegen de avond waren haast alle vogels doorgetrokken .  Kemphaan: 144 .Vanaf 17/03/2020 toenemende aantallen tot 44 ex. samen ter plaatse  op 30/03/2020 .Geheel de maand april kleinere groepjes aanwezig en doortrekkend tot 08/05/2020 Gedurende een lange periode waren onafgebroken  kemphanen pleisterend aanwezig wat voor veel kijkplezier zorgde .Foerageren veelvuldig op de graslanden van Natuurpunt in de omgeving van het ven waar ze ook slapen . Dit zagen we nooit eerder in die mate aan deze kant van de grote baan .

Bonte strandloper:12; Witgatje: 123 (hoog aantal); Tureluur: 37; Bosruiter:58;  Groenpootruiter:158 (mooie doortrek);  Dwergmeeuw: 1; Visdief :5; Zwarte stern :5; Boomvalk:4; Smelleken: 1; Beflijster: 4:

NAJAARSTREK 2020

Duinpieper :14 met een maximum van 2 vogels .Vogels komen wel vaak laag of gaan zitten voor een tijdje . Blauwe reiger:86; Purperreiger: 2; Grote Zilverreiger: 51; Aalscholver:3132; Visarend : 2; Wespendief :24; Sperwer : 80; Bruine kiekendief : 27; Blauwe kiekendief :15; Rode Wouw :16; Buizerd :1356 Absolute record ooit in 42 jaar trektellen .Dit was nooit gezien in eigen streek . Goudplevier : 63; Zilverplevier : 1; Bontbek :3; Morinelplevier: 2 ex. samen . Steenloper :2 samen . Zomertortel : 1;Torenvalk :20 moeilijk te tellen door aanwezigheid van plaatselijke vogels .  Smelleken : 6; Klapekster : 1; Boomleeuwerik :282;  Veldleeuwerik : 2884  ,tegenvaller voor open terrein waar we zitten te tellen . Koperwiek : 14 653 Prachtig en lang geleden dat we dit nog eens zo spectaculair zagen . Kramsvogel : 3937;  Gele Kwik : 654: Kneu : 1806

OVERWINTERAARS

Klapekster: zowel aanwezig in winter 2019-2020 als winter 2020-2021 . Blauwe kiekendief :enkel in winter 2020-2021 permanent aanwezig . Kolgans :groep van een 652 ex. in winter 2020-2021 . Rietgans :aanvankelijk kleine groepjes pleisterend in winter 2020-2021 ,wel vaak overvliegend . Roodborsttapuit : enkele overwinteraars .

 PLANTEN 2020

Moerassmele doet het goed op het Haverven en neemt nog steeds duidelijk toe in aantal en verspreiding . Moerassmele werd opnieuw terug gevonden op het Zwart Water tegen het baanvennetje ,forse plant . Moerashertshooi werd gevonden op het Kraneven en op Koeivenheide oost (nieuwe groeiplaatsen). Rode bosbes werd jaren geleden reeds gevonden op het Zwart Water maar door de geringe afmeting niet met zekerheid bepaald .De plant is nu duidelijk herkenbaar .    Waterlepeltje is nog steeds aanwezig op perceel De Vicque (nr 20).In het najaar (december) werd de soort wellicht gevonden op de plas van de Kasteeltjes .(nr 5 )Gezien sterk verwante soorten bestaan is de determinatie nog niet 100 % zeker . Hondsviooltje:1 ha geplagd :in totaal 36 planten ,neemt goed toe . Breedbladige orchis : 86 eks in bloei ,vooral in laagste deel . Stijve ogentroost: zowel op   nr 3 als op het geplagde deel van nr 26 kwamen diverse planten uit die er verleden jaar uitgezaaid werden . (planten afkomstig van groeiplaats in Beerse (Ekstergoor)Soort was vroeger bekend uit TVG maar verdween uit de bermen door een slecht maaibeheer . Oeverkruid :Nr 12a (Hoogmoerheide) 4 plekken met oeverkruid in laagtes .Nr 27 (geplagd weiland) ven tegen de weg ,veel exs .Kasteeltjes (nr 5) ongeveer 0,5m² oeverkruid . Waterlobelia : op 15/05/2020 veel zaailingen en bijna bloeiende planten .Op 11/06/2020 ongeveer 363 ex. in bloei geteld . Witte waterranonkel :Nieuwe groeiplaatsen :  Koeivenheide west (nr 40 ), 2 plekken. Maanwaterjufferven Zwart Water  : 1 plant .Heideven tegen Boeket  :1 ex. . Heidekartelblad:Bremstraat 1(Nr 1) 2m² plus nog een derde plaats . Welriekende nachtorchis   : Nr 1 :12 forse ex. .  Op het Zwart Water  1,1,4 ex. op drie verschillende plaatsen in de vochtige  heide .Samen met veel gevlekte orchissen .Wellicht veroorzaakt door toenemende voedselaanrijking . Groeiplaats op nr 3 werd niet geteld ,enkele honderden maar vooral in de lagere delen . Geplagd De Meester ( nr 26 ) 22 ex.  Gevlekte orchis verschijnt ook meer en meer in de vochtige heide van Zwart Water (ongeveer 102 ex) en Koei- Zandven (6 ex.) . Grondster: neemt goed toe op Grote Klotteraard . Rapunzelklokje: 2 nieuwe groeiplaatsen in TVG .Bloeiend ex. in wegberm net ten zuiden van Grote Klotteraard in wegberm . Bloeiende plant in de Bremstraat . Grote pimpernel: nog steeds 8 grote ex. in wegberm Bieheide .Vlak bij nieuw aangekocht perceel van Natuurpunt. Drijvende egelskop: nog steeds enkele groeiplaatsen op Haverven .Geen planten meer op het Langven .Op 21/08/2020 een 9 tal planten in het kleinere vennetje dat in verbinding staat met het grote ven van het Zwart Water .Dit is 42 jaar geleden dat de soort nog tot bloei kwam op het Zwart Water . Dwergvlas blijft verbazen met enorme aantallen op Haverven, Grote Klotteraard, Koeiven en nieuwe groeiplaats op Koeivenheide oost (4 planten). Geelhartje:6/6/2020 :mooie groeiplaats in wegeberm Bremstraat nabij kalkstort op het Zwart Water . Draadgentiaan:02/07/2020:vele duizenden plantjes . Steenanjer :28/06/20  een bloeiend ex. bij de ingang en vangkraal van het  Zwart Water .Verrassende verschijning die niet goed te plaatsen is in een eerder vochtige heide waar wel sprake is van toenemende aanrijking . ?Grasklokje: Duits Viltkruid (nr 14) enkele m² op diverse plaatsen  maar voor het grootste deel afgegeten door de ezels .    

INSECTEN 2020.

Heideblauwtje : op het  Zwart Water opvallend veel ex. dit jaar .Toch nog steeds een groot verschil met Koei-Zandven dat erg gelijkt op vorig biotoop  met op 26/06/2020 slechts 7 ex. Bruin blauwtje: Duits Viltkruid (nr 14). Gentiaanblauwtje: geen eitelling uitgevoerd vanwege Corona .Ten hoogste   5 tot 6 vlinders  werden op een dag gezien .Duidelijk geen goed jaar . Maanwaterjuffer: geen waarnemingen in 2020,wellicht is de soort uitgestorven . Blauwvleugelsprinkhaan werd gezien op Grote Klotteraard en Haverven . Moerassprinkhaan waargenomen op het Haverven .  Sabelsprinkhaandoder op perceel Duits Viltkruid (nr 14).

KIKKERS

Heikikker: gezien op Haverven, Zandven, Kasteeltjes en gehoord op het Zwart Water in het voorjaar .

PADDENSTOELEN

Blauw trechtertje: veel Bremstraat 2

f) Kijkverdriet Ravels

Er is dit jaar veel werk verzet in het Kijverdriet. Desondanks en door corona waren alle werkdagen goed vertegenwoordigd. Daarnaast is door de hulp van de vliegende mieren veel extra werk kunnen gebeuren. Normaal hebben we ons handen vol aan hooien van de graslanden met blauwe knoop en maaien van de kamsalamanderpoel. Nu hebben we ook oprukkende houtkanten en struweelkoepels teruggezet. Daarnaast is de boomopslag uit het rietmoeras achter de heikikkerpoel verwijderd.  De kamsalamderpoel is dit voorjaar gemonitord. Naast mannetje en vrouwtje van kamsalamder heeft Jan Cortens ook kleine watersalamander, vinpootsalamander en alpenwatersalamander er teruggevonden. Het was een zeer droog jaar. De kamslamanderpoel bleef waterhoudend. Het heikikkerven en ven met witte waterranonkel vielen medio augustus al helemaal droog. Door de droogte ontwikkelt zich meer boomopslag op de hooilanden. Desondanks de droogte en de boomopslag deden de Veenorichis en de welriekende nachtorchis het goed.

10. Boshuis

We zijn 2020 gestart met een uitbreiding van de openingstijden van het bezoekerscentrum. Op zondag zijn we voortaan vanaf 11u geopend en elke laatste woensdag van de maand voorzien we een namiddagactiviteit voor kinderen. Hopelijk krijgen deze initiatieven in 2021 een tweede kans.  Nog voor we goed en wel gestart waren, wierpen enkele stormen begin februari reeds roet in eten. Op zondag 9 februari 2020 bleef het Boshuis voor het eerst sinds 2017 gesloten, dit wegens code rood in alle Vlaamse bossen. Een unicum dachten we toen.  Verder bleven we tot half maart zeer actief met activiteiten zoals: vogelvoer maken, vogelcursus voor kinderen, sterren kijken, maandelijkse wandelingen, een spelletjesavond, de filmvoorstelling van The Biggest Little Farm enzovoort.  Najaar 2019 en voorjaar 2020 werd er door studenten van de Erasmushogeschool, afdeling Tuin- en Landschapsarchitectuur, naarstig gewerkt aan een toekomstvisie voor de site van het Boshuis en omgeving. De resultaten hiervan zouden worden voorgesteld in de tentoonstelling "TUSSEN BOS(huis) EN TUIN", voorafgegaan door een vernissage inclusief receptie. Dit hebben de Natuurpunters en inwoners van Ravels nog van ons tegoed!  Na een break van enkele maanden ontvingen we in de periode juni-oktober grote aantallen bezoekers die de buitenlucht opzochten in deze bizarre tijden. Het heeft ons (in het bijzonder de moedige tappers van deze periode) veel inspanningen gekost, maar het resultaat mag er wezen. We hebben 2020 afgesloten met net geen 2.000 bezoekers (1.933) in het bezoekerscentrum. Dit is het grootste aantal gemiddelde bezoekers per zondagopening sinds onze ‘overname’ (gemiddeld 65 bezoekers per zondag in 2020 ten opzichte van 57 in 2019, 55 in 2018 en 45 in 2017). We gaan er dus op vooruit!  Desondanks de beperkingen hebben ook de handige harry’s van het boshuisteam niet stilgezeten. De tuin bleef onderhouden, sinds het najaar wordt er quasi elke dinsdag geklust ter verfraaiing van de site, het boshuismuseum werd gedemonteerd (en de denkoefening voor een nieuw museum werd opgestart) enzovoort.  Kortom, er werd niet stilgezeten in Ravels. Op de valreep is er tussen kerst en nieuw nog een take away concept voor het bezoekerscentrum uitgewerkt.

Hieruit blijkt dat de goesting binnen de groep vrijwilligers groot is om er in 2021 een serieuze lap op te geven!

11. Enkele dossiers die we hebben opgevolgd

a) Grimstedepark

Wij hebben ons ernstig ingezet om dit bouwproject in een groene enclave achter de tuin van het Natuurpunthuis, te kunnen stoppen. Samen met een buurtcomité hebben we bezwaarschriften geschreven. Uiteindelijk werd ons laatste bezwaarschrift geweigerd omwille van juridische tekortkomingen. Zulke dossiers vragen serieuze juridische bijstand, waarbij we geen steun kunnen krijgen van de juridische dienst van Mechelen.  Zeer frustrerend dossier dus.

b) Aa-vallei in Schorvoort

Ook hier heeft onze afdeling zich aangesloten bij de eisen van het plaatselijk actiecomité om het volbouwen van de Aa-vallei te voorkomen in Schorvoort. We hebben onze nek uitgestoken ook tegenover de politieke meerderheid, wat ons niet in dank werd aangenomen. Ook hier worden we geconfronteerd met de intentie van de Stad om zo snel mogelijk het aantal van 50.000 inwoners te behalen; daarnaast is er het financieel belang voor Orion, die de verkoop van de OCMW-gronden in het gebied, heeft begroot voor de ontwikkeling van meer zorg in Turnhout.  Het kabinet van Omgeving is hierover benaderd, maar de uitvoering van het project ligt helemaal in de handen van de Stad. Omdat het gebied bevestigd is als woonzone, zal tussenkomst vanuit departement Omgeving niet makkelijk zijn. We blijven het dossier opvolgen en strijden voor het behoud van de kwetsbare natte zones.

c) Mobiliteit in het Noorden

We ijveren al lang voor een beperking van het verkeer in het Vennengebied. Wij bevragen de schepen van mobiliteit op geregelde tijdstippen. We voelen de druk vanuit landbouw om zo weinig mogelijk in te grijpen. De dienst mobiliteit van de Stad zal dit voorjaar met een plan komen om de mobiliteit in het Noorden te beperken. Voorlopig zou het gaan over het westelijke deel van het gebied; wij zijn ook vragende partij om het oostelijke deel aan te pakken. We wachten af en zullen gepast reageren.

d) Nationaal park

In het voorjaar van 2021 zou het kabinet van Omgeving beslissen welke gebieden in Vlaanderen in aanmerking komen voor de uitbouw van een nationaal park. Natuurpunt ( afdelingen Turnhout, Oud-Turnhout, Ravels en Arendonk ), samen met ANB en de gemeentes Turnhout, Oud-Turnhout, Arendonk en Ravels, zijn vragende partij: we hebben ons kandidaat gesteld. De gemeentes hebben een studiebureau aangesteld om te onderzoeken op heel korte termijn of de draagkracht voor zo een nationaal park uit te bouwen groot genoeg is. Natuurpunt heeft zijn huiswerk gemaakt en is klaar voor de uitdaging. Het zou een boost geven aan de natuurontwikkeling in onze streek, de draagkracht vergroten, …

Getekend voor gans de algemene vergadering

Dirk Segers, voorzitter

Natuurpunt, afdeling Turnhoutse Kempen

Belangrijke aankopen in het Turnhouts Vennengebied

Life Nardus & Limosa
In 2019 werd door Europa dit grensoverschrijdend Life project goedgekeurd, waarin Natuurpunt en het Turnhouts Vennengebied één van de betrokken partners zijn. 
Voor de niet ingewijden: Nardus staat voor borstelgras (Nardus Stricta) als vertegenwoordiger van de heischrale graslanden en Limosa staat voor grutto (Limosa Limosa) als ambassadeur van de weidevogels. 
De bedoeling van dit Life project is enerzijds vooral het herstel en de uitbreiding van heischrale graslanden, een prioritair en bedreigd habitat, maar anderzijds de realisatie hiervan met respect voor de weidevogels. Trouwens de term “heischraal grasland” klinkt voor velen nogal pejoratief, we hadden in het Nederlands beter de term “bloemen en kruidenrijk grasland” gebruikt. 
In het kader van dit Life project was het o.a. voorzien gronden aan te kopen, teneinde de doelstellingen te realiseren. Dankzij deze financiële ondersteuning van Life, konden recent in het Turnhouts Vennengebied 30 ha aangekocht worden, één perceel van 20 ha grasland (1) en twee percelen akkerland samen 10 ha (2).

TVG aankoop 2020
Perceel 1 is gelegen ten oosten van de Watertappingsstraat en is vrij uniek in het Turnhouts Vennengebied om drie redenen:

1. Het vormt één groot aaneengesloten blok van 20 ha, wat zeker niet alledaags is in ons versnipperd landschap.

2. Het is een historisch grasland. Dit betekent permanent grasland sinds de ontginning op de heide. Dit perceel was één van de laatste heideontginningen op de Zwarte Heide, ofwel in de jaren ’30, ofwel net na WO II, m.a.w. het is gedurende 80 à 90 jaar grasland gebleven; de term historisch grasland is in deze context natuurlijk erg relatief, immers voordien had het perceel gedurende 800 jaar een heidevegetatie.

3. Het grasland is na ontginning nooit genivelleerd zodat het oorspronkelijk heidereliëf perfect bewaard is gebleven met een afwisseling van hoge zandruggen en natte depressies. De oostelijke uitloper van het historisch Kraeneven ligt trouwens in dit perceel. Dit golvend reliëf heeft een groot potentieel voor natuurherstel en biodiversiteit en schept allerlei microgradiënten van licht, warmte en vochtigheid. Om geleidelijk de overgang van economisch grasland naar heischraal bloemenrijk grasland te bekomen moeten de nutriënten in de bodem, aangebracht door jarenlange bemesting, drastisch verminderd worden. Hierbij volstaat het niet om in de toekomst niet meer te bemesten, want de fosfaatconcentratie in de bodem blijft ook dan nog te hoog en de bottleneck om de waardevolle doelvegetatie te ontwikkelen. Om deze fosfaatconcentratie te verlagen, legt dit Life project de nadruk op de techniek van uitmijnen en niet meer het afgraven van de bodem toplaag (zoals in het verleden veel gebeurde). 
Het principe van uitmijnen bestaat erin gedurende jaren op een gecontroleerde wijze, na jaarlijkse grondanalyses (Universiteit Gent), stikstof en kalium toe te dienen zonder fosfaat. Het resultaat van deze “bemesting” is de ontwikkeling van een hoog productief grasland, dat fosfaat uit de bodem opneemt. Door meerdere malen per jaar te maaien en af te voeren wordt het gras en dus het fosfaat versneld afgevoerd en daalt de bodemconcentratie fosfaat. Deze uitmijnstrategie is dus in functie van het Nardus aspect van het Life project. Gelukkig wordt er ook rekening gehouden met het Limosa aspect, het maaien en afvoeren gebeurt weidevogelvriendelijk. Dit betekent een eerste maaidatum na 22 juni, zodat het broedseizoen van de weidevogels in alle rust kan gebeuren en niet verstoord wordt door landbouwactiviteiten.

Wat betekent dit nu concreet voor onze weidevogels op perceel 1?

De wulp broedt nog steeds jaarlijks met twee koppels op dit grasland, meestal echter zonder resultaat. Hopelijk zal het broedresultaat verbeteren in de toekomst door het faunavriendelijk uitmijnen en de uitgestelde eerste maaidatum (tenminste als de predatie onder controle blijft). Op lange termijn zal de evolutie naar heischraal grasland ook de broedbiotoop voor de wulp uitbreiden en geschikter maken.

Wat de grutto betreft is de situatie op dit grasland wel wat verschillend. De grutto heeft hier vroeger steeds gebroed, tot 2014 in lage aantallen, één tot drie koppels jaarlijks. In de toekomst kan het perceel voor de grutto zeker terug aantrekkelijker gemaakt worden, namelijk door vernatting van de vochtige depressies (cfr. vroeger Kraeneven). Dankzij het bewaarde reliëf is dit relatief gemakkelijk te realiseren door het opstoppen van de afwateringen. Bovendien zal de gecontroleerde stikstof- en kaliumtoediening het bodemleven bevorderen, waardoor er voor de volwassen grutto’s voldoende regenwormen bereikbaar worden met hun snavel in een vochtige zachte bodem. Tenslotte zal de uitgestelde maaidatum ook het broedsucces van de grutto gunstig beïnvloeden. Ook de kievit zal kunnen profiteren van deze geplande vernatting en late maaidatum. De laatste jaren heeft dit grasland ook een speciale aantrekkingskracht uitgeoefend op de velduil, die hier regelmatig in het voorjaar tijdelijk verbleef, soms zelfs meerdere exemplaren. 
Tenslotte is het zeker vermeldenswaard dat met de vorige eigenaar (Vilatca) een uitmijnovereenkomst voor dit grasland werd afgesloten, waarbij Natuurpunt de gecontroleerde bemesting zal uitvoeren, maar Vilatca verantwoordelijk blijft voor het maaien en afvoeren van het gras; zo levert de agro-industrie een bijdrage in de ontwikkeling naar meer biodiversiteit in dit grasland. 

Aankoop 2 bestaat uit twee percelen akkerland, gelegen aan de westzijde van de Roodhuisstraat (2 op kaart), samen 10 ha groot. De uitgangssituatie is hier wel verschillend. Na de heideontginning zijn beide percelen snel omgevormd naar akkerland en zo gebleven tot op heden. Op de eerste ontginningsplannen was het zelfs de bedoeling hier rabatten te trekken en dennenbos te planten ten behoeve van de mijnindustrie, maar dit is nooit uitgevoerd. Wel zijn de akkers genivelleerd; de gronden zijn eerder hoog gelegen aan de rand van de Ravelse duinen. Door de jarenlange akkerteelten en bijhorende bemesting lenen de percelen zich zeker tot uitmijnen als stap in de ontwikkeling naar droog heischraal grasland. De randen van beide akkers hebben deze evolutie reeds ingezet door een beheerovereenkomst met de VLM door de vorige eigenaar.

Deze akkers oefenen nog steeds een belangrijke aantrekkingskracht uit op kieviten, die hier jaarlijks met meerdere koppels broeden, maar helaas geen jongen groot krijgen zoals op de meeste akkers. Bovendien vinden we hier een vaste stek voor de laatste broedende veldleeuweriken van hetVennengebied, mede in de hand gewerkt door het beheer van de akkerranden. De ligging van de percelen en de bodemstructuur maken deze gronden zeker potentieel leefgebied voor de wulp, die nog steeds broedt op aangrenzende percelen. De evolutie op langere termijn naar droog heischraal en kruidenrijk grasland zal dit alleen maar bestendigen. Deze aankopen vormen dus een belangrijke uitbreiding voor het Turnhouts Vennengebied en hebben veel potentieel om in de toekomst uit te groeien tot erg waardevolle graslanden met een hoge biodiversiteit.

Harry Lesseliers

Inschrijven op onze nieuwsbrief

Subscribe

* indicates required










Adressen Turnhoutse Kempen

Natuurpunt Turnhoutse Kempen will use the information you provide on this form to be in touch with you and to provide updates and marketing. Please let us know all the ways you would like to hear from us:

You can change your mind at any time by clicking the unsubscribe link in the footer of any email you receive from us, or by contacting us at [email protected]. We will treat your information with respect. For more information about our privacy practices please visit our website. By clicking below, you agree that we may process your information in accordance with these terms.

We use Mailchimp as our marketing platform. By clicking below to subscribe, you acknowledge that your information will be transferred to Mailchimp for processing. Learn more about Mailchimp's privacy practices here.