Nieuws

Algemene vergadering 1 februari 2025.

 
Afbeelding
Even rust tijdens de winter.

Stichting Zin

De jaarlijkse ledenvergadering van onze afdeling plaats in het Boshuis, Jachtweg 27 te Ravels

Wat doen de Vliegende Mieren, de Vliegende Pieren, de Mierenleeuwen, de Miereneters, de Hemelgeiten en nog zovele andere vrijwilligers?  Wie zijn ze?

Wil je ons aangepast huishoudelijk reglement mee goedkeuren en de bestuursleden en afgevaardigden aanduiden?  

Kom dan naar de algemene vergadering.

Lees ons  huishoudelijk reglement hier of vraag een kopie bij onze secretaris.

Kandidaat bestuursleden zenden hun kandidatuur ten laatste op  27 januari naar de secretaris Marie-Josée Catteeuw, [email protected].

Agenda

  1. Jaaroverzicht
  2. Goedkeuring werkingsverslag van 2024
  3. Goedkeuring huishoudelijk reglement
  4. Plannen en begroting voor 2025
  5. Aanduidingen
    1. verkiezing van het afdelingsbestuur: secretaris, nieuwe kandidaten, stopzetting deelname
    2. aanduiden van de afgevaardigden voor de algemene vergaderingen van Natuurpunt vzw, Natuurpunt Beheer vzw, Natuurpunt Natuuracademie, Natuur & Landschapszorg vzw, Natuurpunt Studie vzw
    3. aanduiden van afgevaardigden voor de algemene vergadering van Natuurpunt Kempen vzw, GECORO Turnhout, GECORO Ravels
  6. Rondvraag
Afbeelding
Alle onze leden zijn welkom op de algemene vergadering.

Natuurpunt

 

Vanaf 15.30u presenteren we de presentatie: "De pracht van onze Ravelse natuurgebieden: het Kijkverdriet en Overbroek". 

Op de algemene vergadering zijn onze leden welkom.  Tijdens de presentatie over onze gebieden in Ravels is iedereen welkom.

Het Princebos (uitbreiding van het Van de Veldereservaat) is volledig beplant.

Afbeelding
Het te bebossen deel van het Princebos.

Olivier Ceulemans

Nog flink wat werk aan de winkel.  Lees het afzonderlijke nieuwsitem.

Een nieuw beleid voor de natuur in Turnhout?

Afbeelding
Ik kies natuur.

Natuurpunt

Kiest het nieuwe stadsbestuur voor onze natuur in haar beleid?

Afbeelding
Klimaatplan Turnhout 2024.

Stad Turnhout

Hieronder de link naar het klimaatplan van de stad Turnhout:

Klimaatplan Turnhout.

 

 

Taxandria vogelwerkgroep 2022

TAXANDRIA VOGELWERKGROEP 2022

Telling van roekenkolonies in de Turnhoutse Kempen door VWG-Taxandria

 

Begin 20ste eeuw waren Roekenkolonies in België vooral gevestigd in het Franstalige landsgedeelte met een sterk procentueel overwicht in Waals Brabant. Behalve een grote kolonie in Schravenvoeren, werden in het jaar 1928 slechts 150 broedparen gemeld voor de rest van Vlaanderen. De verspreiding beperkte zich tot het zuidelijk deel van de provincie Antwerpen en in Vlaams Brabant.

Na 1928 trad een toename op die voornamelijk toe te schrijven is aan opeenvolgende vestigingen in de Antwerpse en Limburgse Kempen waar de soort voordien als broedvogel ontbrak. Volgens Verheyen (1957) dateren de eerste inplantingen in de Kempen vanaf 1938. Voor de Turnhoutse Kempen is er een eerste meldingen in 1940 in Beerse, 8 nesten (E.H. Frans Segers) en in 1943 te Turnhout. In 1955 telde de toen nog enige roekenkolonie van de Turnhoutse Kempen, te Turnhout-Oosthoven in de Doolhof, 294 nesten.

Omwille van beperkte informatie gedurende de verdere periode 1958 tot 1979 is het moeilijk om veranderingen in het broedresultaat weer te geven. Maar vermoed wordt, dat de stand van de Roek gevoelig afnam vanaf het begin van de jaren zestig tot in de eerste helft van de jaren zeventig wanneer in die periode een dieptepunt werd bereikt. Voornaamste oorzaken waren bejaging, verjaging,  kappen van nestbomen, uitleggen van giftige eieren en gebruik van landbouwgif.

De wettelijke bescherming van de Roek en een verscherpte reglementering op het gebruik van landbouwgif zorgt vanaf 1980  in de Antwerpse Kempen voor een licht herstel van de broedkolonies en een nieuwe vestiging in Dessel. Uitgezonderd in de Doolhof te Turnhout, werd een verdere geleidelijke afname vastgesteld tot er begin deze eeuw geen nesten meer werden gevonden. Ondertussen zien we wel dat vanaf 1997 roeken uit de kolonie van de Doolhof zich verspreid over Turnhout vestigden in verschillende kleinere kolonies en te Oud-Turnhout. Na 2007 breiden de vestigingen zich verder uit, of is er mogelijk influx van buiten de Turnhoutse Kempen naar de gemeente Retie. Na 2011 volgen vestigingen in  andere gemeentes zich snel op,  er verschijnen  roekenkolonies in Dessel, Weelde, Lichtaart, Tielen, Ravels, Poppel en Beerse.

Vanwege de grote dispersie aan roekenkolonies in de Turnhoutse Kempen werd het moeilijk om een juist beeld te krijgen van het totaal aantal broedvogels. Daarom organiseerde de vogelwerkgroep Taxandria in de lente van 2022 een uitgebreide telling van het aantal roekennesten in hun werkingsgebied. Om dit mogelijk te maken werd bij de leden van de vogelwerkgroep naar vrijwilligers gezocht om mee te werken aan de telling.  We verdeelden het onderzoeksgebied in hokken van 5 op 5 km de zogenaamde atlasblokken. In totaal moesten 21 atlasblokken onderzocht worden op de aanwezigheid van roekenkolonies. Iedereen kon één of meerdere atlasblokken claimen en op die manier meewerken aan de telling van het aantal nesten. Belangstelling was er, maar het duurde toch wel even voor alle atlasblokken geclaimd werden.

Met 14 vrijwilligers werden alle 21 atlasblokken van de Turnhoutse Kempen  onderzocht op de aanwezigheid van roekenkolonies. Om het aantal bewoonde nesten in de kolonie te tellen moest er minimaal twee keer geïnventariseerd worden, eind maart begin april voor de eerste keer en eind april begin mei voor een tweede keer. De tweede keer omdat de vestigingen van nieuwe paartjes tot laat in april kan plaats vinden, in ieder geval moest de laatste telling gebeuren voordat de bomen in blad kwamen anders waren de nesten niet meer zichtbaar. Het hoogste aantal getelde bewoonde nesten wordt aangehouden. Want het kan zijn dat door storm, verstoring of territoriumgevechten het aantal nesten in de kolonie daalt. Als er geen nesten in het atlasblok werden gevonden, was dat ook een waardevol gegeven.

Ons speurwerk leverde 23 roekenkolonies op, met in totaal 421 nesten verdeeld over 9 atlasblokken (zie tabel 1). Een roekenkolonie kan soms wel uit honderden nesten bestaan, maar de kolonies in ons telgebied waren beduidend kleiner. De gemiddelde koloniegrootte die wij vonden was 18 nesten, de kleinste kolonie bestond uit 3 en de grootste uit 58 bewoonde nesten. Bewoonde nesten zijn te herkennen aan de broedende vogels of jongen op het nest, territoriaal gedrag, bezoek van oudervogels of uitwerpselen op de nestrand of onder het nest. Om de bewoonde nesten te kunnen bekijken moest men uitermate voorzichtig de kolonie benaderen anders vlogen alle vogels op en was het niet meer duidelijk welk nest bezet was.
 
Tabel 1 Resultaat inventarisatie  2022

We keken ook naar de boom en de boomhoogte waarin de nesten stonden. De boomhoogte bedroeg gemiddeld 20 meter en hoger. Maar we vonden ook een kolonie in een jong populierenbestand van maar 10 m hoogte. Slechts 1 kolonie van 34 nesten lag in een grove dennen bestand, de 21 andere kolonies vonden we allen in loofboombestanden zoals; Amerikaanse eik, zomereik, canadapopulier, berk, beuk, fruitboom, esdoorn, paardenkastanje, plataan, els en acacia.

Figuur 1 Roekenkolonie Schorvoort, Turnhout (foto Frans Baaten)
 
In 40% van onze waarnemingen telden we maar 1 nest per boom en 60 % waren er meerdere nesten aanwezig per boom (zie diagram 1). Het grootste aantal per boom was 19 nesten. 
 
Diagram 1     Procentuele weergave van het aantal waargenomen  nesten per boom.
 
Bespreking van de inventarisatie.
De vrijwilligers telden na het vinden van een roekenkolonie in hun atlasblok het aantal nesten begin april en een tweede telling eind april/begin mei. Enkele ijverige onderzoekers gingen zelfs 3 tot 6 keer naar de kolonie om de nesten te tellen. Uit deze meerdere tellingen van begin maart tot begin mei, kunnen we afleiden dat pas vanaf begin april het duidelijk wordt uit hoeveel bezette nesten de kolonie bestaat. Vroeger tellen dan begin april heeft dan ook weinig nut. In enkele kolonies zien we dat in deze periode het aantal bezette nesten het grootst is, maar voor de meeste geld dat enkel voor de laatste telling.

Sommige tellingen verliepen iets moeilijker zoals bij de kolonie roeken op de Schorredonken in Tielen. Daar bevindt zich de roekenkolonie op een goed omheind privé-perceel en in dennenbomen met nogal behoorlijk dichte kruinen. Je bent er dus genoodzaakt om vanop een afstand van 30-40 meter te tellen en veel nesten zijn in de altijdgroene dennenkruinen moeilijk of zelfs helemaal niet te zien. Door rond het perceel te lopen werd het aantal nesten geteld (34), maar ook het aantal opgevlogen vogels (tss 60 en 70), waardoor toch een betrouwbaar gegeven over het aantal nesten verkregen kon worden. 

In Turnhout bij de Anco-Torens lag de roekenkolonie op de grens tussen 2 atlasblokken en waren er dubbeltellingen (67 nesten) daarom werd de kolonie éénmalig nog eens in zijn geheel geteld en werden 57 nesten genoteerd.

Er waren roekenkolonies die vorig jaar nog bezet waren maar dit jaar werden verlaten en de nesten verdwenen, zoals in de Kerkstraat en hoek Tommelhof/Kampdijk in Ravels en in de Echelstraat/Grote  Schoutstraat te Oud-Turnhout.  In de Jef Van Heupenstraat in Turnhout werden de 3 aanwezige roekennesten verlaten door wegwerkzaamheden langs de kolonieboom, als ook in de Buurtjesweg Ravels waar 5 nesten verlaten werden, oorzaak onbekend en Hoge Darisdonk Oud-Turnhout 1 nest oorzaak onbekend. Op de Steenweg op Turnhout (MIKO) te Oud-Turnhout werden vorig jaar nog 37 nesten geteld en nu nog slechts 6 nesten, oorzaak was het omwaaien en kappen van verschillende nestbomen tijdens de winter.

De roekenkolonies die in het  atlasblok FS47A geteld werden, liggen eigenlijk net buiten het telgebied van VWG Taxandria, maar werden toch mee in het resultaat verwerkt omdat deze vogels vroeger in het populierenbestand op Heide te Retie broedde.

Overlast werd nauwelijks vastgesteld buiten één locatie te Retie in de Kruisstraat daar bevindt de kolonie zich tussen enkele huizen en een stal. De naaste buurman kon er mee leven, maar zou er niks mee inzitten dat ze weg waren.

Al onze tellingen leverden 421 bezette nesten op in 23 kolonies wat hoger is dan de 310 nesten in 22 kolonies van vorig jaar (gegevens uit waarnemingen.be) en 216 nesten van 2020. Maar zowel voor het jaar 2020 als 2021 werden met zekerheid niet alle kolonies geregistreerd op waarnemingen.be . Toch mogen we gewag maken van een stijging van het aantal broedvogels in de Turnhoutse Kempen en zeker een verdubbeling van het aantal nesten tegen over het einde van vorige eeuw.

Dankwoord
Het opsporen van roekenkolonies en tellen van het aantal nesten in de Turnhoutse Kempen werd mogelijk dankzij de inzet van leden van de vogelwerkgroep Taxandria:  Ivo Caers, Marie Josée Catteeuw, Eric Geudens, Luc Bijnens, Koen Schuermans, Paul Prinsen, Els Lenaerts, Jan Cortens, Luc Matthé, Peter Hoedemaker, Ward Machielsen, Greet Goosens en Willy Vangeel. Allen wil ik van harte danken voor hun inzet.
 
Coördinator van de roekentelling 2022
Ward Machielsen
  
Referenties
Voet H. et al. , 1985  Verspreiding en broedaantallen van de Roek Corvus frugilegus in Vlaanderen, 1928 – 1983.  Wielewaal jaargang 51
 
Verheyen R. , 1975 De zangvogels van België. Eerste deel. Tweede bijgewerkte uitgave. Brussel, Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen
 
Verdonck M., Brijs J., 1992 Roekennesten in de “Doolhof” te Turnhout. Telling van 1977 tot 1992. Haaklewie jaargang 23
 
Segers F.,  1948  Broedvogels in de Kempen. Antwerpen, de Nederlandse boekhandel.
 
Vermeersch G. et al. 2004 , Atlas van de Vlaamse broedvogels 2000- 2002. Mededeling van het Instituut voor Natuurbehoud 23, Brussel.
 

 

 

 

 

 

Gieren in de Baronnies Provençales

 

De Vale gier, Monniksgier en Lammergier zijn al meer dan honderd jaar in Zuid Frankrijk uitgestorven. De Aasgier verdween uit de Drôme in 1981. Vandaag, zijn de vier gierensoorten terug aanwezig in het “Parc naturel Régional des Baronnies Provençales”, gelegen tussen de Vercors, Drôme,  Mont Ventoux en de  pre-alpen. De vereniging “Vautours en Baronnies”, werd in 1992 gesticht met als doel de terugkeer en opvolging van de gierenpopulaties in het zuiden van de Drôme Deze vereniging heeft  hiervoor een zeer belangrijke rol gespeeld.

Al de gieren zijn strikte aaseters en voeden zich op de karkassen afkomstig van o.m. wilde dieren en schapen. Zo zorgen ze voor de verwijdering van kadavers en helpen om de verspreiding van pathogene micro-organismes en infectieuze ziekten te voorkomen.

De Vale gieren werden in 1996 uitgezet. Nu, herbergen ze in de Baronnies  de voornaamste kolonie van Vale gieren in de Alpen, met ongeveer 290 broedparen. In 2022, zijn er maar 25% van de jongen uitgevlogen wegens vogelgriep (zieke kuikens, of zieke ouders die de kuikens niet konden voederen)

Sinds 2004, is ook de Monniksgier uitgezet en de eerste kuikens zijn in 2010 in het wild geboren. Er zijn momenteel in de Baronnies een veertigtal individuen, met een beperkt maar stijgende aantal broedparen. (13 in 2022 waarvan 2 paren van vrouwelijke gieren). Dit jaar, zijn er 8 kuikens geboren en 5 uitgevlogen. De 3 andere zijn verdwenen zonder sporen achter te laten.

Aangetrokken bij de aanwezigheid van de andere gierensoorten, is de Aasgier vanaf 2008 spontaan teruggekomen in de streek. In 2022 heeft  zich één broedpaar gevestigd niet ver van Rémuzat, maar de nest werd voor een onbekende reden verlaten. Het is al een paar jaren dat dezelfde mannelijk gier (met in 2022 een andere vrouwelijk gier) ongeveer op dezelfde plaats broedt.

De Lammergier werd eerst in de Vercors uitgezet in 2010, en sinds 2016 worden er jaarlijks lammergieren uitgezet in de Baronnies. De jonge vogels zwerven soms rond  tot heel ver (België, Nederland, Italië) en worden volwassen na 6 tot 7 jaren. Ze komen dan terug om te broeden in de streek waar ze geboren/uitgezet werden. In 2022 hebben 2 broedparen een nest gebouwd in het Zuiden van de Vercors. Eén van deze heeft voor het eerst na meer dan 100 jaren een jongen grootgebracht.

Twee jongen Lammergieren, in gevangenschap geboren waren  (Canteperdrix en Riglos) werden in mei 2022 op de klif van Villeperdrix uitgezet. Ze hebben hun eerste vlucht gedaan in juni. Na enkele weken rondzwerven in de buurt, zijn ze vertrokken naar hogere bergen. In november zijn ze teruggekomen in de Baronnies waar ze nu overwinteren.

Het Europees project Gypconnect, met als doel de Lammergieren populaties van de Alpen , de Grands Causses en de Pyreneeën te linken, werd in 2022 voor 6 jaar verlengd onder de naam GypAct. Er zullen dsu in de komende jaren nog jonge Lammergieren uitgezet worden in mei in Villeperdrix.
 
Roland De Coster, met dank aan Julien Traversier (Vautours en Baronnies) voor de samenvatting van het broedseizoen.
www.vautoursenbaronnies.com
www.baronnies-provencales.fr

foto: Vale gier

 

 

 

 

 

Reis Drôme door vogelwerkgroep Taxandria mei 2022

 

In de maand mei is onze vogelwerkgroep met 14 personen op reis gegaan naar de Drôme onder leiding van Roland. Tijdens deze reis werden meer dan 90 soorten vogels gezien, onder meer waterspreeuw, kleine trap, 3 soorten gieren met uitzondering van de lammergier, scharrelaar, hop enz.
Onze  Vogelwerkgroep Taxandria heeft met de vereniging “Vautours en Baronnies" afgesproken om hun project te steunen met een jaarlijkse bijdrage. Dit naar aanleiding van deze reis.

Mensen die interesse hebben in het verslag van deze reis, kunnen deze toegestuurd krijgen via een eenvoudig mailtje naar [email protected]

Foto: Paul Prinsen

 

 

 

 

 

Wintertocht naar de Maas op zondag 18 december 2022

 

Een groepje van 12 vogelaars verzamelde om 8u op een koude herfstmorgen in december op de parking van de sporthal stadspark om een tocht aan te vatten naar het koudste plekje van Vlaanderen en Nederland. Vol verwachting klopte ons hart, want er werden ons prachtige vogelwaarnemingen beloofd in de uiterwaarden van de Maas. We spoedden ons naar den buiten van Maastricht en betraden het natuurgebied Boscherveld. Bart Bamps en Laurent Louwies namen ons op sleeptouw en bleken uitstekende gidsen. Met de telescoop op onze schouders  liepen we op een dijk die ons de gelegenheid gaf om van bovenaf het Bosscherveld in zijn volle glorie te beleven; het eiland Bosscherveld is, na afgraving, veranderd in een grindeiland, waarover een deel van het Maaswater zijn weg zoekt en spontaan een stelsel van erosiegeulen en eilandjes vormt. De thermometer wees - 11 aan en het Bosscherveld was idyllisch omgetoverd in een bevroren vlakte vol met sprookjesachtige silhouetten van allerlei planten en met hier en daar toch nog wat open water. Het festival begon: we zagen eerst grote zilverreiger, blauwe reiger, bergeend en krakeend, terwijl groepen grauwe ganzen over onze hoofden vlogen. Een koppeltje torenvalken zat dicht tegen elkaar op een paaltje vlakbij, ze scheerden daarna rakelings voorbij. Naarmate we verder wandelden vlogen steeds meer groepjes wintertalingen op. Tussen de rietstengels dartelden rietgorzen en nu en dan toonde een opvliegende watersnip zijn onnavolgbare wirwarvlucht. Toendrarietganzen vlogen over, en putters en sijsjes verkenden een boomkruin langs het wandelpad. We hoorden het krijsend geluid van een waterral en zagen hem kort in het riet verdwijnen. Willy V.G. zag nog een sperwer. We wandelden tot aan het sluizencomplex tot bij het verbindingskanaal tussen de Maas en het Zuid-Willemskanaal. Hier zou de voorbije dagen een kuifaalscholver gespot zijn; we zagen veel aalscholvers, kokmeeuwen, een enkele stormmeeuw, zilvermeeuwen en een Pontische meeuw. Bart had een hele bibliotheek aan vogelgidsen bij en aan de hand van zijn materiaal leerden we weer heel wat bij over de typische kenmerken van de meeuwensoorten. Zo konden we de witte kop zonder streepjestekening van de Pontische meeuw vergelijken met de kop van een zilvermeeuw en konden we goed  het verschil in oogtekening van beide soorten onderscheiden. Dodaarsjes dobberden op het water en hier zagen we onze eerste brilduikers.

foto: Koen Schuermans

Op de terugweg zagen we naast verkleumde blauwe reigers plots twee ongeringde ooievaars staan en dit tafereel werd vervolmaakt met een op het ijs schaatsende vos.
Wat een prachtig gebied!

We reden daarna tot aan het kerkhof van Smeermaas waar we  een prachtig zicht hadden op de uiterwaarden van de Maas. Hier zagen we naast tal van eerder vernoemde soorten o.a. grote zaagbekken en brilduikers.

Hoog tijd om de inwendige mens te versterken en wat warmte te vergaren in een tof cafe in Dilsen-Stokkem. Onze gidsen hadden de vriendelijke eigenaar verzocht om soep voor ons te voorzien en het moet gezegd: “de brocolisoep smaakte heerlijk!”. Tot onze grote verbazing was Laurant Louwies, onze tweede gids,  één van de belangrijke natuurfilmers die meewerkten aan de film over onze wilde natuur die momenteel overal in de cinema’s van Vlaanderen vertoond wordt. Hij weidde uitvoerig uit over hoe vogels naar bepaalde plaatsen gelokt worden om ze heel dichtbij te kunnen filmen.

Na de middag trokken we naar het prachtige natuurgebied Negenoord-Kerkeweerd, vroeger een grindwinningsgebied dat eigendom was van de familie Emsens, ons niet onbekend.

Bij het doorkruisen van het natuurgebied loop je tussen twee grote waterpartijen. We waren nog maar pas vertrokken of Paul had het eerste mannetje nonnetje al gespot. Op de plassen en op het ijs zaten grote groepen kolganzen; een aantal leek vastgevroren. We zagen futen, knobbelzwanen, verschillende eendensoorten, overvliegende kramsvogels, grote groepen ganzen en Bart merkte ook een vliegende graspieper op. We liepen tot vlak bij de Maas  en daar zagen we nog meer nonnetjes, brilduikers, grote zaagbekken, smienten, krakeenden, een pijlstaarteend, een eenzame ijsvogel, een buizerd en Willy V.G. merkte een jagende blauwe kiekendief op naar wie de anderen tevergeefs zochten. Als toetje verscheen een sperwer ten tonele en merkte Laurent nog enkele casarca eenden  op. Het werd tijd om stilaan terug naar de wagens te wandelen. Daar namen we afscheid van onze uitstekende gidsen die ons met een prachtige regio lieten kennismaken. En dan volle gas terug naar onze heimat om nog een stukje van de finale van de wereldbeker voetbal te kunnen  zien. Topdag!   

Verslag: Willy Dewinter

foto: Koen Schuermans

 

 

 

 

 

WTT-nieuws einde 2022

 

Het einde van een jaar is de geknipte tijd om een overzicht te maken. In 2022 kreeg ons WTT welgeteld 1000 telefoontjes binnen voor een noodlijdend dier. (tot 28dec.)  Enkele opvallende zaken die we daarin vaststelden waren o.a. : de opkomst van de bever. Tot voor dit jaar hadden we nooit een oproep voor een bever gekregen, dit jaar reeds 4 oproepen voor een bever in nood.  Tweede vaststelling : de groei van de populatie steenmarters.  Dat is wat we vermoedelijk toch kunnen afleiden uit de cijfers. 7 oproepen voor een marter in 2018, 5 oproepen in 2019 …  en 23 oproepen voor deze rover in 2022.  Ook opvallend : het aantal oproepen voor egels is fel gedaald. Die soort heeft de laatste jaren klappen gekregen en de populatie is daar nog niet van hersteld, geloven wij. 2022 was ook een slecht uilenjaar en dat vertaalt zich ook naar minder oproepen voor (jonge) uilen.
Slechts 16, terwijl de jaren ervoor 27, 29 en 29 oproepen waren voor deze nachtroofvogels. Tenslotte merken we een forse stijging voor de eend, maar hierbij zitten ook enkele oproepen voor de barbarie-eend.
Nog een merkwaardig iets : normaal daalt het aantal oproepen vanaf juni stelselmatig tot aan het einde van het jaar, maar dit jaar kregen we plots te maken met een opstoot aan oproepen in december waardoor we in deze maand 44 oproepen kregen t.o.v. 37 in november. In vergelijken met voorgaande jaren viel het nog meer op want vorig jaar (2021) hadden we over gans de maand december slechts 15 oproepen.
In het VOC van Herenthout heeft men dit jaar (tot 28 dec) 4103 dieren opgevangen. Geen absoluut record. In 2021 had men er meer dan 5000, maar toch een aanzienlijk aantal. Van de vogelgriep hebben ze uiteraard niet zoveel gemerkt als in Oostende, al hebben ze wel een aantal gevallen binnen gekregen, maar de gebruikelijke quarantaine-voorziening  bleek te voldoen.
Tenslotte nog dit. Voor die 1000 oproepen afgelopen jaar  hebben we 657 keer beroep moeten doen op een vrijwillige chauffeur van ons WTT. Percentueel gezien is dat het hoogste aantal in de 5 jaren dat we actief zijn. Meteen weten jullie dat er nood is aan chauffeurs en  we nog steeds vrijwilligers kunnen gebruiken.

Verslag: Willy Vangeel

 

 

 

 

 

Bus uitstap naar Zeeland en omgeving op zondag 5 februari 2023

 

Eindelijk, na enkele jaren afwezigheid, gaan we nog eens op bus uitstap naar Zeeland en omgeving Begin februari, als het goed wintert, is het hoogseizoen voor de vogelkijkers en trekken we traditiegetrouw naar het Nederlandse Deltagebied. Naast het Waddengebied is dit één van de belangrijkste West-Europese overwinteringsplaatsen voor duizenden vogels.

We bezoeken de verschillende eilanden van Zuid-Beveland tot Goeree-Overflakkee waar zeker weer alle soorten wilde ganzen, eenden en allerlei steltlopers waar te nemen zijn. We maken ook een flinke wandeling, een mooie gelegenheid om kennis te maken met de verschillende landschappen. Minder ingewijde vogelkenners krijgen de nodige aandacht zodat ook zij de rijkdom aan watervogels leren kennen.

Wandelschoenen, kijker en/of telescoop en lunch meebrengen

Leiding: Paul Prinsen (014-437363)

Afspraak: Om 6u45 aan het gemeentehuis van Oud-Turnhoutte Turnhout aan de pleinen Snollaerts ( kruising Ringlaan-Graatakker) om 7 uur en om 7u15 aan de kerk van Beerse-Centrum. Vergeet niet je vertrekplaats  te vermelden

De kostprijs bedraagt 15 Euro, JNM-ers en kinderen betalen € 11, niet-leden € 25, voor 31 januari op rek.nr BE43 9734 1889 1201  t.n.v. Natuurpunt Turnhoutse Kempen, Werkendam 66, 2360 Oud-Turnhout

Mogen wij ook vragen om Achille van Beurden te verwittigen op het mailadres [email protected], zodat hij je een bevestiging van je inschrijving kan zenden.

foto: Paul Prinsen

 

 

 

 

 

INBO Vogelnieuws nr35

 

Via een simpel mailtje naar [email protected] kan je je inschrijven voor de nieuwsbrief van Instituut Natuur- en Bosonderzoek.
In het laatste nummer kan je resultaten nazien van ondermeer de water-wildtellingen van het voorbije jaar, eerste resultaten van de broedvogelatlas enz.

 

 

 

 

 

Komende aktiviteiten

 
  • Meeuwentelling: Op Zaterdag 28 januari op het Blak in Beerse. Een INBO activiteit. Begin om 15.00 tot de duisternis valt (+17u30). Meer informatie kan je verkrijgen bij Paul Prinsen ([email protected]).

 

  • Op zaterdag 28 en zondag 29 januari gaat Het Grote Vogelweekend van Natuurpunt door. Tel dat weekend de vogels in je tuin en stuur je gegevens door via www.vogelweekend.be. Zo maak je deel uit van het grootste tuinvogelonderzoek in Vlaanderen. 

 

  • Zondagopening vogeltelweekend in het Natuurpunthuis, Graatakker te Turnhout (29/01 van 12.30 uur t.e.m. 16.30 uur)
    We gaan turen naar vogelkuren met een speurtocht. Volg een (korte) route door de stad en ontdek welke vogels er in onze stad wonen of overwinteren. Houd onderweg je aandacht erbij en spot de vogels van dichtbij door een telescoop op onze stopplaatsen (normaal: vijver stadspark en tuin De Wending).
    Taken waarvoor we iemand zoeken: 

    • Cafétaria, 1 of 2 personen 
    • onthaal / tellen/turven, 1 persoon 
    • begeleiding pindasnoer maken 1 persoon 
    • begeleiding vogelkijkwand in de cafetaria: 1 persoon 
    • begeleiding stopplaatsen = oké

      Wil je komen helpen, al is het maar even? Laat maar weten wat jij graag zou doen. Meer info bij Birgit Van de Vliet, Coördinator vrijwilligers / medewerker huis Turnhout, 0487/72 47 89

 

  • 21 januari 2023 - Belgische Vogeldag 2023 - 20ste live editie
    Op zaterdag 21 januari 2023 kan je in de Drie Eikencampus van de Universiteit Antwerpen terecht voor de 20ste editie van de Belgische Vogeldag. Gelukkig kunnen we terug mikken op een traditionele live-editie. 
    Meer info: https://www.natuurpunt.be/pagina/belgische-vogeldag

Belangrijke aankopen in het Turnhouts Vennengebied

Life Nardus & Limosa
In 2019 werd door Europa dit grensoverschrijdend Life project goedgekeurd, waarin Natuurpunt en het Turnhouts Vennengebied één van de betrokken partners zijn. 
Voor de niet ingewijden: Nardus staat voor borstelgras (Nardus Stricta) als vertegenwoordiger van de heischrale graslanden en Limosa staat voor grutto (Limosa Limosa) als ambassadeur van de weidevogels. 
De bedoeling van dit Life project is enerzijds vooral het herstel en de uitbreiding van heischrale graslanden, een prioritair en bedreigd habitat, maar anderzijds de realisatie hiervan met respect voor de weidevogels. Trouwens de term “heischraal grasland” klinkt voor velen nogal pejoratief, we hadden in het Nederlands beter de term “bloemen en kruidenrijk grasland” gebruikt. 
In het kader van dit Life project was het o.a. voorzien gronden aan te kopen, teneinde de doelstellingen te realiseren. Dankzij deze financiële ondersteuning van Life, konden recent in het Turnhouts Vennengebied 30 ha aangekocht worden, één perceel van 20 ha grasland (1) en twee percelen akkerland samen 10 ha (2).

TVG aankoop 2020
Perceel 1 is gelegen ten oosten van de Watertappingsstraat en is vrij uniek in het Turnhouts Vennengebied om drie redenen:

1. Het vormt één groot aaneengesloten blok van 20 ha, wat zeker niet alledaags is in ons versnipperd landschap.

2. Het is een historisch grasland. Dit betekent permanent grasland sinds de ontginning op de heide. Dit perceel was één van de laatste heideontginningen op de Zwarte Heide, ofwel in de jaren ’30, ofwel net na WO II, m.a.w. het is gedurende 80 à 90 jaar grasland gebleven; de term historisch grasland is in deze context natuurlijk erg relatief, immers voordien had het perceel gedurende 800 jaar een heidevegetatie.

3. Het grasland is na ontginning nooit genivelleerd zodat het oorspronkelijk heidereliëf perfect bewaard is gebleven met een afwisseling van hoge zandruggen en natte depressies. De oostelijke uitloper van het historisch Kraeneven ligt trouwens in dit perceel. Dit golvend reliëf heeft een groot potentieel voor natuurherstel en biodiversiteit en schept allerlei microgradiënten van licht, warmte en vochtigheid. Om geleidelijk de overgang van economisch grasland naar heischraal bloemenrijk grasland te bekomen moeten de nutriënten in de bodem, aangebracht door jarenlange bemesting, drastisch verminderd worden. Hierbij volstaat het niet om in de toekomst niet meer te bemesten, want de fosfaatconcentratie in de bodem blijft ook dan nog te hoog en de bottleneck om de waardevolle doelvegetatie te ontwikkelen. Om deze fosfaatconcentratie te verlagen, legt dit Life project de nadruk op de techniek van uitmijnen en niet meer het afgraven van de bodem toplaag (zoals in het verleden veel gebeurde). 
Het principe van uitmijnen bestaat erin gedurende jaren op een gecontroleerde wijze, na jaarlijkse grondanalyses (Universiteit Gent), stikstof en kalium toe te dienen zonder fosfaat. Het resultaat van deze “bemesting” is de ontwikkeling van een hoog productief grasland, dat fosfaat uit de bodem opneemt. Door meerdere malen per jaar te maaien en af te voeren wordt het gras en dus het fosfaat versneld afgevoerd en daalt de bodemconcentratie fosfaat. Deze uitmijnstrategie is dus in functie van het Nardus aspect van het Life project. Gelukkig wordt er ook rekening gehouden met het Limosa aspect, het maaien en afvoeren gebeurt weidevogelvriendelijk. Dit betekent een eerste maaidatum na 22 juni, zodat het broedseizoen van de weidevogels in alle rust kan gebeuren en niet verstoord wordt door landbouwactiviteiten.

Wat betekent dit nu concreet voor onze weidevogels op perceel 1?

De wulp broedt nog steeds jaarlijks met twee koppels op dit grasland, meestal echter zonder resultaat. Hopelijk zal het broedresultaat verbeteren in de toekomst door het faunavriendelijk uitmijnen en de uitgestelde eerste maaidatum (tenminste als de predatie onder controle blijft). Op lange termijn zal de evolutie naar heischraal grasland ook de broedbiotoop voor de wulp uitbreiden en geschikter maken.

Wat de grutto betreft is de situatie op dit grasland wel wat verschillend. De grutto heeft hier vroeger steeds gebroed, tot 2014 in lage aantallen, één tot drie koppels jaarlijks. In de toekomst kan het perceel voor de grutto zeker terug aantrekkelijker gemaakt worden, namelijk door vernatting van de vochtige depressies (cfr. vroeger Kraeneven). Dankzij het bewaarde reliëf is dit relatief gemakkelijk te realiseren door het opstoppen van de afwateringen. Bovendien zal de gecontroleerde stikstof- en kaliumtoediening het bodemleven bevorderen, waardoor er voor de volwassen grutto’s voldoende regenwormen bereikbaar worden met hun snavel in een vochtige zachte bodem. Tenslotte zal de uitgestelde maaidatum ook het broedsucces van de grutto gunstig beïnvloeden. Ook de kievit zal kunnen profiteren van deze geplande vernatting en late maaidatum. De laatste jaren heeft dit grasland ook een speciale aantrekkingskracht uitgeoefend op de velduil, die hier regelmatig in het voorjaar tijdelijk verbleef, soms zelfs meerdere exemplaren. 
Tenslotte is het zeker vermeldenswaard dat met de vorige eigenaar (Vilatca) een uitmijnovereenkomst voor dit grasland werd afgesloten, waarbij Natuurpunt de gecontroleerde bemesting zal uitvoeren, maar Vilatca verantwoordelijk blijft voor het maaien en afvoeren van het gras; zo levert de agro-industrie een bijdrage in de ontwikkeling naar meer biodiversiteit in dit grasland. 

Aankoop 2 bestaat uit twee percelen akkerland, gelegen aan de westzijde van de Roodhuisstraat (2 op kaart), samen 10 ha groot. De uitgangssituatie is hier wel verschillend. Na de heideontginning zijn beide percelen snel omgevormd naar akkerland en zo gebleven tot op heden. Op de eerste ontginningsplannen was het zelfs de bedoeling hier rabatten te trekken en dennenbos te planten ten behoeve van de mijnindustrie, maar dit is nooit uitgevoerd. Wel zijn de akkers genivelleerd; de gronden zijn eerder hoog gelegen aan de rand van de Ravelse duinen. Door de jarenlange akkerteelten en bijhorende bemesting lenen de percelen zich zeker tot uitmijnen als stap in de ontwikkeling naar droog heischraal grasland. De randen van beide akkers hebben deze evolutie reeds ingezet door een beheerovereenkomst met de VLM door de vorige eigenaar.

Deze akkers oefenen nog steeds een belangrijke aantrekkingskracht uit op kieviten, die hier jaarlijks met meerdere koppels broeden, maar helaas geen jongen groot krijgen zoals op de meeste akkers. Bovendien vinden we hier een vaste stek voor de laatste broedende veldleeuweriken van hetVennengebied, mede in de hand gewerkt door het beheer van de akkerranden. De ligging van de percelen en de bodemstructuur maken deze gronden zeker potentieel leefgebied voor de wulp, die nog steeds broedt op aangrenzende percelen. De evolutie op langere termijn naar droog heischraal en kruidenrijk grasland zal dit alleen maar bestendigen. Deze aankopen vormen dus een belangrijke uitbreiding voor het Turnhouts Vennengebied en hebben veel potentieel om in de toekomst uit te groeien tot erg waardevolle graslanden met een hoge biodiversiteit.

Harry Lesseliers

Nieuwsbrief

Wil je onze agenda en onze nieuwtjes per mail ontvangen?

Schrijf je dan hieronder in: 
Inschrijven nieuwsbrief

 

De informatie van dit inschrijvingsformulier wordt enkel gebruikt om je onze agenda en nieuwsbrieven toe te zenden.