Bels Broek en Heide

Provincie Antwerpen

Kinderen kunnen zorgeloos ravotten op de nabijgelegen tientallen meters hoge stuifduin De Kapucienenberg.

Aan het bezoekerscentrum Grote Netewoud vind je het Totterpad. Een avontuurlijk wandelpad voor kinderen van 3 tot 12 jaar. Je kan het pad op eigen houtje al spelend en ravottend ontdekken of je kan een gratis folder oppikken met leuke doe-opdrachten voor onderweg.

Wandelen in Bels Broek en Heide

  • Vrij toegankelijk op de paden.
  • Laarzen of stevig schoeisel zijn aangeraden bij regenweer.
  • Honden zijn welkom aan de leiband.

Toegankelijkheid

  • Leuk voor kinderen

  • Laarzen of stevige schoenen aanbevolen

  • Honden zijn welkom aan de leiband

Eigenschappen

Zeer groot gebied: > 100 ha

Kaart van het gebied

Zien en doen

Boek je geleide wandeling in het Grote Netewoud. Trek het Grote Netewoud in met een ervaren natuurgids. Contacteer Wim Pauels via tel. nr. 014-21 34 50.

Dieren en planten

Sinds de natuurherstelwerken van enkele jaren geleden zijn de planten en dieren aan een straffe opmars bezig. Dat is vooral te merken in de buurt van de vennen. Het opnieuw verschijnen van struik- en dopheide zijn voorbeelden. Door de werken ontstond een pioniervegetatie en binnen die vegetatie ontstonden ook ideale levensomstandigheden voor zonnedauw en moeraswolfsklauw. De Belse Heide met aansluitend het Bels Broek en de Belse bossen vormen het leefgebied van alle inheemse spechtensoorten en van zeldzame dag- en nachtroofvogels waaronder de havik, de bosuil en de ransuil. Verscholen op de bosbodem broedt de houtsnip. In de lente ruik je de witte bloemen van de kamperfoelie, die slingert tussen de takken van de eik. In de laagtes vallen elzen en dotterbloemen op en fladderen juffers en libellen. Dankzij de variatie in landschapstypen kan Bel ook een flinke populatie reeën herbergen. In het najaar vormen de bossen een waar paradijs voor paddenstoelenkenners.

Planten

Typische soorten van een heideduingebied zijn naast buntgras ook heidespurrie, ruig haarmos, kraakloof en tal van andere korstmossoorten. Verder mogen worden verwacht: zandzegge, die met zijn lange wortelstokken probeert het duinzand vast te leggen, zandblauwtje, vogelpootje, klein tasjes-kruid, schapengras en bochtige smele.

Opvallend: zonnedauw, moeraswolfsklauw, blauwgroen trechtertje

Na ingrijpend heideherstel verschenen duizenden jonge heideplantjes, zowel struikheide op de drogere gedeelten, als dopheide vlak bij de herstelde vennetjes. Maar ook andere zeldzame soorten kwamen na het herstel tevoorschijn zoals zonnedauw (één van de weinige vleesetende planten in Vlaanderen) en moeraswolfsklauw. Deze laatste is één van de weinige nog bestaande plantensoorten uit de ‘voorhistorische’ wolfsklauwfamilie, d.w.z. dat ze al op de aarde voorkwamen voordat de planten en bomen zoals we die nu kennen bestonden. De vroegere wolfsklauwen hadden immense afmetingen en heel wat steenkoollagen bestaan bijna volledig uit restanten van deze reuzenplanten.

In februari 2014 werd het blauwgroen trechtertje waargenomen. Mondiaal is dat een zeer zeldzame paddenstoel. Vondsten ervan worden bijna nooit gemeld, behalve in barre streken zoals Groenland, Noorwegen en Finland. De laatste jaren verschijnt het ook in Vlaanderen op plaatsen waar natuurherstelwerken plaatsvonden, zoals in Bel.

Dieren

Wat dieren betreft zijn de typische soorten: konijn, heivlinder, ree, nachtpauwoog, duinpieper, tapuit, levendbarende hagedis en boompieper, die je in de zomer vanuit de top van een solitaire boom druk kwetterend zijn parachute-achtige vlucht kan zien maken. ’s Avonds en ’s nachts jaagt de zeer zeldzame grijze grootoorvleermuis boven het gebied. De kerk van Bel geeft onderdak aan een voortplantingskolonie van de soort.

Opvallend: ransuilen

Bij vogelliefhebbers is Bel bekend voor de slaapplaatsen van ransuilen. Ransuilen zijn zeldzame standvogels. Opvallend aan hun uiterlijk zijn de oorpluimen, die overigens geen echte oren zijn. Net zoals de meeste uilen zijn ze vooral actief als het donker is. Ze jagen dan vooral op spits-, woel- en ware muizen. In de winter verblijven ransuilen graag in elkaars gezelschap op zogenaamde roestplaatsen, die gemeenschappelijke slaapplaatsen vinden ze in de zeedennen die je her en der nog aantreft.  Daar rusten in december, januari en februari een tiental uilen.

Libellen en waterjuffers

Rond de vennen op de gronden van Natuurpunt komen nu al minstens 28 soorten libellen en waterjuffers voor, waaronder enkele zeldzaamheden zoals venwitsnuitlibel, koraaljuffer, en tengere-, zwervende- en tangpantserjuffer. Ook zeldzame soorten zandbijen, graafwespen, sprinkhanen en kevers voelen zich in deze habitat thuis.

Opmerkelijk: de harkwesp

De harkwesp is – samen met de ringslang – allicht het meest zeldzame diertje dat in de Belse heide te vinden is.  In het begin van de jaren 1980 werden voor het eerst enkele vindplaatsen in Bel ontdekt. De harkwesp is een stevige, gedrongen wesp die werkelijk exclusief gebonden is aan zandverstuivingen en duinen. Ze zoekt het losse zand en de mulle hellingen op. Bij het aanleggen of het openen van haar nest harkt ze in zulk een razend tempo het zand uit de nestopening, dat het letterlijk naar achter spuit, zodat rond de nestopening een walletje van los zand komt te liggen. Dit komt zeer goed van pas wanneer de wesp, na het voederen van de larve, het nest verlaat en de opening afsluit. Dan harkt ze namelijk in de omgekeerde richting het zand terug op en in het nest-gat. Gevaar voor instorting is er nauwelijks vermits de gang naar de larvenkamer (slechts 1 larve per nest) vrijwel horizontaal loopt.

Over dit gebied

Tussen Geel-Bel en Meerhout, in de brede vallei van de Grote Nete, strekt zich een prachtig natuurgebied uit: de Belse Heide met aansluitend het Bels Broek en de Belse bossen. Tal van onverharde wegen en paden doorsnijden het gebied. Op de droge zandruggen wandel je door uitgestrekte naaldbossen, prachtige heideterreintjes en weidse zandverstuivingen. Meer naar de vallei toe vormen zompige broekbossen, vochtige wei- en hooilanden, wuivende rietkragen en heldere beekjes het decor waarin je heerlijk kunt onthaasten. Centraal in het gebied liggen de Duivelskuil en het Torfven, twee natte depressies met een uitzonderlijk grote natuurwaarde. Rond de Duivelskuil groeit nog de gagel, de lavendel van de Kempen.

Ontwikkelingsgeschiedenis

De woonkern van Bel ontstond al in de zevende of achtste eeuw. De kern van de nederzetting werd gevormd door een groep woningen langs een straat. Ten zuiden van die straat ontstond een groot, open akkercomplex, het Belsveld. Het was een typische kampontginning, waar landbouwgrond werd gewonnen door de duinen af te graven en de vennetjes op te vullen. De akkers op het Belsveld waren omringd door een houtwal om verstuiving tegen te gaan. Ten zuiden van het Belsveld lag de Belsehei die bestond uit een stuifduin en droge, vochtige en natte heide met vennen. In de loop van de tijd verdween de houtwal rond het akkercomplex en werd het oostelijk gedeelte van het Belsveld beplant met naaldbomen, waardoor het open karakter verloren ging.

De Belsehei werd ontgonnen. De Belseheide-loop en het dambordvormig wegenpatroon zijn er nog de stille getuigen van. Heide en vennen maakten plaats voor akkers, bos en graslanden. De stuifduinen werden beplant met naaldbomen. In zijn huidig voorkomen is het akkercomplex Belsveld nog vrij oorspronkelijk. In het westen en in het zuiden sluit het aan bij een brede duinrug met naaldbos. Hij maakt deel uit van een groter paraboolduincomplex. De Belsehei, een weidecomplex, is een voorbeeld van recente heideontginning. 

Verscheidene uitvoeringsplannen zien toe op een behoud en een herontwikkeling van de aanwezige waarden en op recreatief medegebruik. Om die reden werd het Bels landschap in 2001 geklasseerd. Het beschermde stuk van Bel bevindt zich tussen de Meerhoutseweg, de Zeeploop en de grens met Meerhout, en de bebouwing van het dorp. Vanaf 2002 koopt, beheert en beschermt Natuurpunt gronden in het Bels Broek en Heide dat ondertussen erkend is als Europees topnatuurgebied.

Torfven

Het ‘Torfven’ was lang een ven midden de duinen. Het zand van de omliggende duin werd ooit gebruikt om het ven te dempen en er weiland van te maken. De Belseheideloop werd dwars door de aanpalende duinenrug gegraven om het overtollige water af te voeren. Daardoor verdwenen de specifieke ecologische waarden van het ven. In 2014 herstelde de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) en de vzw Kempens Landschap dit relict van een typisch Kempens ven. Ook legden ze Zeeploop om en voerden ze herstelwerken uit in het nabijgelegen ‘Duivelskuil’. Deze belangrijke ingrepen dragen bij tot het herstel van het ecosysteem in Bels Broek en Heide.

Wat doet Natuurpunt

In het verleden waren de stuifduinen gefixeerd doordat ze bedekt waren met naaldbomen. Om de duinen opnieuw te kunnen laten stuiven werden die bomen verwijderd tijdens een Life Project. Wekelijks is er hier een team van enthousiaste vrijwilligers actief die de nieuw gecreëerde heidebiotoop vrij houden van bramen en jonge boomscheuten. De jongste jaren worden hier net als in vroegere tijden opnieuw schapen ingezet om de heide te begrazen. De ‘ongelijkheid’ die de begrazing met zich meebrengt zorgt overigens voor een verhoogde biodiversiteit.

Steun Natuurpunt

Doe een gift voor Bels Broek en Heide

Liever overschrijven?

BE56 2930 2120 7588
Vermeld 'Bels Broek en Heide' bij je overschrijving

  • Giften vanaf €40 zijn fiscaal aftrekbaar
  • Jouw gift gaat rechtstreeks naar je gekozen project

Word lid van Natuurpunt

  • Bescherm de natuur
  • Ontvang de Fiets- en Wandelgids
  • Krijg korting bij onze partners

Ja, ik word lid van Natuurpunt

Afbeelding
Wandelaars aan het water

Partners