Visuele tellingen van overwinterende vleermuizen geven slechts een deel van het werkelijk aanwezige aantal vleermuizen weer. In het Fort Steendorp bij Antwerpen werd daarom een experiment opgezet met een infraroodteller. Hieruit blijkt dat slechts één op de drie aanwezige vleermuizen bij een wintertelling wordt gezien en dat het fort ook buiten de winter van groot belang is voor vleermuizen.
In Nederland en België moeten vleermuizen een winterslaap houden om energie te sparen vanwege een beperkte beschikbaarheid van voedsel (insecten). Veel vleermuissoorten doen dit in ondergrondse overwinteringsplaatsen zoals ijskelders, bunkers, mergelgroeven en forten. Jaarlijks tellen honderden vrijwilligers in Nederland en België deze objecten door visueel elke waargenomen vleermuis te registreren. Studies tonen aan dat alle vleermuissoorten tijdens de winterslaap wakker worden en zich binnen of zelfs tussen overwinteringsplaatsen verplaatsen.
Meer kennis door infrarood-lichtbarrières
Het plaatsen van infrarood-lichtbarrières bij de ingangen van een winterverblijf kan onze kennis over het belang van winterverblijfplaatsen voor vleermuizen sterk vergroten. Zo'n infrarood-lichtbarrière is een telpoortje waarbij de vleermuizen door een aantal onzichtbare lichtstralen vliegen. Iedere in- en uitvliegende vleermuis wordt dan automatisch geteld. Studies hebben aangetoond dat het verborgen aandeel van overwinterende vleermuizen varieert tussen de 22 en 99 procent. Met deze kennis gewapend werd een vergelijkbaar onderzoek opgestart in het Fort Steendorp bij Temse. Dit grote, voormalige, militaire, bakstenen fort is tegenwoordig een van de belangrijkste overwinteringsplaatsen voor vleermuizen in Vlaanderen.
Twee in een spleet overwinterende watervleermuizen. Uit het onderzoek in Fort van Steendorp blijkt dat veel vleermuizen zich buiten ons zicht verstoppen. Foto: Rob Koelman.
Veel overwinterende vleermuizen worden niet opgemerkt
Van 1999 tot 2022 varieerde het totale aantal overwinterende vleermuizen tussen 734 en 1209, voor in totaal acht verschillende soorten vleermuizen, met de watervleermuis als meest voorkomende soort. Om het aandeel vleermuizen dat bij visuele tellingen wordt gemist te kwantificeren, werd een geautomatiseerd experiment opgezet. Het zogenoemde infraroodpoortje (IR-poortje) registreert de vleermuisactiviteit en bewegingen van naar binnen en naar buiten vliegende dieren in een afgeschermd deel van Fort Steendorp.
Gedurende vier opeenvolgende jaren, te beginnen vanaf april 2014 werden het hele jaar door gegevens verzameld en kon men aldus ook vleermuisactiviteitsgegevens verzamelen buiten de overwinteringsperiode. Het is niet mogelijk om met deze geautomatiseerde methode de vleermuissoort te bepalen.
De resultaten toonden aan dat er twee uitgesproken periodes zijn van hoge activiteit in Fort Steendorp. Een eerste piek van activiteit werd waargenomen vanaf de tweede helft van mei tot de eerste helft van juni (gemiddeld 100 vleermuizen passeren het portaal per nacht). Dit viel samen met de voorjaarszwerm-/paarperiode van de meeste vleermuissoorten. Een nog meer opvallende toename van de activiteit was te zien van half augustus tot in oktober, voorafgaand aan de winterslaap ('herfstzwermen', met een gemiddelde van 5.000 vleermuispassages per nacht).
Winterverblijven zijn van grotere waarde dan eerst werd gedacht
Bovendien bleek dat bij het vergelijken van visuele tellingen met gegevens van infraroodlichtbarrières (voor hetzelfde onderzochte gebied en gedurende dezelfde onderzoeksperiode) slechts 1 op 3 (37%) van de waargenomen totale vleermuispopulatie visueel was waargenomen. Met andere woorden, ongeveer tweederde van de vleermuizen overwinteren in voor de vrijwilligers ontoegankelijke of verborgen plaatsen zoals watergangen, schachten, kieren en spleten die niet worden opgemerkt bij een visuele telling. Dit onderzoek toont aan dat sommige winterverblijven een veel grotere waarde voor vleermuizen hebben dan initieel gedacht en bovendien dat de winterslaap geen continu, ononderbroken proces is.
Wat is het belang voor de bescherming van overwinterende vleermuizen?
Jaarlijkse tellingen van overwinterende vleermuizen in Fort Steendorp tonen aan dat als ongeveer 1.000 vleermuizen worden geteld, het werkelijke aantal overwinterende dieren dichterbij de 3.000 ligt. Dit vergroot het belang van het fort voor het behoud van vleermuizen sterk. Aanvullend tonen zowel piekactiviteiten in mei-juni als in augustus-november aan dat optimale bescherming van vleermuizen van groot belang is. Beschermingsmaatregelen mogen niet alleen beperkt blijven tot de periode van winterslaap.
Een uitgebreid wetenschappelijk artikel van dit onderzoek is te lezen in de in oktober 2022 verschenen Lutra Special - Overwinterende vleermuizen in Nederland en Vlaanderen.
Tekst: Alex Lefevre (Vleermuiswerkgroep Natuurpunt)
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief