Afbeelding
Herfst
Erwin Derous

Teveel stikstof in bossen: valt dat op te lossen?

8 nov 2021
Categorieën
Natuurbericht
LIFE BNIP
Natura 2000
Natuurbeheer
Stikstof
Webmigratie

Vlaanderen is stikstofkampioen in Europa. 82% van de Vlaamse natuur slikt teveel stikstof. Met de tiendelige reeks #laatdenatuurnietstikken tonen we de verstikkende impact ervan op de natuur.

#laatdenatuurnietstikken

Teveel stikstof in bossen: valt dat op te lossen? 

Voor alle bostypes in ons land is de stikstofdepositie te hoog. Het is uiteraard zaak om de uitstoot van stikstof terug te dringen, maar zelfs als dat gebeurt, valt er niet onmiddellijk beterschap te verwachten. Bij het stikstofprobleem is er sprake van serieuze na-ijleffecten. Kunnen we daar eigenlijk iets aan doen?

Stikstof in bossen op lange termijn

Dat na-ijleffect werd ondermeer vastgesteld bij paddenstoelen. Vooral de mycorrhiza-paddenstoelen (symbionten zoals russula’s en boleten die samenleven met bomen) zijn erg gevoelig voor een verslechterde milieukwaliteit. In een Noors experiment waarbij stikstof werd toegevoegd aan de bosbodem stelde men vast dat 23 jaar na het stopzetten van het experiment de zwammendiversiteit nog steeds niet helemaal hersteld was. In een soortgelijk Zweeds experiment was er 20 jaar na het stopzetten van het experiment wel een herstel te merken. 

Een andere studie meldt dan weer dat de effecten van stikstofdepositie in een Scandinavisch bos 47 jaar na de toediening van die stikstof nog steeds zichtbaar zijn door verschillen in de mossoorten die op de bosbodem groeien. Natuurherstel verloopt dus niet overal hetzelfde en is complex. Ook bij de vegetatie een gelijkaardig verhaal: al bij een beperkt teveel aan stikstof leggen de meest kritische bosplanten het loodje. In een recente analyse schatten wetenschappers in dat we met de huidige Europese regelgeving geen opmerkelijk herstel van de bosflora moeten verwachten voor 2050.

Stikstof tegengaan

Dat de voedingsstoffenbalans in de bodem zo lang scheef blijft zitten, stemt tot nadenken over tal van bebossingsprojecten die de laatste jaren in Vlaanderen plaatsvonden (en -vinden) op voormalige landbouwgronden. Bomen aanplanten op percelen die bemest werden, leveren bossen op met een soortenarme kruidlaag, die vaak gedomineerd wordt door brandnetels of bramen. Het is echter wel zo dat een teveel aan fosfor daarbij een veel moeilijker op te lossen probleem is dan het teveel aan stikstof. Over de mogelijke oplossingen (met name uitmijnen) hoor je meer in deze lezing

Het stikstofprobleem in bossen wordt in Vlaanderen nog verergerd door een rampzalige ruimtelijke ordening: veel van onze bossen zijn klein en versnipperd. Dat betekent dat er enorm veel bosrand aanwezig is en in bosranden ligt de stikstofdepositie 0,5 tot 4 maal hoger dan in een boskern, door inwaai van stikstof. Uit een analyse uit 2007 blijkt dat maar liefst 58% van de totale bosoppervlakte in Vlaanderen tot bosrandzone kan gerekend worden. 

Tal van bosranden zijn momenteel weinig natuurlijk: scherpe overgangen van veld of akker naar bos. Door te werken aan meer natuurlijke mantel-zoom-vegetaties, en dus geleidelijke overgangen van grasland naar bos, kan je de stikstofdepositie in het bos zelf verminderen. Daarnaast is het belangrijk om versnipperde historische boskernen te bufferen door ze uit te breiden door nieuwe bosaanplanten. Als die op voormalige landbouwgrond gebeuren, zullen ze misschien niet evolueren tot ecologisch bijzonder waardevol bos, maar zullen ze wel bestaande boskernen vrijwaren van teveel stikstof van buitenaf. Daarom vinden bosaanplanten vaak plaats op percelen die grenzen aan bestaande bossen. Een concreet voorbeeld is het Waverwoud tussen Lier en Mechelen, waar Natuurpunt versnipperde boskernen weer probeert te verbinden. 

Bodemverzuring tegengaan

Daarnaast zijn er andere manieren om de bodemverzuring in bossen tegen te gaan. Die verzuring verschilt ook naargelang de boomsoorten waaruit het bos bestaat. In naaldbossen is de strooisellaag zuurder dan in loofbossen. Het omvormen van dennenaanplanten naar gemengde bossen kan de effecten van verzuring en vermesting verminderen. 

En onder loofbomen vinden we soorten met traag en snel verterend strooisel. Het is precies die laatste categorie die interessant is: onder bomen zoals lindes en essen verloopt de strooiselafbraak sneller waardoor voedingsstoffen zoals kalium, magnesium en calcium sneller vrijkomen en de bodem minder snel verzuurt. Vooral linde wordt daarom steeds meer gewaardeerd. Nederlandse ecologen hielden jaren geleden al een pleidooi voor meer lindewoud.

Een andere manier om de voedingsstoffenbalans in de bodem te herstellen is het toedienen van mineralen, in de vorm van steenmeel. Daarmee wordt momenteel in de Veluwe geëxperimenteerd. Van drastische ingrepen zoals plaggen (het afgraven van de bosbodem om zo stikstof te verwijderen) weten we intussen dat ze nefast zijn voor het bodemleven (fauna en zwammen). Daarom worden ze in het bosbeheer niet toegepast. 

Tekst: Wim Veraghtert (Natuurpunt Studie)

Meer info: Den Ouden J., Muys B., Mohren, F. & Verheyen K. 2010. Bosecologie en Bosbeheer. Acco Uitgeverij, Leuven

Dossier Stikstof

De overvloed aan stikstof verstikt onze natuur. Eind dit jaar beslist de Vlaamse regering eindelijk over een nieuwe aanpak om de stikstofuitstoot te verlagen. Die moet ambitieus zijn! Voor Natuurpunt is het doel zonneklaar: in 2045 mag nergens in de natuur de stikstofdrempel overschreden worden. In 2030 moet het aantal plaatsen al gehalveerd zijn. Ontdek onze voorstellen en scenario’s op www.natuurpunt.be/stikstof