Wesp- of tijgerspin
wespenspin-foto-fitis-sytske-dijksen.jpg

Wesp- of tijgerspin (Argiope bruennichi)
Ze is met geen enkele andere inheemse spin te verwarren: de wesp- of tijgerspin. Met haar opvallende geel-(wit)-zwarte strepenpatroon lijkt ze wel uit te schreeuwen ‘Hier ben ik, heb je mij gezien?!’
Dat klopt echter maar gedeeltelijk, want wie ooit een tijgerspin in het gras heeft ontdekt, weet dat ze daar eigenlijk niet opvalt. De spin weeft meestal laag in het gras of tussen kruiden haar wielweb. Als je haar niet stoort zal ze meestal in het centrum van dat web zitten wachten tot er een prooi in belandt. Als je haar met een grassprietje aanraakt terwijl ze in haar web zit, zal ze vaak hevig beginnen te schudden. Dat is een verdedigingsmiddel dat wel meer spinnen toepassen. Op die manier zijn ze moeilijker te grijpen door aanvallers.
Het lievelingseten van de tijgerspin is de sprinkhaan, al zal ze zowat alles grijpen wat in de sterke, kleverige draden van haar web blijft vasthangen. Dat kunnen grote en sterke prooien zijn, zoals hommels of zelfs libellen. De spin gaat dan snel over tot actie en begint met het inwikkelen van de prooi. Hierbij gebruikt ze opvallend veel spinnendraad en al snel is de prooi stevig verpakt in een dikke laag wit spinsel. Nu kan het slachtoffer het helemaal vergeten, want om het werk af te maken dient de wespspin een gifbeet toe.
De naam wespspin zegt duidelijk waartoe de geel-zwarte strepen moeten dienen. Die tekening is namelijk een duidelijke waarschuwing voor aanvallers zoals vogels. Die zien een lekkere grote spin altijd wel zitten en zijn regelmatig op zoek naar voedsel tussen het gras. Met haar kleuren zegt de spin dat ze gevaarlijk is en dat je haar maar beter met rust kunt laten. Dat is echter allemaal maar bluf. De wespspin is immers helemaal niet gevaarlijk voor vogels, noch voor eender welk zoogdier, zoals de mens. Toch werkt de tekening efficiënt, want al veel mensen zeiden dat ze bij het zien van een tijgerspin terugdeinsden en dachten dat het om een gevaarlijk exemplaar ging. Evenveel mensen genieten echter van het mooie en fascinerende uiterlijk van deze soort. Ze mag dan ook gezien worden!
Oorspronkelijk was de tijgerspin een Zuid-Europese soort. Heel lang kwam ze in België alleen voor in het zuiden van het land. In Nederland kwam ze toen nog niet voor. Sinds zo’n twintig, dertig jaar is de spin echter steeds noordelijker gaan opduiken en vandaag vind je haar dan ook regelmatig in het grootste deel van België en Nederland. Mogelijk voelt de tijgerspin zich hier nu meer thuis door de opwarming van het klimaat in onze streken. De soort wordt gevonden op de heide, maar ook in wegbermen, grasland en de laatste jaren zelfs regelmatig in tuinen.
Tegen het einde van de zomer spint het vrouwtje van de tijgerspin verschillende grote papierachtige, bruine eicocons. Die hebben dikwijls de vorm van een kruik en bevatten soms tot wel vierhonderd eitjes.
- Lichaamslengte (mannetje/vrouwtje): 4-6,5mm/11-20mm