Afbeelding
Amethistzwam
Peter Van de Kerckhove

Het belang van zwammen voor natuurlijke verjonging van beuk

17 nov 2020
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
Inventarisatie & monitoring
LIFE BNIP
Natura 2000
Paddenstoelen

Om uit te groeien van zaad tot boom moeten beuken heel wat obstakels overwinnen. Ze moeten opgroeien met weinig zonlicht en staan onder druk van planteneters en parasieten. Gelukkig kunnen ze rekenen op een nauwe samenwerking (symbiose) met ectomycorrhizazwammen voor een verhoogde opname van voedingsstoffen en bescherming tegen wortelparasieten. Welke zwammen er van belang zijn tijdens de eerste levensjaren van een boom is nog niet goed geweten. Onderzoekers van het INBO en KU Leuven trokken naar het Zoniënwoud om dit te onderzoeken.

Het voortbestaan van een bos wordt bepaald door het uitgroeien van zaden tot volwassen bomen, een proces dat natuurlijke verjonging wordt genoemd. Maar de competitie is groot en slechts een heel klein deel van de zaailingen, die massaal geproduceerd worden, overleven. De omstandigheden op de bosbodem maken het hen niet gemakkelijk: er is weinig licht en de volwassen bomen kapen een groot deel van de voedingsstoffen en het water weg. Vooral beukenbossen staan erom bekend erg donker te zijn. Jonge beukjes zijn hier wel aan aangepast en kunnen lange tijd in de donkere ondergroei overleven, wachtend tot een oudere boom aftakelt en ze die plaats in de boomlaag kunnen overnemen. Daarnaast krijgen jonge bomen ook hulp van een ondergronds netwerk van ectomycorrhizazwammen. Deze zwammengroep leeft in symbiose met het merendeel van onze boomsoorten: in ruil voor suikers verhogen ze de opname van voedingsstoffen. Bovendien vormen ze een fysieke barrière tegen ziekteverwekkers en parasieten door rond de fijnste wortels te groeien. Daar één enkele zwam met meerdere bomen in verbinding kan staan en elke boom met meerdere zwammen kan samenleven, ontstaat een uitgebreid ondergronds netwerk, waar zaailingen gebruik van kunnen maken.

Onderzoek heeft aangetoond dat zaailingen die in verbinding staan met dit netwerk een hogere overlevingskans hebben. Zijn alle ectomycorrhizazwammen hierbij even belangrijk? Kan de afwezigheid van bepaalde soorten verjonging beletten? Op zoek naar antwoorden op deze vragen gingen onderzoekers van de KU Leuven en het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO) aan de slag in het Zoniënwoud om te bepalen welke ectomycorrhizazwammen aanwezig zijn in de wortels van zaailingen en jonge beukjes. Ze onderzochten of deze verschilden van de soorten die in de bodem aanwezig waren en vergeleken ook de soortensamenstelling op plekken met en zonder verjonging. Door DNA uit de wortels en uit de bodem te halen en daarvan de ‘barcode’ (een stukje DNA dat we kunnen gebruiken om de soort te identificeren) te ontleden en de samenstelling ervan te vergelijken met referentiedatabanken konden de onderzoekers weten welke soorten er zoal aanwezig waren.

Afbeelding
figuur Natuurfocus

Ondanks dat het Zoniënwoud gedomineerd wordt door één boomsoort, werd een grote diversiteit aan ectomycorrhizazwammen vastgesteld, waarvan russula’s, fluweelboleten, melkzwammen, fopzwammen en amanieten in de grootste aantallen aanwezig waren. De soorten die in de wortels werden teruggevonden waren grotendeels dezelfde als in de bodem maar er waren ook wel wat verschillen. Zo waren russula’s, amanieten, en vezelkoppen gemiddeld talrijker aanwezig in bodemstalen, terwijl melkzwammen, fluweelboleten, fopzwammen, aardappelbovisten, inkttruffels en rouwkorstjes in grotere getallen voorkwamen in de wortels van zaailingen en jonge boompjes. Deze groepen van ectomycorrhizazwammen spelen dus mogelijk een rol bij de verjonging van beuk. Er werden geen verschillen gevonden tussen bodemstalen van plekken met jonge boompjes en plekken zonder jonge boompjes, wat erop wijst dat de afwezigheid van succesvolle verjonging er niet veroorzaakt werd door afwezigheid van bepaalde ectomycorrhizazwammen.

Wie meer wil lezen over dit onderzoek, kan het artikel in Natuur.focus gratis downloaden. Blijf op de hoogte van natuuronderzoek in Vlaanderen en neem een abonnement op Natuur.focus. 

Tekst: Teun Everts (INBO), Margaux Boeraeve (KUL)

Foto: Peter Van de Kerckhove (INBO)