25 november 2019
Wilde rozen maakten inherent deel uit van een typisch Belgisch kleinschalig cultuurlandschap, ook wel bocage genoemd. Verweven in gevlochten veekeringen gaven ze niet alleen kleur aan het landschap, maar verzorgden ook een dienst voor struweelbroedvogels en ongewervelden. Deze nutsfunctie inclusief het regelmatig onderhoud, viel echter weg als gevolg van de mechanisering van het landgebruik. Daarmee gepaard gingen groeiplaatsen van wilde rozen teniet door menselijk ingrijpen zoals verwijderen van hagen en houtkanten, herbicidengebruik en overbegrazing. Ook verdichting van boscomplexen na het stopzetten van hakhoutbeheer en het verdwijnen van bosranden zorgden voor een achteruitgang van wilde rozen.