
Merel
De merel is één van de meest algemene vogels in België. Met zijn gitzwart verenkleed en oranjegele snavel is het mannetje makkelijk te herkennen.
Gemiddeld wordt een merel 2 - 3 jaar oud, maar geluksvogels kunnen wel tien jaar of ouder worden.
De merel eet vooral regenwormen, insecten en slakken.
Over het algemeen blijven merels trouw aan hun partner tijdens het broedseizoen en keren aak terug naar hetzelfde gebied om opnieuw te broeden met dezelfde partner.
De merel is een algemene broedvogel die je bijna overal kan aantreffen: in bebost terrein, stadsparken en tuinen.
Bosmerels zijn veel schuwer, tuinmerels zijn opvallende en vrij makke vogels.
Mannelijke merels verleiden vrouwtjes door middel van zang en baltsgedrag.
Hoe herken je de merel?
- De mannelijke merel een heeft gitzwart verenkleed met lange staart, felgele snavel en smalle, gele oogrand.
- Het vrouwtje is iets kleiner dan het mannetje, donkerbruin van kleur met lichtere borst, en bruin streeppatroon.
- De merel hupt met beide poten tegelijk of neemt een paar stappen om dan enkele seconden doodstil te staan
- Mannelijke merels zijn vaak iets assertiever en territoriaal dan vrouwtjes, vooral tijdens het broedseizoen. Ze zingen ook vaak om hun territorium te markeren en om vrouwtjes aan te trekken.





Het geluid van de merel
Met melodieuze liederen bakenen merels hun territorium af. Oudere merels zijn betere zangers en hebben een ruimer repertoire en minder herhalingen dan jongere merels. Je kan een merel individueel herkennen aan zijn zang. Zelf herkennen ze zo ook hun vaste buren aan hun lied. Die zullen daardoor minder snel aangevallen worden, dan onbekende zangers.
Het liedje van de mannelijke merel is meestal luider en melodieuzer dan dat van het vrouwtje, en wordt vaak gebruikt om vrouwtjes aan te trekken en territoriumgrenzen aan te geven.
Hoe leeft de merel
Wat eet de merel?
Merels zoeken hun eten meestal op de grond, op een kort gemaaid gazon of tussen afgevallen bladeren. Ze eten vooral regenwormen, insecten en slakken. De slimmerikken trippelen hevig in het gras waardoor de wormen de trillingen voelen. Deze denken dat er een mol aankomt of dat het regent. De wormen komen hierdoor naar boven. Slakken stelen ze vaak van de zanglijster, omdat ze er zelf niet in slagen een slakkenhuis open te breken. Ook bessen en (afgevallen) fruit staan op het menu, vooral in het najaar en de winter.


Hoe plant de merel zich voort?
Merels bouwen in april of mei een nest van takjes, modder en gras, voornamelijk in dichte struiken of hagen. Een legsel bevat meestal vier of vijf eitjes. De lichte, groenblauwe tint hiervan is kenmerkend, net als de bruine stippeltjes. De eieren worden twee weken door het wijfje bebroed en daarna worden de jongen nog twee weken gevoerd, ook nadat ze het nest hebben verlaten.
Merels leggen gemiddeld 2 a 3 broedsels per jaar.
Waar vind je de merel?
Merels zijn standvogels en overwinteren niet ver van de plek waar ze geboren zijn. Waarschijnlijk zie je meerdere generaties opgroeien in je tuin.
De merel zingt ’s ochtends als één van de eerste vogels, ruim voor zonsopgang. Meestal wordt daarvoor opvallende zangpost gekozen (schouw, dak, boomtop). In het vroege voorjaar zingen merels ook veel ’s avonds. Merels houden regelmatig de wacht bij een molshoop om regenwormen - op de vlucht voor een wroetende mol - uit de grond te trekken. In de winter vind je ze ook vaak op voedertafels.
> Bekijk deze soort op waarnemingen.be
Kom deze soort veel voor
De merel is een zeer algemene verschijning. Oorspronkelijk was het een typische bosvogel maar begeeft zich nu ook heel vaak in tuinen.
Natuurgebieden
Alle natuurgebiedenLeer soorten herkennen en geef je waarnemingen door

Trek met je telefoon naar buiten en identificeer soorten met de gratis app ObsIdentify: de natuurherkenner in je broekzak. Door je waarnemingen op te slaan, lever je tegelijk een belangrijke bijdrage aan het onderzoek rond soorten. Download de app hier:
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief