
Ringmus
De ringmus lijkt op de huismus maar je kan de vogel gemakkelijk herkennen aan de kastanjebruine kruin, de zwarte wangvlek en de witte halsband.
10 jaar
Voornamelijk zaden, aangevuld met ongewervelden.
partners voor het leven
Kleinschalig cultuurlandschap met knotwilgen, elzen, hakhout en boomgaarden.
Sociaal, bedrijvig en intelligent
Hoe herken je de ringmus?
- roodbruine kruin
- zuiver witte wangen met zwarte wangvlek
- kleine, zwarte bef die niet doorloopt als grote zwarte vlek op borst
- smalle, witte tot vuilgrijze halsband
- grootte: 12,5 - 14 cm
De ringmus lijkt op de huismus maar is wat kleiner en heeft een opvallende tekening. Zijn kop is roodbruin met lichte wangen maar een donkere wangvlek. Onder zijn bek heeft hij een zwarte vlek met daaronder een bijna doorlopende witte nekrand. De buik is grijsachtig maar de vleugels en rug hebben een opvallend patroon van witte en zwarte tekeningen. Het mannetje en vrouwtje zien er identiek uit.


Het geluid van de ringmus
Het geluid van de ringmus is eerder onopvallend en eenvoudig. Een zachte ‘tsoewit’ of ‘tsjep’ zijn karakteristiek. Tijdens de vlucht hoor je een snellere ‘tett ett ett’
Hoe leeft de ringmus
Wat eet de ringmus?
De ringmus eet voornamelijk zaden, aangevuld met wat ongewervelden in de zomer. Hij zoekt zijn voedsel vooral op de grond. De techniek die ze hierbij toepassen, staat bekend als roller feeding waarbij ringmussen achteraan in de groep steeds de eersten van de groep vliegend voorbijsteken. Op die manier verplaatst de foeragerende groep zich voorwaarts op een rollende wijze.


Hoe plant de ringmus zich voort?
Tijdens het broedseizoen vormen ringmussen een losse gemeenschap van 10 tot 50 koppels waarbij de paartjes geschikte nestholtes zo dicht mogelijk bij elkaar proberen te vinden. Ringmuspaartjes blijven levenslang samen. Het vrouwtje neemt het uitbroeden van de eieren volledig voor haar rekening.
Waar vind je de ringmus?
De ringmus heeft een voorkeur voor een kleinschalig cultuurlandschap met knotwilgen, elzen, hakhout en boomgaarden. De aanwezigheid van voldoende nestgelegenheid is van cruciaal belang. Ringmussen zijn holenbroeders en moeten het dus hebben van boomholtes, spleten in gebouwen of nestkasten. Hagen en houtkanten (bij voorkeur met doornige struiken) zijn een must. De soort heeft de gewoonte om vanuit de dekking korte voedselvluchten te maken en dan snel terug in dekking te duiken. Vooral bij een naderende roofvogel is dit een ideale vluchtstrategie, zeker in de winterperiode.
Ringmussen gaan ook op zoek naar granen in kippenrennen en voederbakken van koeien. Dat zijn dan ook de beste plekken waar je de soort kan spotten. Een fietstocht op het platteland met aandacht voor koeienstallen en voederbakken, zou normaal wel enkele ringmussen moeten opleveren.
> Bekijk deze soort op waarnemingen.be
Kom deze soort veel voor?
In Vlaanderen staat de ringmus sinds 2016 op de Rode Lijst als 'bedreigd’. De afname van het aantal ringmussen komt voornamelijk door veranderingen in de landbouw: het vervangen van graanteelt door maiscultuur, het opruimen van heggen en houtwallen en grootschalig gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Help de ringmus
Natuurgebieden
Alle natuurgebiedenLeer soorten herkennen en geef je waarnemingen door

Trek met je telefoon naar buiten en identificeer soorten met de gratis app ObsIdentify: de natuurherkenner in je broekzak. Door je waarnemingen op te slaan, lever je tegelijk een belangrijke bijdrage aan het onderzoek rond soorten. Download de app hier:
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief