Vogels voederen
Vogels voederen in elk seizoen
Vogels gebruiken het voedsel dat je aanbiedt als aanvulling op wat ze in de natuur vinden.
In elk seizoen mag je vogels voederen. Voorzie het hele jaar door kruimels en fruit, aangevuld met een goede voedertafelmix die aansluit bij het seizoen.
Lente
In de lente zijn tuinvogels druk in de weer met het bouwen van hun nest en zoeken ze natuurlijk voedsel voor de jongen. Enkel de ouders genieten nu van je strooivoer. Het voedsel moet nu meer kalk en eiwit bevatten, bijvoorbeeld meelwormen of fijngestampte eierschalen. Vetbollen en pinda’s bied je nu beter niet meer aan.
Herfst
In de herfst zoeken vogels actief naar een voedselplek voor de winter. Door nu te voederen, weten ze dat ze in de winter in jouw tuin terecht kunnen. Enkel als het al erg koud wordt, kan je vetbollen en pindaslingers aanbieden.
Zomer
In de zomer gaan vogels zelf op zoek naar de wormen en insecten die ze nodig hebben. Help hen door boeiende planten in je tuin planten die insecten lokken. Door je gazon te besproeien, lok je regenwormen.
Winter
In de winter hebben vogels veel extra energie nodig om hun lichaamstemperatuur op peil te houden. Van december tot februari voorzie je vetrijke producten (vetbollen, pindaslingers, pindakaas, halve kokosnoten …) en mag je voedertafel goed gevuld zijn. De vetrijke producten laat je achterwege als de temperaturen niet meer schommelen rond het vriespunt.
Zet ook water klaar
Water is even belangrijk als voedsel voor onze vogels. Zeker in de winter. Wanneer het gesneeuwd heeft, komen vogels aan vocht door van de sneeuw te pikken. Maar bij vorst help je hen door een bakje water buiten te zetten, voeg echter niets toe. Vervang het water liever regelmatig zodat het niet dichtvriest.
In de zomer verandert een drinkbakje vaak in een vogelbad. De vogels genieten erg hard van het bad dat je voor hen klaarzet.
- Het beste vogelbad of drinkplaats is een ondiepe schaal die je op een open, overzichtelijke plek in de tuin zet.
- Vul je vogelbad of drinkplaats regelmatig met vers water.
- Reinig ze met heel heet water en een borstel.
- Gebruik geen chemische producten.
Wie eet wat?
Elke vogelsoort heeft zijn favoriete kostje, en plekje om te eten. Kijk goed welke vogels jouw tuin bezoeken, en pas het voederaanbod aan je gasten aan. Of misschien kan je nieuwe vogelsoorten naar je tuin lokken als je weet wat ze graag eten, en waar.
Meesjes
Wie: Koolmees, pimpelmees, matkop, kuifmees, zwarte mees, staartmees, groene specht en halsbandparkiet.
Wat: Vetbollen, slingers ongebrande, ongezouten pinda's, halve kokosnoot, vogelzaad en zonnebloempitten.
Waar: Op de voedertafel, voederbuis, opgehangen in bomen of struiken.
Boomliefhebbers
Wie: Specht, boomklever en gaai.
Wat: Ongezouten pinda's en noten, vetbollen, zonnebloempitten.
Waar: Eventueel vastgemaakt aan een boomstam op een rustige plek.
Mus en vink
Wie: Huismus, ringmus, sijs, distelvink, vink, keep, groenling, appelvink, houtduif en Turkse tortel
Wat: Onkruidzaden, gemengd strooizaad, zonnebloempitten.
Waar: Op de grond, voedertafel, voederbuis.
Grote vogels
Wie: Zwarte kraai, kauw, ekster, merel, kramsvogel, koperwiek, zanglijster, spreeuw en grote lijster
Wat: Gewelde krenten en rozijnen, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen.
Waar: Op de grond, sneeuwvrij, een open plek met beschutting dichtbij.
Wintergasten
Wie: Winterkoninkje, heggenmus en roodborstje
Wat: Universeel voer, bessen, meelwormen, broodkruimels, maden en larven, ongekookte havermout.
Waar: Op de grond, sneeuwvrij, mag ook beschut onder heggen en struiken.
Jouw gids voor een tuin vol blije vogels
Een gids vol praktische tips om vogels te voederen, en je tuin vogelvriendelijk in te richten. Met handige zoekkaart om je tuinvogels vlot te herkennen.
Geef kleine tuinvogels meer kansen
Sommige grote vogels zoals merels of duiven jagen hun kleinere soortgenoten weg omdat de voederplaats deel uitmaakt van hun territorium. Je kan kleine vogels meer kansen geven door op verschillende manieren voer aan te bieden en eventueel op verschillende plekjes. De grote vogels kunnen niet op alle plaatsen tegelijkertijd zijn en moet anderen wel toelaten.
Voor de roodborst is een voedertafeltje aangewezen, niet alle merels durven daar op te landen, zeker niet als het een met een dakje is (wat aan te raden is).
Voederplank of voederhuisje?
Veel vogelsoorten zoeken hun voedsel van nature op de grond. Een sneeuwvrije plek is dan ook een geschikte voederplaats, liefst in de buurt van struiken of een haag, zodat vogels bij gevaar snel een veiliger plek kunnen vinden.
Het voordeel van een overdekt voederhuisje is dat het voeder beschermd is tegen regen en sneeuw. Een open voederplank heeft het voordeel dat ze makkelijk toegankelijk is. Deze variant heeft best opstaande randen van enkele centimeters. Openingen op de hoeken zorgen voor de afvoer van regenwater. Let op dat de plank of het huisje zo staat opgesteld dat er geen kat bij kan. Plaats ze op minimaal 1,50 meter van de grond. In de Natuurpunt Winkel kan je terecht voor voederhuisjes, maar je kan er ook zelf een maken.
Zelf vetbollen maken
- Smelt 0,5 kg ongezouten vast vet in een pan. Wacht tot het warm is, maar niet te heet.
- Voeg al roerend een mengsel van ca. 120 g gebroken hennepzaad en 50 g zonnebloempitten aan toe. Voeg eventueel het vogelvoer van je favoriete vogels toe.
- Giet de warme brij in een vorm, bijvoorbeeld een blikje, een melkkarton, een theeglas of een halve kokosnoot.
- Voordat de brij stolt, leg je er een stevige katoenen draad in die er ruim bovenuit steekt (om de vetbol op te hangen).
- Zodra de massa hard is geworden, kan je hem ophangen.
- Soms is de vetbol moeilijk uit de vorm los te krijgen. Hou een glas of blik even in heet water, dan komt de vetbol gemakkelijk los.
Gratis online cursus Tuinvogels in Vlaanderen
Geniet jij ook zo van die prachtige vogels in je tuin? En wil je meer weten over die gevederde passanten? Hoe meer je over weet, hoe meer plezier je beleeft tijdens het vogels kijken. Start vandaag met de gratis online cursus. In 10 boeiende lessen leer je alles over de meest voorkomende tuinvogels in Vlaanderen.
Elke week ontvang je één les per e-mail. Zo kan je de soorten die je in een les ontdekt ook rustig spotten in je tuin.
Vaak gestelde vragen over vogels voederen
Worden vogels niet afhankelijk van het bijvoeren?
Vogels die bijgevoerd worden, worden hier niet afhankelijk van want ze vertrouwen niet op één voedselbron. Uit onderzoek blijkt dat vogels die bijgevoerd worden gemiddeld maar zo’n 20% van dit voedsel op hun menu hebben. Vogels houden van een gevarieerd menu en vullen het strooivoer aan met eten dat ze zelf vinden in de natuur.
Waar moet ik op letten bij het voeren van pinda’s en pindakaas?
Pindakaas en pindanoten bevatten voedingsstoffen die vogels nodig hebben wanneer het vriest of sneeuwt. Ze bevatten ook zout en dat is ongezond voor hen. Om zeker te zijn, voeder je de vogels beter zoutloze pindakaas (of andere notenpasta), die je kan kopen in de Natuurpunt Winkel. Of meng een kleine hoeveelheid pindakaas met strooivoer en smeer dat op de bast van een boom. Daar zullen de boomklever en grote bonte specht zeker van smullen. Meestal wordt geadviseerd ongebrande pinda’s aan vogels te voeren. Dit is het meest natuurlijke.
10% korting op al je tuinvogelproducten
Als lid van Natuurpunt geniet je altijd van 10% korting op je bestelling in de Natuurpunt Winkel
- Grootste keuze aan natuurproducten
- Met je aankopen help je de natuur
- Gratis verzending vanaf 49 euro