Image
Bruine kikker - Elwin van der Kolk

Bruine kikker

(European) common frog of grass frog
Rana temporaria
Ranidae

De bruine kikker is een grote, robuuste kikker met een zwarte vlek achter het oog. Zijn helderbruine rug heeft contrasterende bruinzwarte vlekken.

Grootte
tot 11 cm
Gewicht
30 tot 120 gr
Levensverwachting

minstens tot 10 jaar

Favoriete maaltijd

voornamelijk ongewervelden zoals insecten (kevers, sprinkhanen, spinnen, mieren), wormen, duizendpoten en (naakt)slakken.

Status
Algemeen
Woonplaats

vrijwel overal op plaatsen met dichte begroeiing (bossen, parken en tuinen, akkers en weilanden, ruigtes).

Verleiding

geslachtsrijpe mannetjes vormen in het water paarkoren en trachten maken een zacht geknor om een wijfje te lokken

Afkomst
Inheems

Hoe herken je de bruine kikker

  • vrij grote, ‘stevige’ kikker (tot 11 cm)
  • helderbruine rug met contrasterende bruinzwarte vlekken
  • donkere, bruinzwarte vlek tussen oog en voorpoot
  • donkerbruine dwarsstrepen op de achterpoten

De bruine kikker is een grote kikker met een grote, platte kop en stompe snuit. Mannetjes worden tot maximaal 10 cm lang en vrouwtjes tot maximaal 11 cm. De bruine kikker is variabel van kleur (bruin, groenbruin, roodbruin, geelbruin, grijsbruin, etc.) met een patroon van donkere vlekken en een lichte gemarmerde buik.

Vrouwtjes hebben vaker dan mannetjes wat roodtinten. Wat wel elke bruine kikker heeft is een masker: een grote donkerbruine driehoekige vlek van de neusgaten over het oog naar de bovenkant van de voorpoten. Soms is er een lichtere streep op de bovenlip. Op de rug van de bruine kikker lopen twee huidplooien (ruglijsten) die lichter gekleurd zijn. Op de achterpoten zijn er donkerder gekleurde banden aanwezig. Aan de onderkant is de bruine kikker wit tot gelig. Tijdens het voortplantingsseizoen krijgen de vrouwtjes gele en rode flanken terwijl de mannetjes wat grijzer (met soms blauwe vlekjes) worden. 
Karakteristiek is de hielknobbel (metatarsusknobbel) die duidelijk kleiner is dan deze van de heikikker. Verder is hij eveneens van laatstgenoemde te onderscheiden door zijn rondere snuit.

Tijdens de paartijd is het mannetje herkenbaar aan de forser gebouwde voorpoten en de paarborstels op de duimen en aan zijn spierwitte keel met een vaag blauwe schijn. De larve van de bruine kikker wordt vrij groot, tot 4-5 cm en heeft een stomp staarteinde

Bruine kikker - Elwin van der Kolk
Bruine kikker - eieren - Elwin van der Kolk

Het geluid van de bruine kikker

Bruine kikkers kwaken zacht, het geluid is meer een soort gebrom dat niet verder dan 10 tot 20 meter draagt.

Audio file
Beluister hier

Hoe leeft de bruine kikker?

Wat eet de bruine kikker

De bruine kikker eet voornamelijk ongewervelden als insecten (kevers, sprinkhanen, spinnen, mieren), wormen, duizendpoten en (naakt)slakken. Af en toe eet hij ook kleine gewervelde dieren zoals muizen en kleinere kikkers. Volwassen kikkers hoeven maar twee tot drie keer per week te eten. Jonge dieren moeten om te groeien veel vaker eten. De kikkervisjes eten na het uitkomen de resten van de eigen kikkerdril. Daarna gaan ze over op kleine hapjes, zoals algen en ander plantaardig materiaal. Geleidelijk eten ze meer dierlijk voedsel zoals watervlooien, slakjes, wormpjes en waterinsecten, maar ook eieren en larven van amfibieën, waaronder die van de eigen soort.

Afbeelding
Bruine kikker in vijver - Hugo Willocx
Hugo Willocx

Hoe plant de bruine kikker zich voort?

De bruine kikker ontwaakt als eerste amfibie (doorgaans rond eind februari) en trekt onmiddellijk naar het voortplantingswater. De geslachtsrijpe mannetjes vormen in het water paarkoren en trachten vooral ’s avonds en ’s nachts door hun zacht geknor een wijfje te lokken. De voortplantingstijd loopt gemiddeld van half maart tot eind april. De vrouwtjes worden dan in de oksels omklemd en zetten een (heel soms twee) eiklompen af. Afhankelijk van de grootte van het vrouwtje bevat een eiklomp 700 tot 4500 eitjes. Parende bruine kikkers en kikkerdril zijn meestal opvallend geconcentreerd op ondiepe, snel opwarmende, plekken van de poel of vijver. Dit gebeurt vaak met enkele tien- tot honderdtallen klompen tegelijk op slechts enkele vierkante meters. Na 10 tot 14 dagen komen de eitjes uit. Vanaf juni kunnen de pas gemetamorfoseerde kikkertjes, soms massaal, aan de oevers worden gevonden.

Icon
Icoon_Groot - Vergrootglas

Wist je dat

  • Een deel van de bruine kikkers overwintert in het water, in de modderlaag op de bodem. Ze voorzien zich dan van zuurstof via huidademhaling. Na een langdurige vorstperiode (met ijsvorming tot gevolg) worden regelmatig dode amfibieën in een poel of vijver aangetroffen. Oorzaak? Verstikking als gevolg van de productie van moerasgassen zoals methaan en waterstofsulfide. Die gassen worden gevormd tijdens de afbraak van dood organisch materiaal (bv. dode bladeren) op de bodem van de vijver. Op zich hoeft moerasgas geen probleem te zijn indien er ook voldoende zuurstof in het water aanwezig is. Wanneer een poel of vijver met sneeuw en ijs is bedekt, kan er geen daglicht meer in het water doordringen en kunnen de waterplanten niet langer voldoende zuurstof produceren. Wanneer een kritische drempel wordt overschreden (te veel moerasgas, te weinig zuurstof), sterven de amfibieën die op de bodem van de poel of vijver overwinteren. 
  • Enkele dialectnamen van de bruine kikker zijn aardepuit, landpuit en veldpuit.
  • De inwoners van Berlare worden ook wel eens puitenkloppers genoemd. Die naam hebben ze te danken aan een vroegere bijverdienste van arme mensen die grachten en beken afliepen en voortdurend met een stok op de grond klopten om (vooral bruine) kikkers te doen opspringen om ze te vangen. De kikkers werden levend doormidden gesneden, juist boven de dijen. Beide achterpoten werden ineengeknoopt en zo als delicatesse aan de plaatselijke restaurant aangeboden. De bovenste helft van de kikker (die niet voor consumptie werd aangeboden) bleef nog urenlang leven, tenzij die in de beerput werd gegooid.
  • Recent werd ontdekt dat sommige mannetjes zich gedragen als bevruchtingspiraten. Wanneer een wijfje eieren aflegt en een mannetje die vervolgens uitwendig bevrucht, wordt vaak een deel van de eitjes niet bereikt door de zaadcellen. De onbevruchte eitjes zouden normaal verloren gaan. Maar mannelijke vrijgezellen plaatsen zich op een eiklomp om hun zaad te lozen en zo een deel van de gelegde eiklomp alsnog te bevruchten.
  • Kikkermannetjes zich onder invloed van de paringsdrang nog wel eens willen vergissen en dan alles pakken wat maar op een vrouwtje lijkt, zoals een ander kikkermannetje, een kikker van een andere soort of een vis. Een triootje komt ook regelmatig voor en soms ontstaat er zelfs een hele kluwen van kikkers. De mannetjes blijven vasthouden tot het (vermeende) vrouwtje haar eitjes afstaat. Helaas sneuvelt er zo ook wel eens een kikker of pad door verstikking of verdrinking. 
  • Dat het soms kikkers en padden regent: in juni tot september worden soms, honderden tot duizenden mini-kikkertjes en padjes gemeld. Na een lange periode van droogte komen die uit hun poelen en dan is het op sommige plaatsen echt opletten: straten, terrasjes bij een tuinvijver of hooilanden rond de voortplantingspoelen kunnen op zulke momenten echt zwart zien van de amfibietjes. Omdat dit fenomeen zich meestal voordoet op een regenachtige avond, staat dit ook wel bekend als ‘paddenregen’.

Doe mee met de paddenoverzet in jouw buurt

Waar vind je de bruine kikker?

Bruine kikkers stellen weinig eisen aan hun leefomgeving. Je vindt ze vrijwel overal op vochtige plaatsen met dichte begroeiing (bossen, parken en tuinen, akkers en weilanden, ruigtes). Kleinschalige landschappen met een vochtige bodem geniet de voorkeur. Voortplanting vindt plaats in vijvers, weide- en bospoelen, sloten en greppels, karrensporen, ondergelopen graslanden en (kustmatige) tuinvijvers. Eiklompen worden vooral afgezet in de ondiepe zones, op plaatsen waar het water vlug opwarmt. De volwassen exemplaren verlaten het water onmiddellijk na de voortplantingsperiode en brengen de rest van het jaar op het land door.

Bekijk deze soort op waarnemingen.be

Komt deze soort veel voor? 

De bruine kikker komt veel voor.

Natuurgebieden

Alle natuurgebieden
Icon
Icoon - Vrijwilligers - Helpende handen

Wat kan jij doen?

De bruine kikker houdt zich aan land vooral op in dichte begroeiing, liefst op plaatsen met een vochtige bodem. Met een dichte bramen- of brandnetelruigte, een hoekje in de tuin met hoge grassen, een composthoop of houtmijt verhoog je de kans op een bruine kikker in jouw tuin.

Wat doet Natuurpunt?

Natuurpunt organiseert elk jaar op honderden plaatsen in Vlaanderen amfibieënoverzetacties. Vrijwilligers gaan in de trekperiode ’s avonds de weg op, gewapend met emmer en zaklamp om amfibieën van de weg te plukken en hen veilig naar de overkant te brengen. Die acties worden vaak ondersteund door de gemeenten en uitgevoerd door duizenden Natuurpuntvrijwilligers. Voor buurtbewoners, jeugdverenigingen en scholen uit de buurt is een avondje padden overzetten een onvergetelijke ervaring. Gemiddeld worden elk jaar bijna 100.000 gewone padden gered van een platte dood. Ook heel wat bruine kikkers worden tijdens deze acties gered (jaarlijks ca. 11.000). Topjaar was 2013: toen werden 21.396 bruine kikkers geteld.

Leer soorten herkennen en geef je waarnemingen door

Afbeelding
ObsIdentify - Shutterstock
NP

Trek met je telefoon naar buiten en identificeer soorten met de gratis app ObsIdentify: de natuurherkenner in je broekzak. Door je waarnemingen op te slaan, lever je tegelijk een belangrijke bijdrage aan het onderzoek rond soorten. Download de app hier:
 

Download voor iOS    Download voor Android