Image
Rugstreeppad - Elwin van der Kolk

Rugstreeppad

Natterjack toad
Epidalea calamita
Bufonidae (Echte padden)

De rugstreeppad is een vrij grote pad met opvallend korte poten met een dunne gele streep op de rug. Het is een kwetsbare soort.

Grootte
5 tot 7 cm
Gewicht
10 tot 50 gram
Levensverwachting

tot 5,5 jaar

Favoriete maaltijd

Kevers, regenwormen, springstaarten, spinnen, vliegen, mieren, duizendpoten …

Burgerlijke staat

Pionier

Status
Algemeen
Woonplaats

De rugstreeppad is een pioniersoort. Droge en losgrondige bodems die snel opwarmen. We vinden ze voornamelijk in duin- en heidegebieden, oude klei afgravingen, verlaten zandgroeven, met zand opgespoten terreinen in haven- en industriegebieden.

Karakter

Baanbreker

Verleiding

De mannetjes verleiden de vrouwtjes met hun luide roep.

Afkomst
Inheems

Hoe herken je de rugstreeppad?

  • Makkelijk te herkennen aan de dunne gele streep op de rug
  • Vrij grote pad
  • Opvallend korte poten (waardoor hij weinig springt, maar wel in staat is om snel te lopen)
  • Maximum lengte: 7 cm
  • Mannetjes meestal kleiner dan vrouwtjes
  • Ongevlekte keel die bij de vrouwtjes vuilwit van kleur is
  • Larven zijn gitzwart van kleur en iets kleiner dan larven van de gewone pad (1,5-2,5 cm)

De rugstreeppad is een vrij grote pad met opvallend korte poten waardoor hij weinig springt, maar wel in staat is om snel te lopen. Ze is gemakkelijk herkenbaar aan de dunne gele streep op de rug. Ze bereikt een maximum lengte van 7 cm. De mannetjes zijn meestal wat kleiner dan de vrouwtjes. De rugkleur is grijsbruin met donkere en lichte vlekken. De keel is ongevlekt en bij de vrouwtjes vuilwit van kleur. De larve van de rugstreeppad is gitzwart van kleur en iets kleiner dan de larve van de gewone pad: 1.5 tot 2.5 cm.
 

Rugstreeppad - Elwin van der Kolk
Rugstreeppad - 2  - Elwin van der Kolk
Rugstreeppad - Eiersnoer - Elwin van der Kolk
Rugstreeppad - kwaakt - Elwin van der Kolk

Het geluid van de rugstreeppad

Mannetjes rugstreeppadden hebben een goed ontwikkelde uitwendige kwaakblaas en produceren een schelle, ratelende roep waarbij de verschillende noten elkaar snel opvolgen. De roep kan men enigszins vergelijken met het geluid van een nachtzwaluw of met dat van de veenmol.

Audio file
Beluister hier

Hoe leeft de rugstreeppad?

Wat eet de rugstreeppad?

Volwassen padden eten kevers, regenwormen, springstaarten, spinnen, vliegen, mieren, duizendpoten … De kikkervisjes leven van algen, planten en dood organisch materiaal, hoewel ze soms ook elkaar durven opeten.

Afbeelding
Rugstreeppad - Wim Dirckx
Wim Dirckx

Hoe plant de rugstreeppad zich voort?

Rugstreeppadden kunnen met hun korte poten niet zo goed zwemmen. Ze zoeken naar een plek op in het water, waar ze op de bodem kunnen zitten met hun kaakblaas net boven het wateroppervlak, om hun eitjes af te zetten. Het voortplantingsseizoen begint in april-mei en is heel lang en sterk afhankelijk van weersomstandigheden. De rugstreeppad kan tot 4000 eitjes leggen en zet zijn eitjes af in lange eiersnoeren, meestal in tijdelijke poelen die snel worden verwarmd door de zon.

Icon
Icoon_Groot - Vergrootglas

Wist je dat

  • De rugstreeppad staat bekend als een pioniersoort omdat hij vaak voorkomt in de eerste stadia van de ecologische successie. 
  • De rugstreeppad springt niet, maar sprint! Met zijn korte pootjes lijkt zijn tred soms op die van een muis.
  • De rugstreeppad is thermofiel: hij houdt van warmte en zoekt kleine warme plasjes op om zich voort te planten.

Doe mee met de paddenoverzet in jouw buurt

Waar vind je de rugstreeppad?

De rugstreeppad is vooral s‘ avonds en ’s nachts actief. Dan komen ze tevoorschijn om te jagen. Tijdens de paartijd laten de mannetjes, al zittende in het ondiepe water, hun luide roep weerklinken. Het ratelende geluid is tot op een kilometer afstand te horen en trekt soortgenoten uit de wijde omgeving aan. In de herfst graaft de rugstreeppad zich diep in de grond in om er de winter door te brengen.

De rugstreeppad is een absolute pioniersoort en leeft enkel in open, zonbeschenen gebieden met hier en daar schuilplaatsen (vb. stenen, dood hout). De dieren planten zich enkel voort in ondiep, snel opwarmend water. De voorkeur voor zandgrond is een gevolg van het feit dat ze zich daarin makkelijk kunnen ingraven..

De rugstreeppad verkiest als primair leefgebied heideterreinen en duinen en komt in Vlaanderen dan ook vooral in de Kempen en aan de kust voor. De soort heeft zich deels aan de mens aangepast en leeft ook in bepaalde secundaire habitats zoals klei-, zand en grindgroeves, industrieterreinen en mijnterreinen.

De rugstreeppad komt in alle Vlaamse provincies voor, maar voornamelijk in Antwerpen en Limburg. In West-Vlaanderen blijft het areaal beperkt tot de kuststrook en in Oost-Vlaanderen tot in het Waasland. In de provincie Vlaams-Brabant komen het minste rugstreeppadden voor. De zandgroeves waarin ze voorkwamen zijn dichtgestort.

Bekijk deze soort op waarnemingen.be

Komt deze soort veel voor?

De rugstreeppad staat op de Vlaamse Rode lijst als ‘kwetsbaar’ aangeduid. 
De rugstreeppad is in heel Europa bedreigd en wordt beschermd door de Europese Habitatrichtlijn.