Afbeelding
Saxifraga-Kees Marijnissen

Nieuwe atlas van amfibieën en reptielen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

10 jun 2022
Categorieën
Natuurbericht
Biodiversiteit
Natura 2000

De verspreiding van amfibieën en reptielen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd voor het laatst beschreven in 2005. Sindsdien is er veel veranderd: de verstedelijking nam verder toe waardoor stukjes natuur verdwenen of versnipperden, door de klimaatverandering kregen we vaker warme en droge zomers, waardoor ‘natte’ natuur het almaar moeilijker kreeg en ook de toename van exotische soorten was sinds de eeuwwisseling opvallend. Tegelijkertijd werden ook heel wat inspanningen gedaan om bestaande leefgebieden ecologisch te beheren en nieuwe natuurgebieden aan te leggen. Om de impact van dit alles na te gaan gaf Leefmilieu Brussel de opdracht voor een nieuwe herpetologische atlas.

De nieuwe atlas van amfibieën en reptielen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest behandelt 26 soorten en is gebaseerd op meer dan 10.000 waarnemingen die werden geregistreerd in de periode 2004-2019. Meer dan 70% van deze waarnemingen werd verzameld tussen 2017 en 2019. In die periode coördineerden Natuurpunt en Natagora een intensieve veldcampagne waarbij ca. 80 vrijwilligers in het Brusselse op zoek gingen naar kikkers, padden, salamanders, hagedissen en exotische reptielsoorten.

Nieuwkomer spoorde met trein naar Brussel

In 2010 werd voor het eerst een muurhagedis vastgesteld in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze soort komt van nature voor ten zuiden van Samber en Maas maar heeft zich als ‘verstekeling’ op goederentreinen weten te verspreiden naar het noorden toe. Intussen werden in Brussel al exemplaren vastgesteld langsheen de belangrijkste spoorwegen en op een aantal industriegebieden. De soort is vooral aanwezig in het gebied rond het station van Vorst en langsheen het hele spoorweg- en industriegebied van het Noordstation tot in Haren. Deze warmteminnende soort vindt er op de schaars begroeide spoorwegbermen en tussen de snel opwarmende breukstenen langs de sporen een geschikt leefgebied. Vermoedelijk zal de muurhagedis zich ook de komende jaren nog verder verspreiden langs het spoornetwerk.

Afbeelding
muurhagedis_-_willem_jan_hoeffnagel-saxifraga.jpg

Figuur 1 De muurhagedis voelt zich thuis tussen de breukstenen langsheen het Brusselse spoornetwerk (foto: Willem Jan Hoeffnagel/Saxifraga).

Schildpaddenhoofdstad

Een aantal soorten werden opzettelijk geïntroduceerdin Brussel. Vooral schildpadden zijn er behoorlijk talrijk. Binnen de grenzen van het Gewest werden al 7 (onder)soorten waterschildpadden gespot. Ze zitten zowat overal, al lijken de vijvers van Neerpede, de Kruidtuin en het Rood Klooster toch wel echte hotspots. Waterschildpadden komen van nature niet in België voor. Maar Noord-Amerikaanse waterschildpadden werden tot voor kort massaal geëxporteerd vanuit de Verenigde Staten naar o.a. Europa. Die schildpadjes waren vooral bestemd voor dierenspeciaalzaken en tuincentra. De pasgeboren exemplaren die in die winkels te koop werden aangeboden, zagen er erg schattig uit, maar de kopers vergaten dat die dieren stevig groeien. En van zodra die dieren te groot waren om nog langer in een klein terrarium te kunnen huisvesten, hebben heel wat eigenaars die gedumpt in Brusselse parkvijvers. Vooral de vijvers van de Kruidtuin blijken een erg populaire ‘dumpingspot’.

Ook de meerkikker heeft sinds de vorige atlasperiode een enorme opmars gemaakt. Deze groene kikkersoort komt van nature vooral voor in Oost-Europa maar heeft zich via de mens ook ver buiten dit oorspronkelijke verspreidingsgebied kunnen vestigen. Deze invasieve exoot verdringt in Brussel de inheemse bastaardkikker, die nog slechts op enkele plaatsen in het Gewest werd waargenomen.

Drie hotspots

Tijdens het atlaswerk kwamen drie herpetologische hotspots naar voor: de moerassen van Jette-Ganshoren, het Rood Klooster in Oudergem en het (Brusselse deel van het) Zoniënwoud. De moerassen van Jette-Ganshoren zijn bijzonder omdat zich hier de enige (geïntroduceerde) populatie van gevlekte ringslangen bevindt. Sinds de eerste waarneming van de soort in Jette in 1996 werden op deze locatie regelmatig gevlekte ringslangen opgemerkt. In het kader van een populatieonderzoek werden er in 2016 en 2017 in totaal 138 verschillende exemplaren gevangen. Er werden ook meermaals legsels gevonden (met een maximum van 273 eieren in één composthoop). Het Rood Klooster viel vooral op door de erg hoge aantallen amfibieën die hier in het voorjaar veilig van de ene kant van de weg naar de andere kant worden overgezet: met jaarmaxima van 2.465 gewone padden, 823 bruine kikkers en enkele honderden alpenwatersalamanders is dit zonder twijfel een erg belangrijke locatie. Het Zoniënwoud tenslotte is Europese topnatuur en behoort tot het beste wat Brussel te bieden heeft. Vooral de aanwezigheid van de zeldzame vuursalamander is erg bijzonder.

Afbeelding
vuursalamander-_loic_van_doorn.jpg

Figuur 2 Vuursalamander in de Vuilbeekvallei in het Zoniënwoud (foto: Loïc Van Doorn)

Deze geel-zwart gekleurde landsalamander verkiest eeuwenoude eiken-beukenbossen met enkele bronbeekjes waarin de larven kunnen worden afgezet. In het Zoniënwoud werden volwassen vuursalamanders gemonitord tussen 2009 en 2020. In deze periode werden 543 verschillende volwassen exemplaren geïdentificeerd, waarvan het merendeel zich in de Vuilbeekvallei bevindt. De vrouwtjes zetten hun larven er af in twee kleine bronbeken. Door de droogte van de voorbije jaren droogden beide beken vroegtijdig uit waardoor de larven niet tijdig konden metamorfoseren en stierven. In de atlas worden enkele beheeradviezen geformuleerd voor een behoud van deze erg kwetsbare populatie.

Werk aan de winkel

De atlas toont duidelijk aan dat zelfs in de hoofdstad van Europa veel amfibieën en reptielen voorkomen. Dat is mede het resultaat van aanhoudende beheerinspanningen van overheden en de private sector. We verwijzen o.a. naar de beheerplannen Water, Zoniënwoud en Natura 2000 van Leefmilieu Brussel. Maar alles kan beter. Daarom worden in de atlas ook suggesties gedaan voor amfibie- en reptielvriendelijk beheer van land- en waterbiotopen. Dichtgeslibde poelen ruimen, gevarieerde bosranden aanleggen met een hoge diversiteit aan inheemse struiken, burgers stimuleren om ecologische (visvrije) tuinvijvertjes aan te leggen, steile oeverwanden (soms zelfs met houten of betonnen wanden) in de parkvijvers herprofileren tot zachtglooiende oevers, …: het zijn maar enkele ingrepen die mee het verschil kunnen maken. De auteurs van de atlas roepen ook alle mensen die regelmatig in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest komen op om waarnemingen van amfibieën en reptielen in te voeren via www.herpetobru.be. Pendelaars kunnen mee helpen speuren naar muurhagedissen vanaf de stations, inwoners wordt gevraagd om de soorten uit hun tuinvijvertjes door te geven en de vele bezoekers van stadsparken, bossen en Brusselse natuurgebieden kunnen zeker helpen door waarnemingen van soorten als gewone pad of bruine kikker te melden. Hopelijk zullen al deze nieuwe waarnemingen binnen pakweg 20 jaar opnieuw verwerkt kunnen worden in een nieuwe herpetologische atlas. De huidige atlas is beschikbaar via deze link.

Tekst: Dominique Verbelen (Natuurpunt Studie), Olivier Beck (Leefmilieu Brussel).