Afbeelding
Gladde slang
Wim Dirckx

Amfibieën en reptielen: een terugblik op 2021

25 jan 2022
Categorieën
Natuurbericht
Meetnetten

Met het jaar 2021 achter de rug en met de volgende paddenoverzetacties al in volle voorbereiding, is het tijd om eens terug te blikken op hoe onze amfibieën en reptielen het er vanaf brachten het afgelopen jaar. Met bijzondere aandacht voor de heikikker, adder, knoflookpad, vroedmeesterpad, vuursalamander en gladde slang.

Record aantal paddenoverzetacties

2021 was een boerenjaar voor de paddenoverzetacties. Ondanks de beperkingen die voortvloeiden uit de corona-pandemie werden op 318 locaties amfibieën veilig de weg over geholpen. Dat zijn 40 locaties meer dan in 2020! Het werd een vreemd jaar, waarbij de piekdag al heel erg vroeg viel, nl. op 25 februari. In totaal werden 190.536 amfibieën tijdens de heentrek levend naar de ander kant van de weg geholpen (in de periode 1981 - 2021 lag dat aantal slechts in 4 jaar hoger). Jammer genoeg werden er ook 9.098 slachtoffers geregistreerd. De talrijkste soort was ook nu weer de gewone pad (met 150.363 stuks), gevolgd door de bruine kikker (21.267 ex.) en de alpenwatersalamander (7.238 ex.). Vooral het lage aantal bruine kikkers valt op (in 2018 werden nog 40.422 ex. geregistreerd op ‘amper’ 275 acties). Deze dalende tendens verdient zeker de nodige aandacht. Bij de meer zeldzame soorten zijn 36 rugstreeppadden, 66 heikikkers en 186 kamsalamanders zeker het vermelden waard.

Heikikker blijft zorgenkindje

In het vroege voorjaar 2021 werd het nieuwe meetnet voor de heikikker in gang getrapt. Door haar korte voortplantingsperiode ligt het niet voor de hand om deze soort goed op te volgen. Na enkele dramatische jaren is een goede monitoring echter meer dan ooit nodig. De aantallen van de heikikker zijn op heel wat plaatsen in Vlaanderen zorgwekkend afgenomen. Hoog tijd dus om vanaf 2021 de vinger aan de pols te houden. 

Het zachte voorjaar van 2021 lokte heikikkers maar liefst 10 dagen vroeger dan normaal naar de voortplantingswateren. Na twee slechte voortplantingsjaren (2019-2020) werd in 2021 een lichte toename in kooractiviteit en afgezette legsels vastgesteld, al lag het aantal legsels in 2021 in de referentiegebieden nog steeds 85% lager dan in 2018. Ondanks intensieve zoekacties konden op verschillende ‘vaste’ heikikkerplekken (o.a. Kruisven in Dilsen-Stokkem en op deelgebieden van de Mechelse heide) geen heikikkers meer worden gevonden.

Ook opvallend: het aantal ‘klokkende’ mannetjes stond niet in verhouding tot het aantal getelde legsels: er waren opvallend meer mannetjes dan legsels. Waarschijnlijk was de conditie van de vrouwtjes door de voorgaande droge zomers nog niet optimaal voor de aanmaak van eitjes. Het aantal vetcellen bepaalt nu éénmaal het aantal eicellen, dus ‘magere’ vrouwtjes staat doorgaans gelijk aan minder legsels.

De grote heidebrand

Op vrijdag 23 april 2021 verwoestte een brand meer dan 500 hectare heidegebied op het Groot Schietveld in Brecht en Wuustwezel. Hoewel de oppervlakkige aard van de brand en het groot regeneratievermogen van de heide de hoop hoog houden, is het de komende jaren afwachten wat de invloed van de brand is geweest op de aanwezige fauna en flora. Hoe is het de adders vergaan? Het Groot Schietveld is immers het leefgebied van de grootste adderpopulatie van Noordwest-Europa. Het blijft voorlopig afwachten, al kwamen er wel al enkele hoopgevende signalen zoals het vinden van na de brand geboren baby-addertjes. 

Uitzetcampagnes voor knoflookpad en vroedmeesterpad

De uitzet van knoflookpad, gestart in 2020, werd in 2021 verder gezet. Er werden, ondanks herhaaldelijk zoeken, aanzienlijk minder legsels teruggevonden van de twee overgebleven wilde populaties, waardoor de uitzet-aantallen veel lager zijn dan in 2020. Desondanks werden 556 knoflookpadjes als kranige juvenielen uitgezet. Hopelijk brengt de ‘legsel-oogst’ in 2022 meer op. Van vroedmeesterpad, een soort die ook sterk achteruit is gegaan in Vlaanderen, werden in 2021 voor het eerst nakomelingen van de kweek door het Onderzoekscentrum voor Aquatische Fauna van het INBO in Linkebeek uitgezet. Om de bestaande populaties te versterken en nieuwe populaties te stichten, werden bijna 1500 larven en juvenielen uitgezet op locaties in Vlaams-Brabant en Limburg. 


Afbeelding

Knoflookpad (foto:Mark Zekhuis/Saxifraga).

Kleddernatte zomer

Na een wisselvallige winter en een koude lente bracht 2021 de natste zomer ooit met neerslaghoeveelheden ver boven het voormalige record van 1992 (410,7 mm in de drie zomermaanden van 2021 vs. 364,8 mm in 1992; bron: KMI). Hoewel we de schade kennen die grote en aanhoudende neerslaghoeveelheden kunnen veroorzaken, is neerslag cruciaal voor het voortbestaan van onze amfibieën (en alle vocht- of waterafhankelijke natuur). Na een reeks droge zomers zorgde de natte zomer van 2021 ervoor dat grondwatertafel werd aangevuld. Zo kunnen we met een iets geruster hart aan 2022 beginnen.

Geen nieuwe schimmeluitbraak

De vuursalamanders konden in de herfst van een behoorlijk aantal geschikte avonden profiteren om op zoek te gaan naar een partner. Nog beter nieuws: in 2021 werd er in België geen nieuwe uitbraak van de schimmelziekte Batrachochytrium salamandrivorans geregistreerd. De laatste uitbraak dateert intussen al van januari 2020 in het Waalse Olne.

Gladde slang op nieuwjaarsdag 

De winter van 2021-2022 gaat tot nu toe op en neer qua temperatuur. Een te lange warmere periode kan ervoor gaan zorgen dat dieren uit hun winterslaap komen, actief worden en dus hun reserves beginnen op te gebruiken. De vroegste trekkers kunnen daardoor hun schuilplaats verlaten en alsnog gegrepen worden door een plotse winterprik, met alle gevolgen van dien. Als markant voorbeeld vermelden we een waarneming op (een recordwarme) nieuwjaarsdag 2022 van gladde slang op de Kalmthoutse heide. Doorgaans ontwaakt deze soort pas uit haar winterslaap begin mei. 

Wensen voor 2022

We hopen alvast op een klimatologisch ‘normaal’ jaar. De afgelopen zeven jaren vormen wereldwijd de zeven warmste jaren sinds de start van de meteorologische metingen (Klimaatrapport Copernicus 2022). Indien 2022 opnieuw meerdere (lange) hittegolven zou kennen, kan dit ingrijpende gevolgen hebben voor onze herpetofauna. Het is dan ook belangrijk om op een zo groot mogelijke schaal de vinger aan de pols te houden. Gestandaardiseerde monitoring en het zo correct mogelijk registreren van waarnemingen in www.waarnemingen.be zijn daarbij cruciaal. En hopelijk zal al deze kennis ook leiden tot acties: van aanleg van amfibieëntunnels, over kweekprogramma’s voor bedreigde soorten, tot het aanpassen van de watertoevoer van gehele vijvercomplexen of het visvrij maken van voortplantingslocaties van amfibieën.

Tekst: Sam Van de Poel, Loïc van Doorn, Peter Engelen, Bert Vandebosch & Jeroen Speybroeck (HYLA)