Afbeelding
Heggenmus
Pascal De Munck

Het Grote Vogelweekend komt er aan!

27 jan 2021
Categorieën
Natuurbericht
Tuin
Vogels

Vogels kijken is hot. Elk jaar nemen steeds meer mensen deel aan het Grote Vogelweekend. En ook dit weekend zal het deelnamerecord vermoedelijk weer sneuvelen. Veel of weinig vogels: mensen willen vogels zien én tellen. Gewoon. Omdat het leuk is en ontspant. We helpen je alvast om een aantal lastige soorten makkelijker te kunnen herkennen.

Pimpelmees of koolmees, roodborst, merel, zanglijster, ekster, gaai, groenling, boomklever, putter: enkele seconden volstaan voor een doorwinterde tuinvogelaar om deze soorten op naam te brengen. Maar sommige soorten zijn wat lastiger. Ringmus en huismus bijvoorbeeld: voor sommigen een moeilijk duo, of heggenmus … Het zijn elk jaar weer dezelfde nagelbijters. Natuurpunt helpt je graag met enkele determinatietips.

Huismus vs. ringmus

Hoewel hun aantallen sterk zijn gedaald tegenover vroeger, zien we huismussen nog in alle dorpen en steden, vaak zelfs in kleine groepjes. Ringmussen daarentegen zijn eerder akkervogels. Met de ringmus gaat het barslecht. De aantallen kelderen en voorlopig zien we geen tekenen van een kentering. Maar in de winter duiken sommige ringmussen hier en daar toch nog op in een tuin. Omdat we ze minder zien, zijn ze uiteraard ook minder gekend. We zetten de voornaamste kenmerken even op een rijtje:

  • Alleen mannetjes huismus kunnen worden verward met ringmussen. Ringmussen hebben immers geen ‘vrouwtjeskleed’: de mannetjes en vrouwtjes zien er bij deze soort net hetzelfde uit.
  • De warmbruine delen van de kop zijn bij de huismus zeer donker, bij de ringmus zijn die bleker zachtbruin.
  • Huismusmannetjes hebben een grijs petje. Ringmussen hebben niet zo’n grijs petje: de kruin van een ringmus is egaal bruin.
  • Bij huismussen loopt de zwarte keelvlek breed uit in een zwarte befje op de borst. Ringmussen houden het bij een klein keelvlekje, zonder zwarte bef.
  • De wang van een huismus is grijs, die van een ringmus is wit met daarin een opvallend zwart wangvlekje.
  • De huismus heeft een grijze zijnek die achteraan is onderbroken, bij de ringmus zit achter de bruine kruin een wit bandje in de nek.
  • Ringmussen zijn meer goudbruin getekend op de rug en de vleugel, bij huismussen is die kleur doffer rosbruin.
  • Ringmussen hebben een gele snavelbasis, bij huismussen is die in de winter eerder roze.


Afbeelding
mussen

Vrouwtje huismus of vrouwtje vink?

Vrouwtjes huismus en vrouwtjes vink hebben heel wat gemeen: ze zijn beide bruin, zitten graag op de grond en hebben een typische zaadetersnavel.

  • Huismusvrouwtjes tonen geen opvallende witte tekening in de vleugel, bij vinken zie je steeds minstens één, vaak twee opvallende witte of crèmekleurige vleugelstrepen. In de vlucht vallen die vleugelstrepen van een vink nog meer op, vrouwtjes huismus lijken in de vlucht volledig bruin.
  • Huismussen hebben een platte kruin terwijl vinken vaak een puntig, opstaand kruintje hebben.
  • Huismussen hippen uitbundig - en vaak tsjilpend - rond. Vinken schuifelen meer over de grond.
  • De buitenste staartpennen van een vink tonen als een witte staartrand, die ontbreekt bij huismus.
  • Mussen schuilen graag in een dichte haag of klimop, vinken zetten zich liever wat gespreid in hogere bomen, aan de rand van de tuin.
  • Huismussen zitten ’s winters een groot deel van de tijd in hetzelfde groepje rond het huis of in de tuin, vinken zie je eerder sporadisch verschijnen in groepen van variabele grootte.
Afbeelding
comi

 
Vrouwtjes groenlingen zijn soms bruiner dan je zou verwachten en wanneer ze alleen zitten kunnen ze voor verwarring zorgen, maar:
  • Ze hebben nooit witte vleugelstrepen of witte buitenste staartpennen.
  • Ze hebben een dikkere, rozige snavel.
  • De gesloten vleugels zijn meer grijsgroen.
  • Op de buitenste slagpennen en de staartpennen hebben ze felgele randen, die vooral in de vlucht sterk opvallen.

Heggenmussen zijn geen mussen!

Veel mensen kennen de heggenmus (foto bovenaan!) alleen van naam en leggen daarbij meteen de verkeerde link met ‘mussen die in de heg zitten’. Dat klopt niet. Heggenmussen broeden wel in dichte (conifeer)hagen maar eten doen ze liefst dicht tegen de grond, behalve de mannetjes: die zingen in het vroege voorjaar hun korte strofes vanop een hoge, goed zichtbare zangpost in een struik, boom of zelfs vanop een dak.

  • Heggenmussen vormen een familie op zich.
  • Ze hebben geen conische maar een slanke snavel.
  • Heggenmussen hippen niet zoals mussen: ze schuifelen over de grond en lijken soms zelfs ‘pootloos’.
  • Vaak ‘trekken’ heggenmussen de vleugeltjes flitsend omhoog, alsof ze ongerust zijn.
  • Heggenmussen hebben een blauwgrijze kop en borst en ietwat kastanjebruine vleugels.
  • Mussen die in groep in de haag zitten zijn nooit heggenmussen maar meestal huismussen, soms ringmussen. Heggenmussen gedragen zich in de winter solitair of in paartjes: je zal dus nooit 10 heggenmussen samen zien. Het aantal dat je kan invoeren op de invoerpagina van Het Grote Vogelweekend is daarom begrensd.

 

Afbeelding
kraaien

Kauw en Zwarte Kraai

Kauwen, zwarte kraaien, eksters en gaaien: ze zijn allen lid van de kraaienfamilie. Toch zijn er grote verschillen. De kauw moet het helemaal hebben van de mens: wij maken hen het leven aangenaam. Kraaien gedijen eveneens goed in de omgeving van mensen maar ze blijven liever op het platteland of aan de rand van de stad. Maar er zijn zeker uitzonderingen, want ook in hartje Brussel kan je groepen zwarte kraaien zien. Hoe zie je dan het verschil tussen een kauw en een zwarte kraai?

  • Kauwen zitten vaak in groep in de tuin. Bij zwarte kraai zitten de grote aantallen vooral op akkers, soms in grote tuinen, parken en op speelplaatsen. In kleine tuinen wagen ze zich echter niet zo gemakkelijk.
  • Kauwen lijken wat hoger op de poten te staan en hebben een korter achterlijf. Ze zien er wat ‘sportiever’ uit dan zwarte kraaien en wandelen ook wat ‘zwieriger’.
  • Kauwen hebben een korte, scherpe snavel, zwarte kraaien een langere, botte snavel.
  • Zittende zwarte kraaien blijven vaak langdurig hun vleugels ‘goed leggen’, alsof ze niet echt comfortabel opgeplooid liggen.
  • Zwarte kraaien zijn helemaal zwart terwijl kauwen een grijze nek hebben waartegen hun zwarte petje sterk afsteekt.
  • Kauwen hebben een witblauwe iris, bij zwarte kraaien is het oog helemaal donker.
  • Kauwen roepen allerlei varianten op ‘kjew’, soms grappig rollend en door elkaar en reagerend op elkaar. Zwarte kraaien hebben een rauwere en raspende ‘krrraaaaaa’-roep.

Tip: leg je camera klaar. Op foto’s zie je vaak kenmerken die je in het echt niet zag, bv. omdat je de vogel net niet lang genoeg kon bekijken. Zag je een vreemde vogel die je niet op naam kon brengen, noteer dan wat je zag en neem contact op met onze tuinvogelconsulenten. Zij doen hun uiterste best om mee een antwoord te vinden. Heb je een foto, dan is die zeer nuttig, hoe slecht of hoe ver ook.

Interessante weetje over de meeste tuinvogels vind je hier.

Dit weekend, op 30 en 31 januari 2021, kan je deelnemen aan Het Grote Vogelweekend van Natuurpunt. Tel gedurende een kwartier van alle vogels die in je tuin verblijven het hoogste aantal en voer je resultaten in op www.vogelweekend.be. Je mag zoveel kwartiertjes tellen en invoeren als je wil. Alle informatie en talrijke tips over tuinvogels en je tuin vind je op deze website.

Veel succes, dit weekend! 

Het tuinvogelteam, www.vogelweekend.be

Tekst: Gerald Driessens
Foto’s: Luc Meert en Pascal De Munck