Groenling
De groenling is een forse zaadeter met een stierennek. Met zijn krachtige snavel kan de vogel gemakkelijk harde zaden kraken.
Gemiddelde ongeveer 2 jaar
zaden van kruiden, struiken en bomen, met een voorliefde voor rozenbottels
polygaam, mannetjes paren uitzonderlijk zelfs met wel 5 verschillende vrouwtjes
parken en tuinen met enkele hoge bomen (zangpost) en coniferen (favoriete broedplek)
uitbundig en sociaal
mannetjes voeren complexe baltsrituelen op. Ze vliegen rond met schokkerige vleugelslagen en zingen om vrouwtjes het hof te maken. Daarbij doen ze soms andere vogels na. Uiteindelijk springt het mannetje naar zijn uitverkoren vrouwtje.
Hoe herken je de groenling?
- forse vink met dikke kop met grijze wangen en krachtige, kegelvormige snavel
- het mannetje heeft mosgroene tot geelgroene boven- en onderdelen
- het vrouwtje is doffer, met een bruingetinte en zwak gestreepte rug
- de felgele randen aan de handpennen (buitenzijde van de vleugels) vallen bij beide geslachten zowel in zit als in vlucht op
- ook de staart heeft felgele zijden, deze zijn enkel in vlucht goed zichtbaar
Met zijn groengele verschijning en forse bouw is de groenling relatief makkelijk te onderscheiden van andere zangvogels.
Het geluid van de groenling
Groenlingen hebben een trillerige zang, te vergelijken met die van kanaries. Ze klinken ook vrij nasaal. Kenmerkend is een ploppend gebrubbel dat wordt afgewisseld met een hese, langgerekte kras ‘wèèèèèèh’.
Hoe leeft de groenling
Wat eet de groenling?
De groenling eet bijna uitsluitend zaden van kruiden, struiken en bomen. Rozenbottels (vooral van rimpelroos en hondsroos) zijn erg in trek. Op de voedertafel verkiezen groenlingen vooral zonnebloempitten en ongezouten pinda’s. Ze gebruiken hun stevige snavel om de zaden te kraken. Dat doen ze op een bijzondere manier: ze trillen de zaden in de snavel terwijl ze die ronddraaien. Zo komt de vrucht los uit de schil. Groenlingen eten enkel de vrucht op, het omhulsel laten ze links liggen.
Uit noodzaak vullen groenlingen hun dieet sporadisch aan met vruchten of ongewervelde dieren. Jongen worden grootgebracht op insectenlarven.
Hoe plant de groenling zich voort?
Groenlingen gebruiken vaak het oude nest van andere soorten. Als ze er toch zelf één bouwen, doet het vrouwtje dat. Ze bouwt gemiddeld 8 à 12 dagen aan een komvormig nest en gebruikt daarvoor twijgen, takken en gras. Ze verkiest hiervoor naaldbomen of dicht struikgewas en de bekleding van het nest bestaat uit plantaardig materiaal en veren.
Per broedsel legt het vrouwtje 4 tot 6 eieren. Vaak volgt er een tweede legsel in hetzelfde jaar. De vrouwtjes broeden alleen, maar de mannetjes helpen de jongen wel mee voederen. Als ze hun vleugels niet vol hebben met paren tenminste – één mannetje kan er tot wel vijf vrouwtjes tegelijk op na houden.
Waar vind je de groenling?
De groenling is geëvolueerd van een typische bosrandsoort tot een park- en tuinvogel. Zolang er maar hoge bomen als zangpost en coniferen als broedplek aanwezig zijn. Ook in de omgeving van bomenrijen, houtkanten of boomgaarden kan je groenlingen aantreffen.
Let vooral op kanarieachtig gekwetter dat wordt afgewisseld met een rauw, dalend wèèèèèèh. In het broedseizoen zingt de groenling doorgaans na zonsopgang, op zonnige dagen, vanuit een boomtop of soms tijdens een opmerkelijke, vleermuisachtige vlucht (met trage, diepe vleugelslagen). Ook op de voedertafel is de groenling een vaak voorkomende en opvallende verschijning.
> Bekijk deze soort op waarnemingen.be
Kom deze soort veel voor?
De groenling is een talrijke broedvogel in België.
Natuurgebieden
Alle natuurgebiedenLeer soorten herkennen en geef je waarnemingen door
Trek met je telefoon naar buiten en identificeer soorten met de gratis app ObsIdentify: de natuurherkenner in je broekzak. Door je waarnemingen op te slaan, lever je tegelijk een belangrijke bijdrage aan het onderzoek rond soorten. Download de app hier:
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief