Vinpootsalamander
De vinpootsalamander is de kleinste inheemse watersalamander. Mannetjes zijn in de paartijd erg opvallend door hun draadstaartje en zwemvoetjes.
12 jaar
Kleine ongewervelden
Bos- en weidepoelen, sloten en greppels, vijvers en vennen
Het mannetje maakt snelle, golvende bewegingen met zijn staart.
Hoe herken je de vinpootsalamander?
- een kleine watersalamander: 6,5 tot 9,5 cm
- mannetjes met lage ongekartelde rugkam, draadstaartje en zwemvliesjes aan achterpoten (enkel in paartijd en vooral zichtbaar in het water)
- olijfgroene tot donkerbruine bovendelen, sterk gevlekte flanken
- vleeskleurige, ongevlekte keel
- gevlekte buik met in het midden een fletsgele tot lichtoranje lengtestreep
Hoe leeft de vinpootsalamander?
Wat eet de vinpootsalamander?
De vinpootsalamander eet vooral vlokreeftjes, watervlooien en insectenlarven (o.a. van schietmotten en steenvliegen).
Hoe plant de vinpootsalamander zich voort?
Volwassen vinpootsalamanders trekken naar het water eind februari, begin maart. De paartijd loopt van eind maart tot begin juli. Het vrouwtje zet 300 tot 500 eitjes af op waterplanten. De larven komen na 2 tot 4 weken uit de eitjes. Ze verlaten het water al in augustus. Volwassen exemplaren verlaten het water in juni en juli en overwinteren op het land tussen november en februari, vaak onder boomstammen of in een steenhoop. De larven van de kleine watersalamander en de vinpootsalamander kunnen niet van elkaar worden onderscheiden.
Waar vind je de vinpootsalamander?
In Vlaanderen is de vinpootsalamander gebonden aan grote (loof)boscomplexen, hellingbossen in heuvelachtige gebieden of aan heide- en bosgebieden met een zanderige en voedselarme bodem. De vinpootsalamander vind je in bos- en weidepoelen, sloten en greppels, vijvers en vennen. Ook kleine, ondiepe plasjes op bospaden (karresporen) zijn erg geliefd als voortplantingsplek. Voortplantingsplaatsen liggen vaak in of nabij een bos. Beschaduwde poelen genieten de voorkeur. In Vlaanderen vinden we de soort in West-Vlaanderen, in de hellingbossen van de Vlaamse Ardennen en de bossen in de zuidelijke helft van Oost-Vlaanderen. In Oost-Vlaanderen zijn er nauwelijks waarnemingen boven de Schelde en de Leie. De soort komt ook voor in het Pajottenland en de Noorderkempen maar ontbreekt in de duinen, de Kust- en Scheldepolders en in de valleien van de meeste grote rivieren.
Bekijk deze soort op waarnemingen.be
Komt deze soort veel voor?
Elk jaar, vanaf de eerste zachte voorjaarsnacht (meestal begin maart), ontwaken vinpootsalamander uit hun winterslaap. Vanaf schemerduister tot middernacht trekken ze dan van hun overwinteringsplek naar een poel om zich voort te planten. Op druilerige, zachte maartse nachten kan je vaak enkele vinpootsalamanders op de weg zien zitten. De meeste exemplaren zitten vanaf maart tot in juni - juli in het water. Het grootste deel van de tijd brengen ze door op de bodem. Tegen de avond aan en ’s nachts zijn ze het meest actief en komen ze regelmatig lucht happen aan het wateroppervlak. Een tijdje met de zaklamp in de poel of vijver schijnen, geeft een goede kans om een luchthappend exemplaar te spotten. Ook in waterhoudende bandsporen in het bos maak je kans op een vinpootsalamander. In het najaar vind je ze soms onder boomstammen, in de strooisellaag of in een steenhoop.
Natuurgebieden
Alle natuurgebiedenLeer soorten herkennen en geef je waarnemingen door
Trek met je telefoon naar buiten en identificeer soorten met de gratis app ObsIdentify: de natuurherkenner in je broekzak. Door je waarnemingen op te slaan, lever je tegelijk een belangrijke bijdrage aan het onderzoek rond soorten. Download de app hier:
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief