Veen: ons meest unieke ecosysteem!
Wat is veen?
Veen, een gelaagd begrip
Veen heeft meerdere betekenissen
-
Enerzijds de bodemsoort, het veen of turf, dat bijna geheel uit organisch materiaal bestaat en maar liefst voor de helft uit koolstof. Gemiddeld bestaat uit 40-99% organisch materiaal (dus 50% koolstof)
-
Anderzijds, veen als een nat ecosysteem waar de productie van planten groter is dan de afbraak ervan, en dus veenvorming optreedt.
Traag maar gestaag
Veen wordt gevormd wanneer planten onder natte, zuurstofarme omstandigheden afsterven. Door het zuurstofgebrek is de afbraak van de planten niet volledig, en stapelen de planten zich op, onder water, meer en meer, en vormt een veenlaag, dit gebeurt heel erg traag.
- Voor een goed begrip: veengroei betekent dus niet dat er geen opstapelend organisch meer wordt afgebroken, maar wel dat er meer organisch materiaal accumuleert dan dat er opnieuw wordt afgebroken. Hierbij komt CH4 vrij.
-
Veenvorming in Vlaanderen: stijging van het maaiveld met 1 mm per jaar, of één meter per duizend jaar.
In laagveen als de Zwarte Beek slechts 0,3-0,5 mm per jaar, of één meter per 2000 jaar; als je een bodemstaal neemt van het veen kan je dus gemakkelijk zien welke planten er zowat 2000 jaar geleden in de vallei voorkwamen. -
Op die manier worden er over de jaren heen grote hoeveelheden koolstof uit de atmosfeer gehaald.
Zwitsers zakmes aan ecosysteemdiensten
Waarom vinden wij veengebieden zo geweldig? Simpel, deze gebieden bruisen niet alleen van het leven, venen spelen ook een belangrijke rol in de strijd tegen de klimaatverandering.
- Veengebieden zijn het leefgebied voor veel planten- en diersoorten, waaronder heel wat Europees beschermde soorten, die specifiek zijn voor de bijzondere omstandigheden in deze ecosystemen.
- Venen spelen een belangrijke rol bij het voorkomen van overstromingen en droogte. Niet-ontwaterde veengebieden vertonen een sterke sponswerking waardoor piekafvoeren bij extreme regenval worden vertraagd en de kans op overstromingen afneemt.
- Veengebieden beschikken over de bijzondere capaciteit om grote hoeveelheden CO2 op te slaan in de veenbodem. Slechts 3 tot 5 procent van de totale landoppervlakte op het noordelijk halfrond bestaat uit veen, maar die veengebieden bevatten wel 33 procent van alle koolstof in de bodem.
Gedegradeerd veen verliest z'n superpower
Veengebieden staan echter wereldwijd onder druk en dreigen zelfs te verdwijnen door verschillende factoren zoals drainage in functie van landbouw, veenontginning of waterverontreiniging. Bij verlaging van de grondwaterstand, bij afgraven van het veen en/of een verhoogde aanvoer van voedingsstoffen, kan het verlies van veen versnellen met als gevolg:
- Koolstof dat al duizenden jaren vast lag in het veen, komt weer vrij als CO2.
- Veen neemt af in volume en klinkt het in met een bodemdaling tot gevolg.
In Zwarte beek is dit 5-10 mm/jaar, dit gaat dus veel sneller dan de opbouw, 10 maal zo snel. - Opgeslagen voedingsstoffen en mineralen komen vrij. Die vrijgestelde nutriënten en mineralen zijn voldoende om typische veensoorten te doen verdwijnen waarbij andere soorten hun plaats innemen en de biodiversiteit sterk daalt.
Urgentie
Het verlies van een veenbodem is onomkeerbaar!
Bovendien gaat mede door de klimaatverandering de verdroging van veen veel sneller dan voordien. Waar eerst in slechte omstandigheden ongeveer 1 cm veen per jaar verloren gaat, verdwijnt de laatste jaren onder extreme droogte op sommige plaatsen tot 10 cm veen per jaar! Dat is even veel veen als dat die gevormd is in 100 jaar onder perfect stabiele omstandigheden!
Om verdere achteruitgang tegen te gaan en het herstel van veengebieden te bevorderen, is het belangrijk om nu te handelen, ook in Vlaanderen.
Veenherstel
Waarom veenherstel?
Zoals je hierboven al kon lezen gaan veenbodems kapot door verdroging. Hierdoor komt niet enkel CO2 vrij, maar zakt de bodem ook in elkaar en verliest deze z'n unieke sponswerking. Hierdoor dreigen unieke veensoorten dan weer te verdwijnen, de waterstand nog minder stabiel te worden en droogt het veen nog verder uit.
Maar niet gevreesd, dat veen kan ook hersteld worden. En eigenlijk is het zeer simpel, een veenbodem (en het uniek ecosysteem dat daarop ontstaat) kan bewaard blijven als het permanent waterverzadigd is. Met andere woorden, we moeten vernatten. In de winter is de waterstand in de Vlaamse veengebieden vaak wel hoog genoeg, maar vooral in de zomer is verdroging van venen een groot probleem.
Veenherstel doe je zo!
Verdroging van veen komt meestal doordat er allerlei grachtjes gegraven zijn doorheen de geschiedenis. Deze grachtjes zijn dan weer verbonden met beken, die uitmonden in een rivier en zo snel mogelijk het water afvoeren naar de zee. Als we veen herstellen, gaan we deze door de mens gegraven grachtjes terug dichtleggen, opstuwen of dichtstoppen. Verder zijn veel beken ook diep uitgegraven, veel dieper dan ze ooit natuurlijk waren. Ook hier proberen we zoveel mogelijk de oorspronkelijke status terug te herstellen, zolang het huidig landschap en landgebruik dat nog toelaat.
Een tweede veelvoorkomende drainage van veen wordt veroorzaakt door de talloze vijvers die gegraven zijn in veenbodems. Op deze manier werd de uitgegraven grond gebruikt als opgehoogde vijverdijk waarbij deze verder uitdroogt. Om te zorgen dat het veen terug alle ecosysteemdiensten kan leveren, leggen we dergelijke vijvers dicht met het veen dat nog aanwezig is op de dijken. Hierdoor kan de bodem ook weer als spons fungeren en kan het water terug geleidelijk door de bodem verplaatsen en zo gebufferd worden.
Een derde veelvoorkomende manier om veen te vernatten én de typische soorten terug te brengen, is het verwijderen van opslag (in combinatie met het stoppen van afwatering via grachtjes). Verdroogde venen worden vaak snel ingepalmd door bomen, deze bomen slurpen zelf ook weer heel wat water uit de grond, waardoor het veen verder verdroogt. Typische veensoorten worden verdrongen als er bomen over groeien. Dus ook voor de biodiversiteit kan dit zeer belangrijk zijn. Er wordt natuurlijks steeds gekeken naar de natuurlijke situatie. Als hier van nature bos hoort te zijn, dan laten we het veen ontwikkelen naar elzenbroekbos. Als een veengebied van nature open is, dan herstellen we ook hier deze open veenvegetaties.
Maar soms is veenherstel ook een stuk moeilijker. Als het water niet zomaar meer kan vastgehouden worden door het te bufferen of op te stuwen zijn vaak inventieve technieken nodig om dit voor elkaar te krijgen. Zo werd er bijvoorbeeld in de Nol een kwelscherm geplaatst, dat het opborrelende kwelwater in het gebied kan houden, of zo wordt in de Zegge water van slechte kwaliteit uit een andere beek in het gebied gelaten, nadat het door een helofytenfilter gaat die de meeste nutriënten uit het water filtert.
Hydrologisch systeemherstel
Ook de schaal waarop we dit hydrologisch herstel uitvoeren is van belang: veenherstel vraag om naar het hele veensysteem te kijken en dit integraal aan te pakken. Anders blijft het veen op andere plaatsen verder degraderen en krijg je nooit een stabiel veenecosysteem. Hydrologisch systeemherstel staat dus centraal. Hieronder valt zowel waterbuffering in het veen zelf over het volledige veengebied, alsook infiltratie van water op de flanken.
Op dit moment zijn de meeste veengebieden in Vlaanderen sterk gedraineerd. Het water wordt hier zeer snel afgevoerd via allerlei diepe grachtjes (zoals weergegeven door de witte pijltjes) tot in de beek die het dan zweer zo snel mogelijk afvoert richting zee. Hierdoor zijn veensoorten enkel nog maar heel lokaal te vinden in de minder gedraineerde stukken, of in de grachtjes, als ze nog niet volledig verdwenen zijn.
Wanneer het veensysteem hydrologisch hersteld wordt kan het evolueren naar z'n natuurlijke staat. Hier beweegt het water opnieuw door het veenpakket en krijgt het veen z'n sponswerking terug. We spreken hier dan van een doorstroommoeras. Hierdoor kunnen veensoorten terug het hele gebied herkoloniseren en worden de natuurlijke overgangen tussen verschillende vegetaties weer zichtbaar. En niet enkel planten, maar ook andere veensoorten genieten van dit hersteld veen. Ook insecten, vogels, zoogdieren, Amfibieën, ... duiken terug op en helpen zo het veensysteem verder te ontwikkelen.
Biodiversiteit in veen
Veengebieden kunnen niet alleen veel koolstof en water opslaan, ze zijn ook de thuisbasis van veel unieke en bedreigde soorten. Deze hebben zich aangepast aan de extreme omstandigheden in het veen, en komen vaak nergens anders voor. Helaas hebben veel van deze soorten het erg moeilijk doordat onze veengebieden in slechte staat verkeren.
Het is een diverse groep gaande van sierwieren, spinnen, mossen, zweefvliegen en libellen tot planten en vogels. Hieronder vind je er enkele terug, te beginnen met de Kraanvogel als ambassadeur van het veenherstel in Vlaanderen.
De Grote piraat is een spin die al lopend op haar prooi jaagt. Je kan haar in het voorjaar vinden op open plekjes modder in het veen.
De Watersnip is een uitgesproken bewoner van venige weilanden en moerassen. Met zijn lange snavel speurt hij in de bodem naar insecten en andere diertjes. Eind maart komen de mannetjes terug uit hun wintervakantieoorden. Bij valavond beginnen ze meteen met een kenmerkend herhaald geluid, het kloktikken. De wapperende staartveertjes produceren een mekkerend geluid, vandaar de bijnaam hemelgeit. In Vlaanderen broeden nog maar een dertigtal koppels, waarvan meer dan de helft in de Vallei van de Zwarte Beek. Naast de watersnip zijn ook Porseleinhoen en Waterral zeldzame moerasvogels die er een verborgen levenswijze op nahouden.
De Moerassprinkhaan is de bontst gekleurde soort die in België voorkomt: groengeel tot geel met duidelijk helderrode achterheupen en een gele achterdij. Deze sprinkhaan is een typische bewoner van vochtige gebieden zoals moerassen, rond vennen en in vochtige heidegebieden. De moerassprinkhaan is als volwassen insect te zien van juni tot september en is vooral actief tussen negen uur in de ochtend en zeven uur in de avond. Hij maakt een hoog en metallisch tikkend geluid wat sterk doet denken aan een druppelende kraan op het aanrecht.
Wateraardbei is geen aardbei. Wel behoren ze beide tot de rozenfamilie. De bloemen zijn prachtig roodgekleurd. Ook het vijfdelige blad is heel kenmerkend.
Waterdrieblad is vernoemd naar het drietallige blad van de plant. Van april tot juli en soms nog eens in oktober kan je de kleine trosjes met ongelooflijk mooie witte bloemen zien, die opeenvolgend opengaan. De plant houdt van ondiepe vennetjes en moerassen. Waterdrieblad verdraagt weinig bemesting en is dan ook sterk achteruitgegaan buiten de natuurgebieden.
Roodviltmos is een van de vele typische mossen die samen vaak hele mostapijten vormen in goed ontwikkelde venen.
Veengebieden
In Vlaanderen ligt nog heel wat veen – vooral in onze riviervalleien, aldus onderzoek van de KUL. Die veenlagen ontstonden net na de laatste ijstijd. Duizenden jaren lang waren de Vlaamse valleien bedekt met uitgestrekte veenmoerassen. Toen de landbouw rond 5000 v. Chr. de leemstreek bereikte, moest bos plaatsmaken voor landbouwgrond. Die ontbossing en de bijhorende bodemerosie zorgde ervoor dat heel wat sediment naar de vallei afspoelde. Gevolg: de veenmoerassen in de leemstreek raakten bedolven en verdwenen.
In valleien van onder andere de Dijle, Zwalm of Mombeek zijn de veenlagen nog terug te vinden op enkele meters onder het huidige oppervlak. In de meer zandige streken van Vlaanderen bleef de bodemerosie beperkt door het vlakkere reliëf en de lagere erosiegevoeligheid van zandbodems. Bijgevolg liggen in heel wat Kempische beek- en riviervalleien veenlagen aan het oppervlak. Het bekendste voorbeeld is de Vallei van de Zwarte Beek in Limburg. Ook onze Vlaamse valleien zijn dus nog steeds echte koolstofhotspots in het landschap.
Opgelet
Je kan in veen soms erg diep weg zakken. Bovendien zijn veengebieden erg gevoelig voor betreding. We vragen dan ook om steeds op de paden te blijven en de regels rond de toegang van de natuurgebieden te respecteren. Het is ook vanaf de paden goed mogelijk om de veendiversiteit te kijken.
Van vergiet naar spons
Veengebieden leveren ons een hele resem ecosysteemdiensten. Herstel van deze unieke natuur is cruciaal om ons op het pad te zetten richting klimaatneutraliteit. Helaas is daarvoor in Vlaanderen momenteel geen helder beleid. Natuurpunt pleit voor een Vlaamse veenstrategie
In Vlaanderen hebben we nog een lange weg af te leggen. Uit onderzoek blijkt dat heel wat Vlaamse veengebieden zwaar lijden onder verdroging. Vlaanderen is dooraderd met grachten en andere drainerende stelsels. Daardoor is sinds 1950 het gemiddelde grondwaterpeil gedaald van 68 cm naar 85 cm onder het maaiveld. Op jaarbasis verliest Vlaanderen voortijdig 1,128 miljoen m3 water ten gevolge van drainage. Dat is ongeveer 53% van het natuurlijk waterleverend vermogen, aldus een studie van Universiteit Antwerpen. Ondanks enkele eerste goede aanzetten deze legislatuur, is er nog veel meer politieke moed nodig om drainage aan te pakken.
Een groot deel van onze Vlaamse veengebieden zijn daarnaast niet genoeg beschermd. Omwille van hun cruciale rol in het water-, klimaat- en natuurbeleid is het essentieel om alle actieve en herstelbare veengebieden zonder hoge beschermingsstatus (SBZ of VEN) dwingender te beschermen. Dat kan bijvoorbeeld in de noodzakelijke uitbreiding van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) in uitvoering van de Biodiversiteitsstrategie 2030. Het beheer van veengebieden in landbouwgebruik zal ook anders moeten: de watertafel moet er drastisch omhoog. Voor sommige gebieden kan zogenaamde paludicultuur – natte landbouw via teelten die kunnen dienen als isolatiemateriaal – soelaas bieden. Er moet alleszins dringend een beleid uitgewerkt worden met voldoende mogelijkheden tot het opleggen van maatregelen in heel het buitengebied.
Europese Veenconferentie Power to the Peatlands
Van 19 tot 21 september 2023 organiseerden Natuurpunt, Universiteit Antwerpen, Interreg Care-Peat en partnerorganisaties ‘s werelds grootste veenconferentie in Antwerpen.
Doel van de driedaagse conferentie was om de veengebieden in de kern van het Europese natuur- en klimaatbeleid te plaatsen. Het was de grootste bijeenkomst van veenexperts in Europa ooit, met meer dan 500 veenexperts uit de hele wereld. Nog eens enkele honderden deelnemers volgden de sessies online bij. De deelnemers namen deel aan lezingen, workshops en terreinbezoeken in België en Nederland, waarbij ze expertise en strategieën deelden voor het behoud van veengebieden.
Herbeleef de conferentie
Wist je dat
- Slechts 3 tot 5 procent van de totale landoppervlakte op het noordelijk halfrond uit veen bestaat, maar dat deze veengebieden wel 33 procent van alle koolstof in de bodem bevatten. Veen heeft dus een groot vermogen om koolstof op te slaan.
- Er piraten leven in het veen? Piraten (wetenschappelijke naam: Pirata) zijn een geslacht van spinnen die voor komen in vochtige of natte habitats. Bij ons kan je meerdere soorten terugvinden. Verschillende daarvan zoals de Grote piraat zijn typische veensoorten.
- Veenmossen (Sphagnum spp.) zeer veel water opslaan? De mosplantjes kunnen in hun cellen 16 tot 26 keer hun drooggewicht aan water vasthouden, zelfs als ze dood zijn, en kunnen ook het omliggende water verzuren. Zo creëren ze mee de zure natte omgeving die ze zelf graag hebben. In Vlaanderen zijn maar liefst 28 soorten bekend. Vele daarvan stellen uiterst specifieke eisen aan de chemische samenstelling van het water op de groeiplaats.
Ontvang nieuws over onze natuur en activiteiten rechtstreeks in je mailbox.
Abonneer je op onze nieuwsbrief